Perspectief Rayan:
Ik plof neer in mijn bed en staar naar het plafond. Automatisch krijg ik een glimlach op mijn gezicht als ik aan Yasmina denk. Mijn vrouwtje. Het is weer goed tussen ons. Ik dacht oprecht dat ik haar kwijt was. Ik besef hoeveel zij nou eigenlijk waard is. Ze heeft zoveel voor me gedaan. Door haar ben ik waar ik ben en haar liefde heeft me letterlijk gered. Zonder haar wordt het letterlijk mijn dood. Ik heb nog nooit zoveel van een meisje gehouden. Vroeger dacht ik wel eens dat ik verliefd was op meisjes met een dikke kont en volle lippen. Maar dat was niks. Dat was ik als een dom jochie die leefde met geen rode cent en dacht te weten wat liefde was. Ik wist het niet. Veel mensen weten het niet. En je gaat pas echt begrijpen hoe het voelt als je iemand bent tegengekomen die je zo een gevoel geeft. Maar wat ik voor Yasmina voel is onbeschrijfelijk. Ik hou van haar en ik ben tot over mijn oren verliefd op haar. Iedere keer als ik haar zie voelt het alsof ik in de wolken zweef. Iedere keer dat ze naar me lacht voelt het alsof mijn hart uit mijn borst barst. Iedere keer als ze me aanraakt voel ik tintelingen over mijn hele lichaam. Iedere keer als ik aan haar denk voel ik mezelf licht worden in mijn hoofd. Mijn hart klopt voor haar. Ik had nooit iets om voor te vechten, naast mijn moeder, maar nu heb ik het gevoel alsof ik iemand heb die ik moet beschermen en waarvoor ik moet vechten. Iemand waarvan ik kan houden en iemand die ik gelukkig kan maken. Ze is mijn leven. Ze is mijn hart.
'Rayan!' Ik sta op als ik mijn moeder hoor roepen en loop opgewekt de trap af. Mijn lach verdwijnt meteen als ik mijn moeders bezorgde gezicht zie.
'Wat is er mama?' Vraag ik bezorgd. Ze wenkt me om te zitten en ik doe snel wat ze zegt. Gespannen blijf ik haar aan kijken.
'Ik kreeg net een belletje van de dokter.' Zegt ze. Ik knik als teken dat ze door moet gaan.
'Weetje wel die keer dat ik was flauwgevallen. In het ziekenhuis hebben ze toen een MRI scan gemaakt van mijn hele lichaam.'
'Mama wat is er?' Vraag ik en ik voel mezelf benauwd worden.
'Ik heb kanker Rayan.'Ik blijf haar aanstaren en voel een hoge piep in mijn oren. Ik heb kanker. Kanker. Ze heeft kanker. Mijn moeder heeft kanker.
'Hhh...hoelang al?'
Ze kijkt me aan.
'Ik weet het al 2 weken. Ik wilde niks zeggen omdat ik niet wist hoe erg het was. Maar de dokter heeft me net verteld dat het aan het uitzaaien is en ik onmiddellijk behandeld moet worden.' Ik sta op.Ik heb kanker. Ik voel mezelf duizelig worden en voor ik het door heb val ik met een klap op de grond en wordt alles zwart voor mijn ogen.
Perspectief Yasmina:
'Rayan.' Ik tik op zijn wang en zucht opgelucht als zijn ogen langzaam open gaan. Zijn moeder belde me in paniek dat hij was flauwgevallen. Ik was letterlijk om de hoek in de supermarkt dus ik ben zo snel mogelijk naar zijn huis gerent op deze hoge hakken.
'Rayan. Hoe voel je je?' Vraag ik terwijl ik hem wat te drinken geef. Hij knijpt zijn ogen dicht en kijkt naar zijn moeder die achter me staat.
'Was het een droom? Vertel me Yasmina. Vertel me dat het niet waar is!' Zegt hij wanhopig. Ik kijk hem verward aan.
'Wat Rayan? Wat is er gebeurd?' Hij kijkt naar zijn moeder en er wellen tranen op in zijn ogen.
'Mijn moeder heeft kanker?' Zegt hij. Met grote ogen kijk ik achter me waar zijn moeder staat. Ik kijk hem weer aan.
Ik help Rayan opstaan en ondersteun hem naar zijn kamer. Wanneer hij op zijn bed zit loop ik naar zijn moeder die in de woonkamer zit. Ik neem naast haar plaats en sla mijn arm om haar heen.
'Is het waar?' Ze knikt en glimlacht zwak.
'Het komt goed. Je gaat elke behandeling nemen die nodig is. Ik betaal voor en alles je hoeft je nergens zorgen om te maken. Alles komt goed.' Zeg ik. Ze glimlacht en pakt mijn hand vast.Ik klop op Rayan's deur en loop naar binnen. Hij zit op het bed met gebogen hoofd en staart naar zijn handen. Ik neem naast hem plaats en leg mijn hand op zijn schouder. Hij slaat mijn hand weg en staat op. Ik kijk hem na als hij de kamer uit stormt. Niet veel later hoor ik de deur dicht slaan.
Ik sta meteen op en ren naar de voordeur. Ik ren naar buiten in de keiharde regen.
'Rayan wacht!' Roep ik. Hij draait zich om en kijkt me aan.
'Op wat?!' Roept hij.
'Niet weglopen! Weetje nog wat er de vorige keer gebeurde toen je wegliep. Laat het niet nog eens gebeuren alsjeblieft. Ik weet dat je pijn hebt maar ik..'
'Niet alles draait om jou!' Roept hij en hij loopt weg.
Ik kijk hem na en voel mezelf doorweken door de regen.
Ik loop snel terug naar binnen en Rayan's moeder slaat meteen een handdoek om me heen.
'Hij is weg.'