32 uur terug
Belle
Dat was het enige dat ze deden. Staren. Ik telde vlug de mensen in de grote zaal en kwam uit op zeven. Ik wist dat ik hier nooit levend uit zou komen. Mijn enige hoop was dat ze naar me zouden luisteren en zo onder de indruk zouden zijn van mijn verhaal dat ze me lieten gaan, of me het tenminste aan het volk zouden laten uitleggen. En toen gebeurde er eindelijk wat. Lindsey stond langzaam, heel langzaam op en kwam naar me toegelopen. Ik greep mijn borstel en het boek steviger beet en keek haar met fonkelende ogen aan. Tegelijkertijd beet ik mijn lippen op elkaar omdat ik het liefst alle vreselijke woorden in mijn arsenaal naar haar toe wilde schreeuwen. En ik wist dat het dan over zou zijn voordat het überhaupt begonnen was. 'Dus je bent terug,' zei Lindsey toen tergend langzaam. De ogen van de zes mannen in de zaal volgden ons nauwlettend. 'Ja,' antwoordde ik. Ze bestudeerde mijn gezicht even. 'Je weet dat jij degene bent die Equador in het verderf heeft gestort.' Ik bleef stil en nam niet eens de moeite om te antwoorden. 'Antwoord als ik je iets vraag,' schreeuwde ze toen plotseling in mijn gezicht. Ik kon nog net voorkomen dat ik achteruitdeinsde van schrik. 'Ik hoef jou niet te gehoorzamen,' zei ik toen kil. Haar ogen vernauwden zich tot spleetjes. 'Hier ga je spijt van krijgen,' beet ze me toen toe en ze hief een hand op. 'Wacht!' riep ik. Ik keek haar nog heel even aan en richtte toen mijn aandacht op de zes mannen die nog altijd aan de tafel zaten. Op een van hen na. De jongeman was dichterbij gekomen en had zijn zwaard getrokken. Ik stopte abrupt en een glimp van herkenning gleed over mijn gezicht. 'Jij bent Thomas, niet?' Ik herkende de jongeman. Hij was met Caden meegereisd naar Equador en een goede vriend van Luka en op dit moment mijn enige hoop. 'Jullie moeten luisteren. Ik weet alles en het is zoveel erger dan we hadden gedacht.' Heel even bleef het stil, maar toen barstte het rumoer los. Verschillende mannen riepen dat ik een verrader was, anderen riepen dat ze moesten luisteren naar me. Alleen Thomas en Lindsey bleven stil. Lindsey liet de mannen even uitrazen voordat ze haar hand ophief. 'Je hebt hier geen recht van spreken meer. Voer haar af!' riep ze toen. 'Nee!' riep ik. 'Alsjeblieft.' En toen twee mannen voorzichtig op me afkwamen riep ik wanhopig naar Thomas. Maar hij keek me alleen maar aan en schudde zijn hoofd. En dit was het dan. Ik stopte de borstel en het boek in de zakken van mijn mantel en richtte een pijl op de eerste man. 'Stop of ik schiet!' Ik zag hoe Lindsey de veiligheid opzocht en meerdere wachten de kamer binnenkwamen. Ik schoot een van hen neer en toen een volgende. 'Verraadster!' schreeuwde ik haar achterna. En toen was ze weg en bleef ik achter met een tiental mannen die me allemaal dood wilden hebben. Ik begon te rennen. Terug naar de deur naar de geheime gangen maar de weg werd me versperd door drie wachten. Ik wilde er een neer schieten maar toen sprong iemand op mijn rug en ik kwam met een klap op de grond terecht met de man bovenop me. Iemand trok mijn boog uit mijn handen en ik begon wild om me heen te slaan en te trappen. Ik voelde hoe handen me vastgrepen en hoorde hoe mijn jurk schreeuwde. Ik raakte een van mijn belagers op een goede plek en hij begon te jammeren. Maar een ander nam al snel zijn plaats in en nu was het vier tegen een. Iemand sloeg me in mijn gezicht en mijn lip begon te bloeden. Ik kreeg nog een klap en wist dat ik bont en blauw zou zijn. Maar het kon me niet meer schelen. Ze zouden me toch niet lang meer laten leven. En dus deed ik het enige wat ik kon doen. Een laatste daad van verzet waarbij ik er goed oplette dat ik het boek en mijn borstel niet verloor. Maar het was een ongelijke strijd en snel beslist. Na nog geen twee minuten werd ik overeind getrokken en meegesleurd. Ik gilde en schreeuwde en toen zag ik de kokkin die me met een verongelijkt gezicht aankeek. Ik bedaarde abrupt. 'Sorry,' mompelde ik geluidloos en toen werd ik weer verder gesleurd. 'Waarom vermoorden jullie me niet gewoon nu!' riep ik toen naar de mannen die me meesleurden. En toen verscheen Thomas in mijn blikveld. 'Jouw tijd is nog niet gekomen,' mompelde hij en verdween toen weer. Ik wist waar we heen gingen. We daalden de trappen af naar de donkere ruimte onder het kasteel. Slechts een toorts gaf een klein beetje licht. Het was er vochtig en koud en ik begon weer tegen te stribbelen. 'Belle!' riep toen iemand plotseling. En toen iemand anders. 'Bell, nee.' Ik staarde in de geschrokken gezichten van Noah, Caspian, Lord Whitewhall, mijn stiefvader, Lucius en al onze andere vrienden. 'Zeg dat dit niet waar is. Zeg alsjeblieft dat dit gewoon een nare droom is,' mompelde ik. Toen verscheen een van de wachten voor me en grijnsde gemeen naar me. Hij maakte een deur van een van de kerkers open en grijnsde toen nogmaals naar me. 'Het spijt me, prinses.' Ik had pas door dat hij zijn hand op had geheven toen hij met een klap die door heel de kale ruimte echode op me neerkwam en ik wegzakte in de armen van de duisternis.
JE LEEST
Verkozen
Fiksi IlmiahDeel twee in de veroordeeld serie. September 4047 Neuropa. Een land met ontelbaar veel mogelijkheden. Maar de groep rebellen zijn slechts een pion in een spel dat veel groter is dan ze beseffen. Het web van geheimen wordt steeds strikter en ontsnap...