17

685 10 6
                                    

Manon

De daaropvolgende weken neem ik de draad van mijn leven terug op, wat dus ook betekent dat ik terug dagelijks naar school ga. Ik word elke dag opnieuw geconfronteerd met het beeld van Dean en Maud samen maar ik doe alsof het me niks kan schelen. Ik wil dat hij gelukkig is – ondanks alles wat hij gedaan heeft – en als hij zijn geluk bij Maud vindt, dan moet ik daar maar mee leren leven. Ondertussen praat ik ook terug met Cas en bijna alles lijkt terug zoals vroeger te zijn. Bijna.

"Kom!", roept Cas en hij trekt me aan mijn elleboog doorheen de menigte leerlingen die net zoals ons op tijd hun lokaal proberen te bereiken. Ik heb nu twee uur na elkaar Duits wat dus inhoudt dat ik honderd minuten zonder Isa moet zien te overleven. Ik zucht en duw met veel moeite een groepje studenten uit elkaar, die lachend door de gang paraderen.

"Kijk eens aan, Verbeek loopt niet meer als een zombie rond!", roept iemand vanuit het groepje en ik heb al snel door dat het de bende van Dean is. Sem is degene die geroepen heeft en hij kijkt me met een gemene grijns aan. Ik recht mijn rug en kijk hem strak aan. Zijn ogen kijken spottend terug in de mijne en hij geniet duidelijk van het moment. Dean gunt me zoals verwacht geen waardige blik, Jace lijkt niet te weten wat hij moet doen – zo doet hij al sinds Isa met hem gesproken heeft – en Luka heeft weeral die schuldige blik in zijn ogen.

"Dat heb je goed gezien Sem. Ik heb besloten om me niet meer slecht te voelen door nutteloze dingen.", komt er zelfzeker uit mijn mond en het wordt muisstil. Tot mijn verbazing kijkt Dean op bij het horen van die woorden en onze blikken kruisen elkaar even. Uit zijn ogen lees ik alleen maar haat af maar toch lijkt het alsof ik er heel even iets van pijn doorheen zie flitsen.

"Nu durf je wel te praten hé, nog geen maand geleden durfde je amper je mond open te trekken als je één van ons zag.", reageert Sem in de hoop een gevoelige snaar te raken, wat niet het geval is.

"Blijkbaar kan er in een paar weken veel gebeuren.", antwoord ik zodanig kalm dat ik er zelf even verbaasd van ben.

"Is er nog iets dat je wilt zeggen tegen Manon?", zegt Cas kil en hij trekt me beschermend achter hem. Dean kijkt Cas met een blik vol walging aan en ik grijns als ik ook een spoortje angst zie. Hij is duidelijk nog niet vergeten dat Cas zijn neus gebroken heeft.

"Daar is haar persoonlijke bodyguard hoor.", sist Sem hatelijk.

"Problemen mee?", gromt Cas terug en ik grijp zijn bovenarm vast voor het geval hij besluit Sems gezicht te verbouwen.

"Zijn hier problemen?", klinkt opeens een zware mannenstem achter ons en als ik me omdraai zie ik een leraar staan.

"Nee hoor, niks aan de hand.", zeg ik onschuldig en de man knikt.

"Ga dan maar door naar jullie lessen." We knikken en als ik aanstalten maak om weg te lopen zie ik nog net hoe Luka me een verontschuldigende blik toewerpt. Ik volg Cas en we ploffen neer op onze gebruikelijke plaatsen.

"Waar komen jullie vandaan?", vraagt de docent streng.

"Ik had onverwachts last van mijn maandelijkse probleempje en Cas is een verse broek uit mijn kluisje gaan halen, meneer.", lieg ik soepel en sommige leerlingen beginnen te lachen. Naast me houdt Cas met moeite zijn lach in en het ongemak is van de docent zijn gezicht af te lezen.

"Uh goed, geen probleem. Pak jullie boeken er maar bij op pagina 197.", mompelt hij en hij draait zich snel terug om naar het bord. Cas kan zijn lachen niet langer inhouden en ik sla snel mijn hand voor zijn mond.

"Stil, je verraad ons.", fluister ik lachend. Hij likt aan mijn hand en ik kijk hem walgend aan terwijl ik mijn hand afveeg. Hij grijnst zelfvoldaan en legt zijn boek in het midden van de tafel, aangezien één van ons het nooit bij heeft. Vandaag ben ik het maar geloof me, meestal is het Cas.

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu