Hoofdstuk 24; 'Wishing Star'

113 4 0
                                    

Belle

Ik had alles geregeld. De spullen waren klaargezet en de juiste mensen waren ingelicht. Ik had Lindsey en James na hun terugkeer er op uitgestuurd om de juiste mensen in te lichten en voor te bereiden, en hoopte nu maar dat alles goed zou komen. Ik had gelukkig gelijk gehad. Niemand had onze afwezigheid opgemerkt, en de hele dag door waren we verder gegaan met voorbereidingen. Inmiddels was het avond, allang elf uur geweest, en zaten we met zijn allen op het balkon. Zwijgend, want er viel niets te zeggen. We wisten dat het elk moment kon beginnen en we wisten ook dat we rekening moesten houden met verraders binnen in. Lindsey zat nog altijd veilig opgesloten, en Wessel, het hoofd van de wacht, had er betrouwbare mannen als wachten voorgezet. We konden niets meer doen, alleen nog maar afwachten, en ik was er klaar voor en klaar mee. Het had al te lang geduurd en het was tijd voor de afsluiting ook al wist ik drommels goed dat het onmogelijk was dat al onze vrienden hier levend uit zouden komen. En ik kon ze niet redden...

~

'We're looking out over the oceans, looking at the endless sky. 

Singing a little song, 'cause we know the end is there.

It's time, oh-oh.

It's time, oh-oh-oh.

I wish, I wish, oh I wish there was a wishing star. 

I wish, oh I wish, there was a wishing star...

Cause an uprising is the language of the unheard...'

Eshters zachte stem sterft weg en ze begraaft haar hoofd in James' borstkas. Naast me verstevigd Caden zijn grip op me, alsof hij wilt zeggen dat alles wel goed komt. Noah kijkt even naar Cadens arm en vangt dan mijn blik op. Een zwak glimlachje verschijnt om zijn lippen. 'Ik herinner me dat liedje,' fluistert Julia. Ik verschuif mijn blik naar Zane die onderuitgezakt tegen de muur hangt en Julia die opgekruld op zijn buik ligt en zijn hand krampachtig vasthoudt. 'Dat waren nog eens tijden,' fluistert Caspian. Zijn bruine haar staat in vreemde pieken omhoog en hij haalt achteloos een hand door de haardos heen. 'Er is geen weg meer terug,' zegt Luka dan. Dave knikt instemmend en Merlia en Onno kijken Luka aan. Zij zijn de enigen die echt weten waar we mee te maken gaan krijgen, en zij zijn ook degenen die het bangst van ons allemaal moeten zijn. Leon en Nikki zijn de enige die er niet zijn. Nikki was in zo'n labiele staat dat ze zich terug hebben getrokken in de verste uithoek van het paleis, en hij haar wanhopig terug probeert te krijgen. 

Het kleine doosje in de zak van mijn wijde, lichtbruine broek, laat een brandend gevoel achter en de bretels die mijn witte blouse omhooghouden voelen verstikkend. Ik sla mijn donkergroene mantel nog wat dichter om me heen en kruip nog dichter tegen Caden aan. Hij slaakt een tevreden zucht. Mijn wapens liggen naast me en meerdere dolken steken uit mijn riem. Het voelt als een afscheid, alsof alles waar we voor gevochten hebben, nu beslist wordt. Alsof de wereld straks zal stoppen met ademen en ons alleen achter laat, overgeleverd aan het lot. Overgeleverd aan de woede van Nate en mijn oom en Lindseys aanhangers. Het is nog maar een kwestie van tijd en we weten het allemaal. De lucht staat strak van de spanning, en de omgeving zwijgt. Iedereen is stil en wacht, wacht... wacht tot het onvermijdelijke. 

'Ik heb een geweldige tijd met jullie gehad, ondanks alles wat er gebeurd is. Ik zou alles zo overdoen als ik mocht kiezen,' zegt Luka dan. 8 Paar ogen kijken hem indringend aan. 'Ik ook,' fluistert Julia dan. 'Ik herinner me jou nog zo goed, Zane. Van al die weken dat ik jullie bespioneert heb, herinner ik me vooral nog die geit. Het feit dat jullie dat mekkerende beest te pakken hadden zien te krijgen en de gezichten van de anderen in de boomplaats zal ik nooit meer vergeten,' vervolgd ze. IIk schiet in de lach bij de herinnering aan die geit, en Zane kijkt haar vertedert aan en streelt zachtjes over haar felrode lokken. 'En de eerste keer dat ik jou zag, Belle,' fluistert Noah dan. 'Zo fiers als je daar stond en het opnam tegen Zane en al die anderen.' Een glimlach verspreidt zich op mijn gezicht als ik terugdenk aan dat moment. Het moment dat letterlijk de rest van mijn leven heeft bepaald. Er trekt echter een kilte door me heen als ik denk aan de gevaren die nog voor ons liggen. Noah en ik hebben de anderen niets over Lindseys aanhangers verteld. Iedereen heeft al genoeg aan zijn hoofd, en het zou hen alleen nog maar meer angst aanjagen. 'Essie?' fluistert James dan. Esther heft haar hoofd op en kruipt terug uit haar veilige plek tegen James' borst aan. 'Ik houd van je,' fluistert hij dan. Het voelt veelte intiem, maar we beseffen allemaal dat we op dit moment liever bij elkaar zijn dan alleen, tenminste voor zolang het nog zal duren...

~

'Belle, kom,' fluistert iemand zachtjes in mijn oor. Voorzichtig open ik mijn ogen en zie dat de anderen allemaal in slaap zijn gevallen tegen de muur of de spijlen van het balkon. Ik kijk vertederd naar Noah, wiens haar in zijn gezicht is gevallen en waarvan een lok elke keer dat hij ademt omhoog wordt geblazen, en wordt dan meegetrokken door Caden, mijn kamer in. 'Wat is er?' Ik keek om me heen. De kaarsen die overal stonden, maakten het knus en gezellig, maar aan de andere kant geheimzinnig en griezelig. Een rilling schoot door me heen toen dat tot me doordrong. 'He, Belle, kijk naar me,' fluisterde Caden zachtjes. Hij keek me onderzoekend aan en dwong me zachtjes om hem aan te kijken. 'Ben je bang?' fluisterde hij na een stilte die wel een uur leek te duren. Ik schudde meteen mijn hoofd. Ik wilde niet dat hij ook maar een seconde aan zichzelf ging twijfelen of aan onze voorbereidingen. 'Het is oke om bang te zijn, dat zijn we allemaal,' fluisterde hij nog zachter. Ik haalde even diep adem. 'Het is gewoon...' Ik stopte midden in mijn zin en begroef mijn handen toen in zijn haar. 'Ik wil niet meer denken, Caden.' Hij keek me intens aan en keek zo diep in mijn ogen, alsof hij zo al mijn geheimen wilde leren kennen, alleen wist hij alles al. Toen gleden zijn handen plotseling tergend langzaam via mijn schouders naar mijn zij en hij hield ze stil op mijn heupen. 'Belle,' fluisterde hij zachtjes. 'Lieve, prachtige, dappere Belle.' Ik voelde een blos op mijn wangen verschijnen, maar deed dit keer niet de moeite om het te verbergen. 'Caden?' fluisterde ik zachtjes. Hij had mijn ogen nooit losgelaten en keek me nu afwachtend aan. 'Ik houd van je.' Een zachte glimlach verscheen op zijn gezicht. ' Niet zoveel als dat ik van jou houd.' Heel voorzichtig hief ik een van mijn handen op en legde hem op zijn wang.  'Het zou de laatste keer kunnen zijn dat we dit zeggen,' voegde ik daar aan toe. Mijn handen begonnen te trillen. 'Belle,' fluisterde Caden. 'Nee,' zei ik boos en keek naar beneden. 'Belle,' zei hij weer. Toen ik nog steeds niet luisterde trok hij mijn handen los van zijn gezicht en hield ze in de zijne. 'Weet je nog wat ik je beloofd heb?' Ik keek haast wanhopig op. 'Dat je me nooit alleen zou laten,' zei ik fluisterzacht. Hij knikte. 'Vertrouw me. Vertrouw dat ik dat nooit zal doen.' Ik keek in zijn ogen zo helder en begon te huilen. Niet hard of snikkend maar zachtjes. Hij trok me tegen zich aan en hield me stevig tegen zich aan. Heel voorzichtig drukte hij een kus op mijn voorhoofd en ik klampte me aan hem vast alsof hij mijn anker was. Mijn rots, mijn laatste hoop, en in feite was hij dat ook. Ondanks alles wat we mee hadden gemaakt hielden we van elkaar en hadden we elkaar gevonden. Ik weet niet hoelang we daar stonden toen Luka plotseling binnen kwam stormen. 'Caden, Belle,' hij was alweer terug gestormd naar het balkon en we snelden achter hem aan. Caden greep mijn hand vast en we gingen naast de anderen op het balkon staan. Noah en Caspian wierpen me even een onderzoekende blik toe, toen ze mijn huil ogen zagen, maar zeiden niets en staarden voor zich uit naar het landschap. Want daar in de verste verte waar we de fakkels die het hek verlichten nog net konden zien, verschenen nog meer fakkels, honderden, nee duizenden. 

'Het is begonnen,' fluisterde James, en hij greep Esther nog steviger vast. Julia klampte zich aan Zane vast en Caden greep geruststellend in mijn hand. Ik keek echter niet naar onze handen, noch naar het naderende onheil. Nee, ik keek naar Noahs handen die de reling vast hadden gegrepen en wiens knokkels wit waren weggetrokken. Hij wierp een zijdelingse blik op mij en boorde zijn diep bruine ogen in de mijne. Ik keek geschrokken weg en staarde voor me uit. Onder ons begonnen de mensen te ontwaken en ontvlamden de toortsen. De mensen maakten zich gereed voor de strijd. En toen keek iedereen plotseling omhoog en klonken er opgewonden kreten. Een heldere ster zoefde door de nachtlucht en verdween in de verte. En de wens van duizenden inwoners steeg op naar de hemel en prevelende gebeden werden opgezonden. De wens van al die mensen zou hetzelfde zijn. Het zou een wens op een toekomst, een wens voor veiligheid en bovenal een wens voor vrijheid zijn. Naast me mompelden mijn vrienden ook hun wensen en ook Cadens lippen bewogen. Ik bleef echter stil staan kijken en keek toen naar Noah. Zijn onheilspellende blik was nog altijd op mij gericht en in zijn ogen zag ik de waarheid, de waarheid die mijn eigen ogen hoogstwaarschijnlijk weerspiegelden. We zouden vechten, maar Equador zou vallen en er was geen ontkomen aan......

Verkozen Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu