7.

634 14 0
                                    

Het is half 8, en Mona ligt nog in haar bed als de telefoon gaat.

'Met Miranda' hoort Mona aan de andere kant van de lijn.

'Mona, goed dat ik je spreek. We hebben een probleem. Bert is onverwacht naar het buitenland vanwege het overlijden van zijn opa, hij is minimaal een week weg. Dus er zal sowieso wat werk overgenomen moeten worden van hem. Dat is nu niet het belangrijkste probleem. Ik ben ziek, ik voel me de hele week al niet fit, en vannacht en vanmorgen is alles eruit gekomen, ik sta om het half uur boven de wc. Er is vandaag een wedstrijd van Ajax 1 waar ik fysiotherapeut zou zijn, maar dat gaat me nu echt niet lukken. Je voelt hem al aankomen, maar ik wil vragen of jij dat wil doen.'

Mona die inmiddels helemaal wakker is, weet niet wat ze moet antwoorden als Miranda stil valt. 'Ik heb hen nog nooit behandeld..' weet ze uit te brengen.

'Ik weet het, maar Bert en ik zijn het er over eens dat jij dit kan, je bent een prima dame en je hebt zeker verstand van je vak. De wedstrijd is een oefenpot, dus de jongens zullen niet vol spelen, waardoor we het ons wel kunnen permitteren om jou daar neer te zetten. Dus maak je daar maar niet druk om, de belangrijkste vraag is wil en kun jij dat vandaag?'

Mona die nog steeds een beetje geshockt is, stemt dan toch toe. 'En beterschap Miranda!'

Inmiddels is het half 12 en loopt Mona de Toekomst op, de oefenpot wordt gewoon op de Toekomst gespeeld. Om half 1 zal de wedstrijd beginnen. De jongens zijn aan het inspelen, Mona loopt er naar toe.

'Hey heren.' zegt Mona.

De jongens kijken om. 'Ga je ons nou ook al focuscoachen voor een oefenpot?' lacht Davy.

Mona schud lachend haar hoofd. 'Ik ben vandaag jullie fysiotherapeut, Bert is naar het buitenland, en Miranda is ziek. Dus geen brokken maken jongens!'

'Joël, nog last van je schouder?'

'Een beetje' geeft Joël toe.

'Ik kan nog even masseren voor de wedstrijd?' vraagt Mona.

Joël knikt. 'Graag.'

'Verder nog iemand die ergens last van heeft?'

De jongens schudden hun hoofd.

'Goed, nou hoofd er bij en succes he!'

Samen met Joël loopt Mona naar de behandelkamer. 

Het fluitsignaal van de scheidsrechter laat alle spelers weten dat de wedstrijd start, Ajax heeft balbezit, en maakt naar 2 minuten al 1-0. De hele eerste helft heeft Ajax overheersend balbezit, en een paar mooie kansen. Als de rust ingeluid wordt, zitten alle spelers uitgeput in de kleedkamer.

Frenk geeft wat tips en tricks, en daarna lopen de spelers het veld weerop. Mona heeft de hele wedstrijd nog niks te doen gehad, en vind het nu ook wel saai worden. Dit is de eerste voetbalwedstrijd ooit die zij nu ziet.

Mona's ogen vallen op Matthijs die druk in duel is met een speler van de tegenstander. Hij is veel te fel, dat ziet zij ook.

'Matthijs rust!' Hoort Mona haar vader zeggen.

Maar het is al te laat, de tegenstander trapt met volle kracht tegen de bal, terwijl Matthijs hetzelfde doet. Het resultaat is dat Matthijs vol onderuit valt.
'Shit!' Roept Frenk.

Mona kijkt naar Matthijs, hij grijpt naar zijn enkel. Mona pakt de waterzak, en tas met koelspray en sprint het veld op.

Mona pakt de enkel van Matthijs vast.

'Au blijf af kreng!'

Mona negeert de opmerking van Matthijs, en pakt de spons water. Zachtjes dept ze op zijn enkel, het gezicht van Matthijs zegt genoeg. Na wat koelspray, wil Matthijs opstaan, maar Mona ziet dat het niet gaat.

'Zitten de Ligt.' zegt ze.

Mona pakt de voet van Matthijs zachtjes op, en probeert hem iets te bewegen, Matthijs vloekt alles bij elkaar.

De reactie van Mona is dat de de jongens naast het veld seint dat Matthijs moet worden opgehaald met de brancard en niet verder kan spelen.

Frenk is duidelijk overstuur, en zet gelijk Joël in, die tijdens de rust gewisseld was.

Eenmaal in de behandelkamer pakt Mona het krukje en gaat zitten.  Dan pakt ze de voet van Matthijs vast. Ze doet zijn voetbalschoen uit en kijkt naar de zwelling. Vervolgens pakt ze een koucompress en legt die op zijn enkel.

Na ook zijn andere voetbalschoen uit te hebben gedaan, houd ze beide voeten naast naar elkaar. Ze drukt ze met haar wijsvinger en middelvinger op de zwelling. Matthijs zijn gezicht betrekt. 'AU!' roept hij. Dit is het eerste woord wat in de kamer gezegd is, sinds ze in de behandelkamer zitten. Mona kijkt na nog wat te kijken naar zijn enkel recht in het gezicht van Matthijs. Die nu inmiddels angst en pijn uitstraalt. Er is niks meer over van de stoere Matthijs. 'Ik ga de huisartsenpost bellen, we gaan foto's laten maken.' zegt Mona voor ze de kamer verlaat. 

Als Mona de kamer weer inkomt, ligt Matthijs op zijn rug met zijn handen voor zijn gezicht.

'Matthijs?' zegt Mona zachtjes.

Matthijs komt omhoog.

'Ik heb hier wat voor de pijn. Ik pak een rolstoel en dan gaan we naar het ziekenhuis.'

'Is het gebroken?' vraagt Matthijs voor Mona de behandelkamer uitloopt.

'Ik vermoed niet dat het je botten zijn, ik vermoed je enkelbanden, maar ik wil eerst de botbreuk uitsluiten.' Dan draait ze hem weer de rug toe, en loopt de gang op.

Mona komt terug met een rolstoel en helpt Matthijs erin. Ze rijdt hem naar de parkeerplaats, waar haar moeder al staat de wachten met de auto. Ze heeft gevraagd of ze hen wil brengen, aangezien de wedstrijd verder gaat, en zijzelf geen auto heeft. 

Als de foto's zijn gemaakt, nemen Matthijs en Mona weer plaats in de wachtkamer. Mona pakt haar telefoon en Matthijs kijkt wat om zich heen.

Mona wordt uit haar telefoon gehaald als ze een stem Matthijs hoort zeggen. Een klein jongetje staat voor Matthijs. Hij heeft zijn arm in een mitella en een schaafwond op zijn hoofd.

'Matthijs de Ligt? Van Ajax?' zegt het jongetje.
Matthijs knikt. 'Ja? Dat ben ik!'

Het jongetje begint te springen. 'Maama!! Dit is Matthijs, van tv!'

Het enthousiaste jongetje tovert bij Matthijs een lach op zijn gezicht.

Hij gaat met het kleine jochie in gesprek. Hij is van een klimrek afgevallen en heeft nu zijn arm gebroken.

'Maar wat heb jij gedaan? Je bent toch wel op tv zondag?' zegt het jongetje angstig.

'Nou jochie, dat hoop ik wel, maar ik ben ook gevallen, dus ik weet nog niet wat er aan de hand is.'

'Maar jij bent een hele goede voetballer. Je mag niet gedeseerd zijn'

'geblesseerd' verbetert de moeder van het jongetje hem.

Matthijs en het jongetje die Thijs blijkt te heten praten nog even verder. Mona kijkt vertederd naar de twee. Ze wist niet dat Matthijs zo schattig kon zijn. 

Voorbestemd. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu