Hoofdstuk 5

208 15 0
                                    

          

Adiya

Een mens die een ander mens van zijn vrijheid berooft, is een gevangene van de haat.

Opgesloten achter de tralies van vooroordelen en kleingeestigheid.

***

Ik open mijn ogen...

Het is al een week verder...

Alles is nog steeds hetzelfde...

Mijn vader die ons mishandeld en een vulkaan is die elk moment kan uitbarsten als je hem niet gehoorzaamd.

Mohammed mijn liefdevolle broer die nogsteeds niet de hand heeft gavraagd aan zijn toekomstige vrouw, omdat hij bang was dat onze bloedeigen vader Samira iets zou aandoen.

Zelfs wanneer ik eraan denk ontsnappen een paar tranen mijn ogen.

Waarom kan niemand Gelukkig zijn in dit gezin? Mijn twee oudste broers zijn gelukkig nog uit huis gekomen en ik hoop dat ik ze snel weer zie.

Wanneer ik opsta zie ik Lina vredig slapen, wat heb ik toch geluk met zo'n mooi lief zusje als haar.

Ik loop naar de kast en pak wat kleren voor mij en Lina, ik trek mijn kleren aan en leg de kleren van Lina op haar bed.

Maar wanneer ik terugkeer van de badkamer zie ik dat Lina aan het huilen is op haar bed. Met een frons op een gezicht omhels ik haar en vraag haar waarom ze huilt.

"Dat is gewoon de domste vraag die iemand ooit kan stellen in deze situatie. Adiya, we moeten vluchten uit deze gezin met mama en onze broers."

"Alles komt goed... we hoeven niet te vluchten." Zeg ik en kijk haar met een verdrietige blik aan.

"Baba is een gevaarlijke man. We moeten vluchten voordat het te laat is Adiya!"

"Lina we zijn 21. We gaan inshallah (met wil van god) binnenkort trouwen en dan zijn we van hem af!"

"Dus je wilt je eigen moeder alleen laten met die verschrikkelijke man?!" Zegt Lina boos en staat op.

Misschien heeft ze gelijk... misschien moeten we echt weg gaan van hem.

"Je hebt misschien gelijk, maar denk je echt dat mama opeens weg wilt van de man waarmee ze kinderen heeft gemaakt? Geen enkele moeder zou haar kinderen dat aandoen."

"Wel als het noodzakelijk was..."

"Lina ik-" Zeg ik maar word onderbroken.

"Adiya! Lina! Yallah kom naar beneden, we gaan naar Nadia!" Roept mijn moeder van beneden.

"We komen al mama!" Roept Lina gebroken.

"Kom." Zeg ik en loop naar de deur, maar draai me om wanneer ik realiseer dat ze me niet volgt.

"Ga maar. ik kom er zo aan." Zegt ze.

Ik knik en loop de trap af naar beneden en zie tot mijn verbazing mijn broer Mohammed beneden klaarstaan.

"Goedemorgen." Zegt hij en schenkt me een glimlach.

"Goedemorgen, kom je ook mee naar Nadia?" Vraag ik.

Maar dan bedenk ik me opeens dat daar Samira is... Oh god hij gaat haar hand vragen.

Ik kijk hem aan glimlach naar hem en knuffel hem.

"Word gelukkig met haar." Fluister ik in zijn oor.

"Dankjewel zusje... maar ik wil jullie niet alleen laten met baba, hij is een slechte man en ik snap niet waarom we nogsteeds niet weggevlucht zijn."

Geen Vrijheid (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu