29

569 7 3
                                    

Manon

Ondanks mijn sterke houding, voel ik me de dagen erna zwakker dan ooit. Luka doet allerlei dingen om me op te vrolijken maar meestal wimpel ik hem af. Constant dwalen mijn gedachten naar Dean af, die bekend heeft dat hij gevoelens voor me heeft. Degene die me het hardst gekwetst heeft blijkt nu toch van me te houden. Twee maanden geleden zou ik een gat in de lucht gesprongen hebben, maar nu? Ik weet het niet. Ik geef toch niks meer om hem? Anders zou ik toch nooit wat met Luka gestart zijn? Maar waarom doet dit me dan zoveel? Waarom krijg ik hem niet uit mijn hoofd sinds ons gesprek in het natuurkundelokaal? Ik gil uit frustratie en klop met mijn vuisten op het bed. Vervolgens laat ik me achterover vallen en zucht ik diep.

"Alles oké?", vraagt Aiden, die op het geluid afgekomen is.

"Ja hoor.", zucht ik en hij fronst.

"Vertel je grote broer eens wat er scheelt."

"Enkele dagen geleden heeft Dean me aangesproken. Hij zei dat hij me altijd al leuk gevonden heeft en sindsdien krijg ik hem niet uit mijn hoofd.", ratel ik en Aiden kijkt verward.

"En Luka dan?"

"Dat is nou juist het probleem. Ik ben supergelukkig met Luka maar waarom kan ik Dean dan niet uit mijn hoofd zetten?", vraag ik haast wanhopig.

"Ik denk dat jij gewoon verward bent, zusje. Heb je er al over gesproken met Luka?"

"Ik durf niet. Hij is zo ontzettend lief voor me en ik wil hem niet kwetsen."

"Door niks te zeggen kwets je hem ook. Je wijst hem af door zo afstandelijk te doen."

"Wow, wie had ooit gedacht dat er zoiets wijs uit jouw mond zou komen?", zeg ik en mijn poging om te grijnzen eindigt in een grimas.

"Ik ben veel wijzer dan je denkt.", glimlacht hij en vervolgens loopt hij de gang op.

Ik zucht en mijn gedachten draaien terug op volle toeren. Heeft Aiden gelijk en moet ik met Luka gaan praten? Maar wat nu als hij het uitmaakt en denkt dat ik hem niet meer wil? Rustig blijven Manon. Door hem uit te sluiten verbeter je de relatie ook niet. Ik gooi mijn benen over de bedrand en trek vastberaden mijn enkellaarsjes aan. Ik werk mijn make-up bij en gooi mijn haar over mijn schouder.

"Jij kunt dit.", zeg ik zo zelfzeker mogelijk tegen mijn spiegelbeeld en vervolgens verlaat ik mijn kamer.

In de gang trek ik mijn jas aan en buiten haal ik mijn fiets uit de garage. Ik spring op de fiets en race de straat uit. Onderweg probeer ik mijn gedachten te ordenen en vooral niet te panikeren. Ik maak een scherpe bocht naar rechts, steek het kruispunt over en al snel komt het huis van mijn vriendje in zicht. Met weke benen zet ik mijn fiets in de voortuin en aan de voordeur houd ik halt. Voor een laatste keer haal ik diep adem en mijn vinger duwt op de bel. Nu is er geen weg meer terug, Manon.

Er klinkt gestommel en Luka's moeder verschijnt in de deuropening. Ze draagt een keukenschort en heeft meel aan haar handen. Ze lijkt verrast me te zien maar begint meteen breed te glimlachen.

"Manon, wat heb ik jou lang niet gezien! Kom binnen."

Ik stap wat onwennig het huis binnen en de warmte overspoelt me meteen. Ik hang mijn jas aan de kapstok en zet mijn schoenen netjes op het schoenenrek.

"Wil je een koekje? Ze zijn net uit de oven."

"Nee, bedankt.", wimpel ik het vriendelijk af en ik wiebel zenuwachtig van het ene op het andere been.

"Jij komt vast niet voor mij hé? Luka is boven op zijn kamer. Je weet de weg hé.", zegt ze met een knipoog en ze verdwijnt terug naar de keuken.

Ik loop de trap op en loop automatisch naar de tweede deur aan de rechterkant. Net als ik mijn vuist hef om te kloppen gaat de deur open en knalt Luka vol tegen me aan. Ik verlies mijn evenwicht en Luka kan me nog net opvangen. Ik voel mijn wangen rood worden en mijn vriendje zet me terug met beide benen op de grond.

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu