P.o.v Terra
Ik zucht diep en sta dan op. Ik loop door de gangen zie Link druk bellen. Ik loop verder naar beneden waar word aangebeld als ik letterlijk naast de bel sta. Ik gil van schrik. Ik open de deur en zie een meisje staan. Ik kijk haar even aan en herken haar ergens van, maar waarvan weet ik niet. Sowieso is mijn hele leven een groot zwart gat, ik kan me gewoon niet meer herinneren wat er gebeurd is, tot vorig jaar. Wat ze me verteld hebben is dat mijn ouders om kwamen bij een auto ongeluk, en dat ik het ook bijna niet overleefd had. Ik had ernstig hersenletsel en ben dus alles voor dat ongeluk vergeten. Ook hoe mijn ouders er uit zagen, of ik nog andere familie had, dus toen kwam ik hier terecht.
'Euh Hallo?' Ik schrik op uit mijn gedachten. 'Ja sorry, wat is er?' 'Ik ben op zoek naar Terra' zegt ze. 'Ja, dat ben ik' zeg ik fronsend. 'Kan ik even met je praten' vraagt ze. Op dat moment gaat er een steek door mijn hoofd. Ik zet mijn hand tegen de muur zodat ik niet omval. 'Dat verwachtte ik al' hoor ik haar zeggen. De hoofdpijn stopt langzaam maar dan word mijn beeld wazig, en daarna zie ik iets anders. Ik zie een klein meisje voor me staan, ze speelt met de Barbie die ze net heeft gekregen. Verderop zitten een man en een vrouw. Dan verdwijnt dat beeld en de hoofdpijn. Ik kan weer alles normaal zien en zie weer dat meisje voor me staan.
'Sorry voor dat' zegt ze. Ik kijk haar verbaast aan. 'Maar kan ik praten ' vraagt ze nog eens. 'Ja, tuurlijk we gaan wel even naar boven' zeg ik. Ik laat haar binnen, doe de deur dicht en loop weer met haar mee naar boven.
'Nou, wat is er' vraag ik en laat me op mijn bed vallen. 'Nou, ik wil eerst weten of je me herkent?' Ik kijk even goed naar haar. 'Ik heb het gevoel alsof ik je eerder heb gezien maar ik weet het niet' zeg ik. 'En als ik je nou zeg dat ik je zusje ben' zegt ze. 'Dan zou ik dat eigenlijk best wel geloven' zeg ik. 'Jij gelooft ook snel dingen' lacht ze. 'Nee, ik geloof je omdat ik je herken, je zorgde er voor dat ik een gekke flashback kreeg en nu vertel je dit' zeg ik. Ze knikt. 'Weet je mijn naam nog?' Ik schud van nee. 'Britt' zegt ze. Ik glimlach even. 'Ja, ik wist dat er iets met die naam was' zeg ik. Ze glimlacht en geeft me dan een knuffel. 'Ik ben zo lang naar je op zoek geweest' zegt ze. 'Maar wacht' zeg ik als ze me los laat. 'Waar woon jij nu dan?' 'Bij tante Rita' zegt ze met een overdreven zucht.
Weer komt de stekende hoofdpijn terug. Maar dit keer zie ik alleen een wazige vlek wat lijkt op de achterbank van een auto. Als ik voor door het raam kijk zie ik een vrachtwagen recht op ons af rijden, met een hoge snelheid. Ik zie nog net de mensen voorin de auto vooruit schieten en dan word het zwart. Ik open mijn ogen maar de hoofdpijn word alleen maar erger. 'Laat het stoppen' huil ik. Britt is in paniek. 'Alsjeblieft laat het stoppen Britt, het doet pijn' huil ik. Ik begin harder te huilen, het doet te veel pijn. 'BRITT' schreeuw ik huilend. 'Ik ga wel iemand halen' roept ze in paniek en rent weg.
'Terra' schreeuwt een stem in paniek. Ik zie Link voor me staan. 'Stop het, stop het, het doet zo veel pijn' zeg ik nog huilend. 'Bel het ziekenhuis' zegt Link en drukt zijn telefoon in de handen van Britt. 'AAAAAH LINK STOP HET' schreeuw ik. Hij pakt mijn handen, die ik stevig tegen mijn hoofd had gedrukt vast. 'Rustig Terra, het komt goed' zegt hij rustig. 'Maar het doet zo veel pijn' huil ik. 'Ambulance komt er aan' zegt Britt. 'Wat is hier aan de hand' vraagt Ronald die de kamer in komt. De hoofdpijn word nog erger. Ik krijg niks meer uit mijn mond, alleen nog maar een paar letters die onverstaanbaar zijn. Dan komen er nog meer mensen de kamer in. Ik kijk in paniek rond, maar dat maakt het alleen maar erger. 'Iedereen even weg, anders gaat het heel erg fout' schreeuwt Britt. Iedereen gaat weer weg. Nu zijn alleen Link en Britt er nog.
Na een tijdje hoor ik sirenes de straat in rijden. 'Ik ga al' zegt Britt. Ze rent weg. Link heeft nog mijn handen vast die ik ondertussen helemaal fijn heb geknepen. 'Link, het doet zo veel pijn, stop het' zeg ik. 'De ambulance komt er aan, ze gaan het stoppen' zegt Link. Hij ziet er zo rustig uit. 'Alsjeblieft' zeg ik en knijp nog iets harder in zijn hand. Er komen twee mannen de kamer in. 'Aan de kant' roept de een. Link word aan de kant geduwd. 'Ze moet naar het ziekenhuis' zegt de ander. 'Jij, neem haar mee' zegt de man. Link tilt me op en loopt achter een van de mannen aan naar beneden, de ambulance in. Ik word op het bed gezet waar ze me gaan onderzoeken. 'Stop het' zeg ik. De man reageert niet en gaat verder met zijn onderzoek. De auto begint te rijden met de sirenes aan. Wat is er aan de hand, alles doet zo veel pijn.
'We zijn er' zegt de man die opstaat. 'Neem haar maar weer mee' zegt hij en kijkt naar Link. Link staat ook op en tilt me. We rennen het ziekenhuis in waar ik meteen een kamer in kan. Nu zie ik ook tranen over de wangen van Link rollen. Ik word op een bed gelegd en meteen plakken ze allemaal stickers aan me. Door het piepen van het apparaat word de hoofdpijn nog erger. En ik maar denken dat het niet erger kon. Nu begin ik te schreeuwen van de pijn. 'STOP HET!' Ik krijg een gek kapje over mijn mond en dan word alles zwart.
Zwart, dat zie ik. Niks, dat hoor ik. Nee wacht, ik hoor wat. Het is een zachte piep. Zo een die je hoort als je te lang naar harde muziek hebt geluisterd. Na wat er net was, voelt dit zo ontzettend fijn. Stil, pijnloos, niks dat me nu nog pijn kan doen. Het voelt zo geweldig.
Maar dat stopt al gauw als ik zacht de stem van Link hoor. Ik voel zijn hand om die van mij heen. Ik probeer mijn ogen open te doen, maar ik ben te moe. Ik geef een zacht kneepje in zijn hand. Ik weet niet of hij het merkte. Ik knijp nog eens in zijn hand, maar deze keer wat harder. Ja nu merkte hij het. 'Terra? Ben je wakker' vraagt Link. Ik wil zo graag wat zeggen nu, zo graag mijn ogen openen, zo graag hem knuffelen. Maar ik ben te zwak, te moe. De piep die ik net hoorde word steeds luider. Dat komt dus door de hoofdpijn. Fijn. Ik probeer nog eens mijn ogen te openen. Het lukt! Een heel klein beetje krijg ik mijn ogen open. Maar genoeg om het gezicht van Link te zien. Ik trek mijn mondhoeken omhoog en probeer te glimlachen. daarna val ik weer in een diepe slaap.
Neem dit deel
Doei