18 ~ drukkende duister

303 21 13
                                    

Maandag 17 juli 

Langzaam probeerde ze het drukkende duister aan de kant te duwen, in de hoop haar ogen te kunnen openen om te zien waar ze nu in hemelsnaam wel was. Langzaam maar zeker kreeg ze haar oogleden een millimeter de lucht in getild, en door haar wimpers heen kreeg ze een vaag idee van de ruimte waar ze zich in bevond. 

Tegen de verste muur aan stond een gammele ladekast, die er uit zag alsof hij elk moment door zijn poten kon zakken. Zelf zat ze vastgebonden op een al even gammele stoel. Gammel of niet, de touwen waarmee haar handen aan de rugleuning gebonden waren, waren nog erg sterk. Hetzelfde gold voor de touwen die haar voeten strak tegen de stoelpoten gebonden hielden. Je kan je wel voorstellen dat ze niet erg comfortabel zat. 

Verder stond er nog een tafel in de kamer, met erop een kan met water en een homp oud brood. Onder de tafel was een stoel geschoven die er net zo uitzag als het exemplaar waar Mila op zat. De kamer was in het halfduister gehuld. Het enige licht dat naar binnen viel kwam door het smalle, vuile raampje boven haar hoofd bij het plafond. Ze zat dus blijkbaar in een kelder. 

Ze zuchtte. Hoe zou ze hier ooit uit raken? Een enkele traan rolde over haar wang, maar de andere glinsterende druppels die ook aan hun tocht over haar wangen wilden beginnen, hield ze resoluut tegen. Ze wilde niet daar haar ontvoerder - wie dat dan ook mocht zijn - haar zo gebroken zou zien. Ze wilde niet zwak lijken, ze was Mila Santiago. En Mila Santiago huilde niet. 

Toch bleven de zoute druppels nog lang achter haar oogleden prikken. 

-

Charlie drukte meermaals na elkaar hard op de bel van Jonas' huis. De deur was nog niet volledig open, toen ze al naar binnen stormde. 'We moeten beginnen zoeken! Mila is vermist!', ratelde ze. Jonas legde een hand op de schouder van zijn vriendin. 'We vinden haar wel', troostte hij haar. Charlie zuchtte. 'Hoe dan? Zelfs de aanwijzing van de geesten kan ons niet verder helpen! Hoe moeten we haar dan vinden', huilde Charlie. Net op dat moment belde Jimmy aan. Eenmaal binnen liep hij meteen naar zijn lief. Het was niet moeilijk te raden waarom ze zo van streek was. 'We vinden wel een manier. We gaan haar terughalen',sprak hij haar moed in. Charlie knikte en droogde haar tranen. 'Waar is Alex eigenlijk', vroeg ze zich even later af. De eeuwig te late bever was naar gewoonte nog steeds niet komen opdagen. 'Die komt zo meteen wel', antwoordde Jonas, niet erg ongerust. Net op dat moment luidde de bel een derde keer door het huis. 'Daar heb je hem', lachte Jonas. 

Ze zochten uren en uren. Op het internet, in de liedjestekst die ze van de geesten kregen. Werkelijk overal waar ze maar konden bedenken. Ze gingen ook nog naar Mila's huis. Dankzij het feit dat Jonas de verstopplek van Mila's reservesleutel al een tijdje geleden ontdekt had, raakten ze makkelijk binnen. Maar tevergeefs. Nergens vonden ze ook maar het kleinste spoor. De enige aanwijzing die ze vandaag en gisteren al gevonden hadden, was haar muts in het grasveld van Park Spoor Noord en haar fiets die nog steeds tegen die boom stond. 

-

De vermolmde deur kraakte in zijn scharnieren toen die langzaam opengeduwd werd. Er viel een smalle streep licht naar binnen, maar Mila - die ondertussen al uren in het halfduister zat -  moest toch haar ogen dichtknijpen. De man was, naar de gewoonte van het Zwarte Oog, weer volledig in het zwart gekleed. Maar deze keer had hij geen muts en sjaal aan, waardoor Mila zijn gezicht duidelijk kon zien. De man smeet een stel mueslirepen haar kant uit, gevolgd door nog een klein flesje water. 'Jij!', riep Mila. 'Ik', antwoordde de man droogjes. 'Maar... Maar jij bent de opa van Alex! Hoe kun je je kleinzoon dit aandoen?', gilde Mila, nu furieus. 'RDC. Robert De Coninck.'

Wat vliegt de tijd!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu