Ik kon niet eens in de buurt van het kasteel komen. De wachten op de versterkte muren beletten me dat. En de menigte die zich verzameld had op het plein in het dorpje naast het kasteel ook. Een man met een rol perkament verscheen op het plein, omringd door een groep wachten en hij rolde het perkament uit. Even kwam de gedachte aan Belle in me op, maar ik verdrong deze snel weer. Ze zou eerst zorgen dat iedereen om wie ze gaf veilig was, en dan pas zou ze ten onder gaan. De man schraapte zijn keel. 'Beste mensen, ik kom met een boodschap van onze goed leidster, Lady Lindsey. De radicalen Noah Silver, Caspian Campbell, Luka Welsch en Caden Whitewhall zich voordat de zon morgen opkomt in de hoofdstad melden. Anders zullen de verraders Lord Campbell, Lord Whitewhall, Lucius Welsch, James Everleigh, Esther de bron, Nikki Lira, Leon de Row en Dave Mitchells geëxecuteerd worden vanwege de acties die ze hebben ondernomen tegen Equador.' De man rolde het perkament meer op en ik liet de boodschap langzaam tot me doordringen. Hij had de namen van Zane en Julia niet genoemd en dat gaf me hoop. Ook Belles naam had hij niet genoemd en ik hoopte dat dat betekende dat ze niet in hun handen was of in ieder geval nog in leven was. Ik moest plotseling terugdenken aan mijn moeder en zusje.
We zaten in de tuinen. Mijn moeder zat op een bankje en Sirene en ik speelden op een kleed voor haar voeten. Maar plotseling begon Sirene te huilen en moeder tilde haar op en gebaarde dat ik naast haar moest komen zitten op het bankje. Dat deed ik en ze legde een hand op mijn knie. 'Ik houd zoveel van jullie beiden, vergeet dat nooit.' Sirena en ik luisterden beiden ademloos naar moeder. Moeder woelde even door mijn haar heen en keek toen naar Sirene. 'Maar ik wil dat als de tijd gekomen is jullie uit vliegen en jullie dromen volgen.' 'Vliegen?' vroeg Sirene met grote oogjes. Moeder knikte. 'Zoals een adelaar. Hoog en ver totdat jullie je dromen hebben waargemaakt en die ene persoon hebben gevonden.' Ik wist dat ik dan zou neerstrijken. Neerstrijken zoals de vogels altijd deden die ik zag als ik met mijn vader op jacht ging. 'Beloven jullie me dat?' Ik knikte en ook Sirene knikte. 'Ja, mama.'
En ik wist dat ik dat gedaan had. Ik was uitgevlogen en neergestreken en nu was het tijd dat ik dat opnieuw zou gaan doen. Ik zou doen wat Belle ook had gedaan. Vechten voor haar inwoners. Vechten voor mijn land. Ik liep terug naar het jongetje aan wie ik mijn paard in bewaring had gegeven en schoof hem een muntstuk toe. Toen steeg ik op en zette koers naar de hoofdstad.
Ik reed de hele nacht door op adrenaline. In het oosten kleurde de lucht lichter en ik wist dat ik niet veel tijd meer had. Ik werd vervuld met angst. Angst voor wat ik aan zou treffen en angst voor wat er zou gaan gebeuren. Ik gaf mijn paard nogmaals de sporen en de ruin begon nog harder te rennen. Het was een trouw dier. Na nog een halfuur kwam ik eindelijk in de hoofdstad aan. Maar wat ik verwacht had aan te treffen, namelijk lege straten, trof ik absoluut niet aan. Groepen mensen trokken door de straten in de richting van het plein onder bewaking van grote groepen wachten. Ze deden het stil, zwijgend. Ik wist dat ik op zou vallen als ik door zou rijden en dus steeg ik af en liet de ruin vrij. Ik zou hem toch niet meer nodig hebben. Ik mengde me in een groep mensen en met de kap van mijn mantel over mijn hoofd heen en de ochtendnevel vertrouwde ik erop dat ik niet herkend zou worden. Maar dat werd ik wel. 'Caden,' siste plotseling een stem achter me. Ik liep stug door en hoopte dat ik het fout gehoord had. 'Caden,' siste de stem toen weer en ik voelde hoe ik bij mijn arm beet werd gepakt. Ik slaakte een zucht van opluchting toen ik in het gezicht van Luka keek. 'Luka,' zei ik opgelucht. Hij knikte en keek toen zoekend om zich heen. 'Belle is hier zeker ook ergens?' Ik beet mijn lippen op elkaar en ontweek Luka's blik. 'Nee toch zeker.' 'Ze beval mij weg te gaan en liep vervolgens in de richting van het paleis met zo'n blik op haar gezicht.' Luka zei niets meer. 'Heb je Noah en Caspian gezien?' Ik schudde mijn hoofd. 'Ze zullen hier vast ook wel ergens rondlopen.' 'Ik vertrouw Lindsey voor geen cent,' zei Luka toen. 'We moeten eerst kijken wat er gaande is voordat we ons overgeven.' Ik knikte instemmend. Zo liepen we met voorovergebogen hoofden en in stilte verder en ik hoopte in stilte dat alsjeblieft niemand ons zou herkennen. Maar het geluk was vandaag niet met ons. 'Staan blijven!' schreeuwde iemand plotseling. De mensen om ons heen keken geschrokken op. 'Doorlopen,' siste Luka. 'Jullie daar. Stop!' werd er nogmaals geschreeuwd. We bleven doorlopen. Maar toen voelde ik hoe ik werd beetgepakt. Luka en ik keken elkaar tegelijk aan en we trokken onze zwaarden. Ik slaagde erin een man neer te halen voordat ik werd beetgepakt en mijn zwaard uit mijn handen werd getrokken. Ze waren met te veel. Mensen waren blijven staan om het opstootje te aanschouwen, maar werden verder geduwd door de wachten. Luka was ook gepakt en ze duwden ons naar een wacht toe die hoger in rang was dan de meesten. Toen werden Luka's ogen groot. 'Thomas,' bracht hij uit. Ik bekeek de man nog eens goed en herkende hem toen. De wacht was een jongeman die oorspronkelijk uit Vrijheid kwam. Hij was met ons meegereisd naar Equador en was een vriend van Luka. 'HOe durf je,' beet Luka hem toe. Thomas haalde zijn schouders op. 'Je moet altijd de winnende kant kiezen Luka, ik dacht dat jij dat wel begreep.' Ik keek vragend naar Luka bij deze woorden, maar hij had alleen maar oog voor Thomas. Toen spuugde hij naar hem en spuwde hem het woord: 'verrader,' toe. Thomas keek hem boos aan en hief toen zijn hand op. 'Breng ze naar het plein.' We werden meegesleurd door een groep wachten. Mensen gingen automatisch opzij en keken ons nieuwsgierig aan. Maar ze wendden hun blikken af zodra ze ons herkenden. Ik wilde hun medeleven niet zien. We kwamen al snel aan bij het overvolle plein. 'Maak een pad vrij voor deze verraders!' schreeuwde Thomas toen. De mensen gingen meteen opzij en we werden naar een podium geduwd dat opgesteld was naast de levensboom. De levensboom, of wat daar dan ook nog van over mocht zijn. De eens zo fel gekleurde bladeren waren weg en de boom was zwart geblakerd. Ik vroeg me af of dat dit het werk van Lindsey was of van het volk. Mijn ogen werden groot toen ik zag wat er op het podium stond. Grote en gruwelijk uitziende stellages waren op het podium gezet en ik wist wat het doel daar van was. Mijn ogen werden nog groter toen ik mijn vader en onze anderen vrienden zag. Allemaal zagen ze er even verschrikkelijk en toegetakeld uit. 'Zoon, je had niet moeten komen,' zei mijn vader toen wanhopig. Ik keek hem even aan. Toen werden we hardhandig het podium opgeduwd en naast onze vrienden neergezet. Onze handen werden achter onze ruggen stevig vastgebonden. Ik keek de groep langs en zag Julia en Zane niet. Ook Noah, Caspian en Belle waren niet te zien en even kreeg ik weer hoop. Maar toen besteeg ook Thomas het podium en sprak de menigte toe. 'Zie hier, jullie verraders.' Toen gebaarde hij naar een man en Lindsey verscheen op het podium. 'Applaus voor jullie rechtvaardige leidster.' Het bleef doodstil toen Lindsey op het podium verscheen. Haar ogen vielen op mij. 'Dus je bent toch gekomen,' zei ze. Ik zei niets en keek haar vol haat aan. Ze reageerde echter niet op mijn reactie, of beter gezegd het gebrek daaraan. Integendeel, ze wendde zich tot het volk. 'Deze mensen zijn verraders. Ze hebben de wereld buiten Equador tegen jullie gekeerd. En ja, er is nog een wereld buiten Equador. Maar het is een gruwelijke en verschrikkelijke wereld. En nu is er een dreiging tegenover jullie die levensgevaarlijk is. En dat allemaal door hun toedoen. Daarom zullen ze gestraft worden voor hun verraad.' Het volk begon druk te praten bij deze nieuwe informatie en hun afgunst en haat verplaatste zich toen naar mijn vrienden en ik. 'Ze liegt. We hebben er juist alles aangedaan om die dreiging te voorkomen en...' Ik kon mijn zin niet afmaken. Thomas stompte me met zijn vuist in mijn gezicht en ik viel hard op de grond. Ik werd meteen weer overeind getrokken door twee wachten en ik voelde hoe een straaltje bloed over mijn gezicht liep. 'Het is nooit je plan geweest om ons te laten gaan, huh,' beet ik Lindsey toen toe. Ze liep op me af en legde haar vingers onder mijn kin. 'Dringt het eindelijk tot je door,' zei ze lachend. Ik wilde haar te lijf gaan, maar werd tegengehouden door twee wachten. Nikki begon te jammeren. 'Je bent een verrader,' spuwde James Lindsey toen toe. Hij moest het met een trap in zijn buik bekopen. Niemand van ons zei meer wat. Toen draaide Lindsey zich weer om en wendde zich weer tot de mensen. 'Dit zijn niet de enige verraders die we te pakken hebben gekregen,' riep ze toen. De moed zakte me letterlijk in de schoenen. 'Ook de verraders Noah Silver, Caspian Campbell en de grootste verrader van allemaal, jullie ex-koningin Mirose Williams.' Het volk bleef stil, maar keek wel nieuwsgierig naar Lindsey. Toch zag ik dat de uitdrukkingen iets veranderden toen ze het over hun koningin had. Er stegen zelfs een paar dappere kreten op, zoals: 'Dat is niet waar. Koningin Mirose heeft ons juist gered,' en, 'dat zou ze nooit doen.' Het gaf me weer een klein beetje hoop. Maar die hoop werd snel weer in de grond geboord toen Lindsey naar Thomas gebaarde en Thomas naar een man die vervolgens weg liep. Lindsey begon langs ons heen te lopen met twee wachten achter haar aan. Een voor een keek ze ons intimiderend aan en leek ons in zich op te nemen. Het werd Nikki teveel en ze stortte huilend op de grond in elkaar. Ze werd echter meteen weer overeind gesleurd en overeind gehouden door een wacht. Leons gezicht vertrok bij het zien van het meisje van wie hij hield. Ook het volk kon de aanblik van het huilende en jammerende meisje niet heel goed verdragen en begon weer te morren. Lindsey merkte het ook. Maar ze had alles goed getimed. Precies op dat moment werden drie figuurtjes door de paleismuren geduwd. Naarmate ze dichterbij kwamen verloor ik alle hoop die ik nog had. Ze zagen er verschrikkelijk uit. Noahs gezicht was beurs en blauw en Caspian zag er niet veel beter uit. Toen richtte ik mijn blik op Belle. Haar lip was gescheurd en haar kleren hingen in vodden om haar lichaam heen. Ze strompelden voort en knepen hun ogen dicht tegen het plotselinge licht ook al was de zon nog niet eens opgekomen. Toen waren ze bij het podium. 'Nee,' bracht ik uit. Lindseys triomfantelijke blik maakte me nog bozer. Hardhandig werden ze het podium opgeduwd. Caspian en Noah keken me hoofdschuddend en moedeloos aan. Belle volgde. Ze werd zo hard geduwd dat ze voorover viel en ze had haar handen niet vrij om zich op te vangen. Toen ze overeind werd getrokken was er een pijnlijke uitdrukking op haar gezicht verschenen. Maar de uitdrukking werd nog pijnlijker toen ze mij zag staan. 'Caden. Nee, nee,' stamelde ze. Ironisch genoeg koos de zon precies dat moment om op te komen. Haar stralen verlichtten ons allemaal. 'Totdat de zon opkomt,' zei ik wrang. Belles ogen boorden zich in de mijne. 'Totdat de zon opkomt.'
JE LEEST
Verkozen
Ciencia FicciónDeel twee in de veroordeeld serie. September 4047 Neuropa. Een land met ontelbaar veel mogelijkheden. Maar de groep rebellen zijn slechts een pion in een spel dat veel groter is dan ze beseffen. Het web van geheimen wordt steeds strikter en ontsnap...