12.

616 13 0
                                    

Een week later klopt Kasper op de deur van Mona. Het was een drukke week, en ze is helemaal op, gister was het 3 uur voor ze ging slapen. Ze moest haar verslag vandaag 12 uur inleveren, maar om 8 uur moet ze weer op de Toekomst zijn. Dus ze moest door tot in de nacht.

'Moon? Ik ga zo weg hoor, als je nog mee wil rijden moet je echt opschieten.' Geen reactie. Kasper is dit niet gewend van zijn zusje, ze is altijd eerder wakker dan hem.

Langzaam opent hij haar deur. 'Moon? .. Moon?' Mona draait zich om. Kasper loopt naar haar toe en gaat op de rand van haar bed zitten.

'Mona? Wakker worden, we moeten gaan.' Hij gaat met zijn handen door de haren van zijn slapende zusje.

Dat deed hij nooit, ze hadden een goede band maar dit deden ze nooit, toch voelde het goed. Mona's hoofd is warm.

Langzaam opent ze haar ogen. 'Hoelaat is het?' Kreunt ze. 'Half 8, we moeten eigenlijk weg nu, maar gaat het?' Mona schrikt en springt overeind. Maar haar hoofd sputtert tegen, en zorgt dat ze op bed beland. 'Gaat het?' Vraagt haar broer bezorgd. 'Erg moe, verder gaat wel.' Antwoord ze, terwijl ze naar haar kast loopt. 'Geef me 10 minuten.' Kasper staat op en verlaat haar kamer.

Tien minuten later komt Mona in haar spijkerbroek en trui van Ajax naar beneden lopen. Kasper kijkt haar bezorgt aan.

'Je bent spierwit, gaat het wel?' Vraagt Kasper dan nogmaals.

'Ja ik voel me prima. Let's go.'

'Je hebt nog niet gegeten.'

'Ik eet straks wel, niet zo zeuren hup.'

Kasper gaat maar niet tegen zijn zusje in, maar hij maakt zich wel zorgen. En hij weet zeker dat ze zich zwaar beroerd voelt, dat kan hij zien. Maar hij weet ook dat ze niet zal toegeven dat ze ziek is.

Als ze samen in de auto zitten kijkt hij opzij. Mona heeft haar handen op haar buik en ze kijkt uit het raam.

'Ben je misselijk? Moet ik zachter rijden?' Vraagt Kasper.

'Hou je nou op?' Zegt Mona dan.

'Anders loop ik wel verder.'

Kasper houd zijn mond de rest van de rit.

Mona zit in haar kantoor, ze is misselijk en in haar hoofd draait alles rondjes. Ook haar keel doet zeer, maar goed even doorzetten, dan zal ze vanavond eens op tijd gaan slapen. Ze klapt haar laptop open.

De ochtend; Half 9 fysiotraining B1 en B2. Om 10 uur bespreking en om 11 uur focustraining bij Ajax 1, half 1 komt Matthijs voor zijn eerste persoonlijke focustraining. Daarna nog wat afspraken en afronden verslag focustraningen.
Mona staat zuchtend op en gaat onderweg naar de behandelkamer.

Als Mona onderweg is naar de bespreking loopt ze langs kantoor en slikt 2 paracetemol in, in de hoop dat ze zich wat beter gaat voelen. De helft van het gesprek gaat langs haar heen, maar ze merkt dat slechts knikken geen vragen oplevert.

Na de bespreking loopt Mona richting het trainingsveld waar Ajax 1 zo focustraining van haar heeft. Miranda haalt haar in.

'Mona gaat het goed? Je was erg afwezig vandaag.'

Mona knikt. 'Niet zo lekker vandaag, ik zal volgende keer beter opletten.'

'Is goed meisje, pas je een beetje op jezelf?'

Mona knikt. 'Komt goed.'

'Oke heren, we gaan nu 5 rondjes rennen, focus je op je ademhaling. Wanneer je merkt dat je overslaat op je automatisme, stop je, buk je en gaat vervolgens verder. Tel hoe vaak je bukt.'

De jongens beginnen te lopen. Mona gaat zitten op het bankje naast het veld.

De hele wereld draait. Ze ziet Kasper bezorgt kijken, maar negeert zijn blik.

'Netjes heren.' Roept ze. Ineens krijgt ze het bloedje heet. Ze trekt haar trui uit, en trekt het t-shirtje van Ajax recht.

Als de jongens van Ajax bezig zijn met een oefening van Frenk loopt Mona naar haar tas in de dugout, om haar notitieblok te pakken.

'Doe je trui aan gek, het is fris buiten, dalijk wordt je ziek.' Zegt Matthijs tegen Mona als ze voor hem staat in de dugout. Hij mag niet meedoen maar moet wel groot en deels aanwezig zijn bij de trainingen.

'Heb het bloed heet joh!' Lacht ze.

'Zo koel je te snel af, trui aan.'

'Dat maak ik zelf wel uit.' Zegt ze terwijl ze bukt en te snel overeind komt waardoor ze even wankelt.

Matthijs pakt haar bij haar arm. 'Gaat het?'

Mona die het liefst wil zeggen dat het niet gaat, lacht en knikt. 'Beetje duizelig, kwam te snel omhoog.' En gauw loopt ze weg.

Kasper die na zijn training langs zijn zusje loopt pakt haar bij haar arm. 'Doe je trui aan, en zet een kop thee. Ik heb vitamine in m'n tas, die leg ik zo op je kantoor. Ik zie heus wel dat het niet gaat.' Sist hij voor hij doorloopt naar de kleedkamer.

Ze kijkt op haar horloge, kan nog net voor Matthijs komt.

Ze neemt plaats achter haar bureau en legt haar hoofd in haar handen. Die vitamines werken niet, en ook de aspirines verlichten haar klachten niet. Haar geklop in haar hoofd zorgt ervoor dat ze het geklop op de deur niet hoort.

'Mona?'

Mona kijkt gauw op. Geen goed plan, sterretjes voor haar ogen. 'Ja?' Antwoord ze als het beeld langzaam terugkomt.

Matthijs staat in deuropening.

'Oh ja Matthijs! Focustraining, kom zitten.'

Matthijs doet wat hem gevraagd wordt, en zet zijn krukken naast zich.

'Wat drinken?' Vraagt ze.

'Nee bedankt.'

Mona opent de laptop. 'Goeed' begint Mona.

'Je ziet wit' zegt Matthijs dan.

'Heb nieuwe poeder, dekt niet goed.' Lacht ze.

'Je ziet er moe uit.' Zegt hij dan.

'Dankje Matthijs, zullen we gaan praten over jou?'

Matthijs en Mona beginnen te praten, en eigenlijk gaat het heel goed. Matthijs stelt zich open, en beantwoord de vragen zo eerlijk mogelijk.

'Zit jij altijd met je hoofd bij de wedstrijd als je speelt?'

Matthijs schud zijn hoofd. Mona wil weer een vraag stellen maar voelt een vlaag eten omhoog komen, ze staat op en rent het kantoor uit.

De wc is tegenover haar kantoor dus ze heeft geluk. Als ze de wc bereikt, ploft ze neer en gooit een hele stroom eten via haar mond de wc in.

Als ze 10 minuten later haar kantoortje weer inloopt, kijkt Matthijs haar aan.

'Dat heb je nog best lang volgehouden. Gaat niet echt lekker he?'

Mona beseft dat ze niet langer liegen kan. 'Na gaat wel is beter ja.'

'Lijkt me ook ja'

Mona knikt.

'Nou ga zitten, Kas vertelde me al wat, en ik zag het ook wel aan je. Jij gaat mooi naar huis.'

Mona wil tegensputteren. Maar Matthijs is haar voor.

'Accepteer het, leg je er bij neer, en ziek gewoon even uit. Iedereen is wel eens ziek' Knipoogt hij.

Voorbestemd. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu