(Meneer Martin ^)
"Hallo meneer Smeds! Hoe is het ermee?" Zegt meneer Martin met nog altijd die gemene grijns op zijn gezicht.
"Meneer Martin, heel goed. Ik heb gelezen dat u mijn tegenstander wordt." Zegt pap verdacht rustig.
"Ja, dat klopt. Laten we het daar even over hebben..." Meneer Martin stapt rustig dichter en dichter naar pap toe. Het wordt zelfs een beetje eng. Hij heeft een sluwe blik op zijn gezicht staan, maar zijn ogen glimmen van woede.
Opeens slaat hij zijn beide handen vlak op tafel en buigt hij zijn hoofd tot twee centimeter van pap vandaan.
"U gaat eens goed naar mij luisteren, meneer Smeds! Ik wil en zal deze wedstrijd winnen! Ik ga er alles aan doen zodat ik niet van je verlies! Niet opnieuw!" Hij kijkt pap vuil aan, en ik zie in hun ogen dat er meer aan de hand is, dan wat er nu afspeelt. Pap lijkt er kalm uit te zien, maar ik zie dat zijn handen weer beven, dat verrraadt dat hij boos is.
"Ik kan er niets aan doen dat jij altijd verliest, Oscar!" sist pap. Ik snap niet wat de woorden betekenen, maar bij meneer Martin heeft het wel wat los gemaakt. Hij vliegt mijn vader naar de keel en geeft hem een slag tegen zijn kaak.
Al die tijd had hij me niet opgemerkt, maar doordat ik hevig schrik en een kreet mijn mond ontsnapt, kijkt hij nu mijn kant op.
"Je trekt je voor volgende volle maan uit de wedstrijd! Of anders volgt er wat!" Sist hij terug tegen pap, daarna stormt hij naar buiten, en in zijn haast stoot hij een hoop schoenendozen om. Hij vloekt binnensmonds en loopt de winkel uit.
Ik haast me naar pap om te zien hoe het gaat. "Gaat het wel, pap?"
"Jaja, hoor. Haal me gewoon een natte handdoek voor mijn kaak." Ik rep me naar de keuken en zie dat Toph daar bang zit te kijken.
"Wat is er allemaal in de winkel gebeurd? Ik hoorde geschreeuw en dan een klap en iets dat viel. Is alles oké daar?" Zegt Toph angstig.
"Jaja, rustig maar. De tegenstander van De Koninklijke Wedstrijd heeft pap een.. euhm...bezoekje gebracht. En in zijn terugkeer heeft hij per ongeluk een paar schoenendozen omver getrapt. Maar niks om je zorgen om te maken. Ga jij anders nog even naar de slager om vlees voor vanavond te halen. 400 gram gehakt en 150 gram ham." Ik neem wat geld uit het kastje, geef hem een zak en woel eens door zijn haar. Ik zet dan de beste glimlach die ik kan vinden op en gebaar dat hij mag vertrekken.
Zodra hij de deur uit is, maak ik een handdoek nat en ga naar pap. Hij is ondertussen de schoenendozen terug aan het stapelen.
"Wat was dat allemaal?" Vraag ik nieuwsgierig
"Niets, ga jij maar verder werken. Er is nog werk genoeg voordat de koning en prins komen. Begin maar met de berging op te ruimen, zodat ik makkelijk alles kan pakken als ze hier zijn."
Geïrriteerd loop ik weg. Waarom wil hij niets zeggen? Is het zo'n groot geheim wat tussen hen afspeelt?
Ik duw de deur open van de berging en zucht. Pap heeft gelijk, het is echt de grootste rommelboel die je gezien hebt. Schoenendozen staan overal in elk hoekje op elkaar gezet, rollen stoffen zijn overal geduwd waar plaats is. Oud materiaal ligt overal in open dozen op schappen. Pff, hier zal ik nog wel even aan bezig zijn. Ik begin te sleuren aan de dozen met oud gereedschap. Na enkele dozen, ben ik al uitgeput en sta ik goed te hijgen. Die dozen zijn zwaarder dan ik had gedacht.
Nadat ik enkele rollen eruit had gehaald, valt mijn oog op een oud naaimachine.
Mijn naaimachine! Ik had het toen ik klein was gekregen van pap, het was weliswaar een afdankertje, maar ik was er superblij mee! Ik kreeg alle stofjes die pap niet meer gebruikt en ik maakte allerlei kleine dingen, zoals lintjes voor in mijn haar of kleine tasjes.
Ik neem de naaimachine op en ga ermee naar het bureau in ons huis. Eigenlijk is het paps bureau, maar ik gebruik hem ook soms. Ik zet mijn naaimachine erop en ga terug naar de berging en pak een mooie stof, een oud gouden. Ik pak ook een van de oude scharen en ga terug naar het bureau. Ik wil beginnen met knippen als ik me herinner dat ik een plakboek bijhield vol met ontwerpen.
Ik ga naar boven naar mijn kamer en zoek onder mijn bed naar de doos. Ik doe hem open en herinneringen komen als vlindertjes naar boven. Ik bekijk de oude foto's die erin zitten. En dan zie ik hem, de foto van mij in de eerste klas. Hij was getrokken op het toonmoment voor de ouders. Ik trek een gekke smoel en draag een raar pakje. Het is eentje vol glitters en een paar vleugels aan de achterkant, het moest een glitterfee voorstellen... Het is eigenlijk meer glitter dan stof, maar ik was er natuurlijk heel trots op.
Zo zit ik daar nog een lange tijd totdat ik een deur hoor opengaan.
"Ben thuuuiiis, Beth!" Hoor ik mijn broertje roepen.
"Ik kom eraan!" Roep ik terug. Ik doe alles rap terug in de doos, maar houd mijn oud plakboek eruit. Ik donder de trap de af en leg alles snel op de bureau.
"Alles gevonden?" Vraag ik Toph.
"Ja! 400 gram ham en 150 gram gehakt!"
"Ha ha ha, Toph. Heel grappig."
"Wacht, wat? Wat is er zo grappig?" Vraagt hij onzeker.
"Ik weet wel dat je een grapje aan het uithalen bent. Je moest 400 gram gehakt en 150 gram ham meebrengen."
"Uhm, wat....? I-Ik h-heb dat toch m-misschien niet z-zo goed geluisterd..."
"Meen je het?" Roep ik uit voor heel het huis.
"S-Sorry! Sorry het was per ongeluk, ik was er niet z-zo goed bij mijn gedachten bij."
"Nee sorry, ik had niet zo mogen uitvallen. Het spijt me." Ik geef hem een kus op zijn hoofd.
"Maar, ehm, kan jij de berging in de winkel verder opruimen? Ik was er aan begonnen, maar... ja. Wil je dat alsjeblieft doen? Dan maak ik ondertussen het eten klaar."
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat denken jullie ervan? Wat is Meneer Martin van plan? Laat iets weten in de comments ;)
Als je het een beetje leuk vond, klik dan het sterretje aan en comment!
Thank you 4 reading x
(herschreven)
JE LEEST
De koninklijke Wedstrijd
Romance"Mam, vind jij dit een grote kans?" Vraag ik twijfelend. "Ja!" Ik zie de dromerige blik in haar ogen, "Ik zou er alles voor over hebben om in het paleis te gaan wonen?" Ik kan mijn ouders echt niet vertellen dat ik er niet wil gaan wonen, door één p...