10 ~ bekende ogen

388 25 6
                                    

Zondag 9 juli

'Jimmy? Wil je die versterker nog even meebrengen?', riep Jonas zijn kameraad achterna. Hij was bezig met alle spullen in het busje te laden, alleen die laatste versterker moest hij er nog bij zien te krijgen. Vandaag zouden ze weer optreden, hun tour moest tenslotte doorgaan ondanks het hele gedoe. De fans wisten van niets, en dat wilden de Ghost Rockers graag zo houden.

'Iedereen instappen!', riep Alex terwijl hij met de sleutels in zijn hand naar de bestuurderszetel liep. Ze klauterden in het zoals gewoonlijk al stampvolle busje en reden naar het evenement. Niemand had echt veel zin, maar ze moesten nu eenmaal doorgaan. Als het Zwarte Oog hen kapot wou maken, zouden ze er alles aan doen om overeind te blijven. Daar waren ze het volmondig over eens.

'Kijk eens achter jullie, hier klopt iets niet',zei Mila uit het niets. Ze was al geruime tijd geconcentreerd in de achteruitkijkspiegel aan het staren. 'Die wagen rijdt al de hele tijd achter ons aan. Hij vertraagt als wij vertragen, hij versnelt als wij versnellen. De lak is glanzend zwart en er is een klein logo subtiel naast de nummerplaat geschilderd', somde ze op. Charlie hapte naar adem. 'Het Zwarte Oog', concludeerde ze. Mila knikte. 'Ze hebben ons gevonden en volgens mij willen ze ons van de weg rijden.'

Net op dat moment reden ze een stuk weg op waar het asfalt omgeven werd door twee brede grachten en daarachter hobbelige velden. De wagen achter hen naderde nu zeer dicht en bleef maar hard optrekken. Ze zagen nu ook de mysterieuze man achter het stuur, met een zwarte muts en een sjaal op zodat enkel zijn ogen zichtbaar waren. 'Die gast wil ons echt van de baan rijden', zei Jonas in shok. Mila draaide zich met een ruk om en staarde de mysterieuze man recht in de ogen. De ogen zagen er bekend uit, meende ze, maar van waar ze ze dan toch zou moeten kennen.

De man gaf nu extra veel gas, en hoe hard Alex het gaspedaal ook tegen de vloer trapte, het mocht niet meer baten. Het busje kon de veel zwaardere motor van de glimmend zwarte wagen niet overwinnen. Maar Alex slaagde er wel nog net in om de klap te verminderen door het stuur zodanig om te gooien dat de wagen grotendeels zou afschampen. Maar de klap was nog steeds enorm.

Ze schoten vooruit in hun gordels en werden vervolgens weer hard terug in de zetels gesmeten. Het busje tolde rond en ze werden hard alle kanten uitgeslingerd. Het was moeilijk om ervoor te zorgen dat je hoofd niet tegen de randen geduwd werd. Na wat wel een eeuwigheid leek maar werkelijk slechts enkele minuten was, kwamen ze bruusk tot stilstand in de gracht. 'Iedereen oké?', bracht Charlie moeizaam uit. Jimmy en Alex knikten. 'Jongens', stotterde Jonas,'Mila.'

Mila lag bewusteloos in Jonas' armen. Hij had haar hoofd liefdevol in zijn schoot gelegd. Mila had een grote hoofdwond die zorgwekkend veel bloedde. 'Ik bel een ambulance', zei Alex, de telefoon al bij zijn oor. Ze klauterden uit het wrak van wat ooit hun tourbus was en nu niets meer dan een hoop ijzer voor de schroothoop. Jonas tilde Mila op en legde haar neer op het gras. Nog steeds gaf ze geen teken van leven.

In de verte hoorden ze de loeiende sirenes van de ambulance en nauwelijks 30 seconden later tilden mannen in fluoriscerende pakken Mila op een brancard. Jonas hield één van de mannen tegen. 'Kan ik mee?', vroeg hij. 'Bent u familie?' 'Haar beste vriend. Mila heeft geen familie meer.' De man knikte. Stap maar in, zeiden zijn ogen.

Op weg naar het ziekenhuis pakte Jonas haar hand vast. Hij voelde koud aan. Jonas nam zijn gsm uit zijn broekzak en belde een nummer waarvan hij niet gedacht had dat hij dat ooit nodig zou hebben. 'Brandon? Hier met Jonas. Het gaat over Mila.'

Wat vliegt de tijd!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu