Pfff, zoveel dat er kan misgaan. Dit is dus waarom ik niet in bet paleis wil gaan wonen. Er zal altijd superveel stress zijn en ik kan echt niet met stress omgaan.
Ik kijk nog eens rond in de winkel en zie dat ze het zonder mij er toch nog aardig goed vanaf hebben gebracht.
Knarsetandend kijk ik naar mijn gezin. Mijn papa lijkt de rust zelve. Hij staat er maar alsof hij elke dag iemand van zo'n hoge functie verwacht. In tegenstelling tot mijn broertje. Hij springt ter plaatse op en neer, van zijn ene voet naar de andere. Ik word er gek van. Maar mam is ook niet veel beter, je ziet gewoon aan haar mimiek dat ze zenuwachtig is.
En opeens hoor ik de trompetten.
En gejuich.
Van mensen.
Mensen die speciaal op de straat zijn gaan kijken om een glimp op te vangen onze bestuurders. Die mensen zijn raar. Waarom zou je dat nu willen doen. Elkaar duwen en trekken om hopeloos een goede positie te krijgen om een glimp van hen op te vangen.
De trompetgeluiden worden alsmaar luider en even later zie ik de koninklijke koets, die ik een paar dagen eerder had gezien, voor onze deur stoppen. Ik haal eens diep adem en zet een glimlach op mijn gezicht. Het minste wat ik kan doen. De deur wordt opengedaan door een butler en ze stappen een voor een uit. De koningin is er niet bij. Waarom niet? Is ze hier niet belangrijk genoeg voor? Pff, domme monarchie.
"Welkom Koning Cyrillus en Prins Jayden. Het is een grote eer dat wij u mogen ontvangen!" Begint mijn vader.
"Ja, vind ik ook!" Stemt mijn moeder in en ze geeft hen ook een hand. "Hallo! Ik ben Toph! Aangenaam kennis te maken!" Zegt mijn kleine broer opgewekt, terwijl hij nog altijd aan het springen is. Ik rol mijn ogen, goede eerste indruk Toph.
Ik ga naar hen toe en maak een reverence. "Koning Cyrillus en prins Jayden." Zeg ik er met een hoofdknik bij. Ik kijk iets langer naar prins Jayden om te zien of hij mij herkent en of hij iets meer gaat zeggen. Maar blijkbaar is dat teveel gevraagd.
Hij kijkt mij aan alsof ik lucht ben en gaat dan naar verder naar mijn ouders. Ik blijf verbluft achter maar herpak me snel. Als jij het spelletje zo wil spelen, dan spelen we het zo.
"Dus meneer Smeds," begint de koning, "U werkt voltijds in de winkel?" "Ja. Ik run deze winkel al bijna twintig jaar lang en ik herinner mij de dag nog dat ze open ging!" Zegt hij met een dromerige blik in zijn ogen.
"Ja, ik ook. Het was een heel speciale dag voor ons allebei. Nou ja, alle drie. Elizabeth was toen ook al geboren. Ze was net geen één jaar." Alle hoofden draaien zich om naar mij. Ik geef hen een flauw glimlachje en kijk naar de grond. Als ik weer opkijk zie ik dat prins Jayden nog naar mij zit te kijken. Hij heeft een mysterieuze blik op. Ik probeer hem te peilen, maar het lukt niet zo goed. Waarom kijkt hij zo raar? Is het omdat hij nu mijn naam weet, of omdat hij in mijn huis is. Of omdat ik er zo mooi uitzie?
Ja, zeker en vast dat laatste.
Het gesprek gaat voort, maar ik heb niet echt zo veel te zeggen. Niet dat ik het wil, ik vind het best zo. Het gesprek gaat over de winkel, hun leven en nog andere bla bla bla. Ik sta er heel braafjes bij en knik vaak. Maar op den duur begint het wel saai te worden. Het gesprek is nu op een niveau gekomen dat ik er helemaal niets van snap, dus sta ik er eigenlijk maar voor de sier bij. Ik laat een zucht ontsnappen en fluister dan tegen mama dat ik water ga halen in de keuken. Ik excuseer mij, maak een reverence en wandel naar de deur. Ik neem mijn glas van tafel en hou het onder de kraan.
"Dag Elizabeth!" Zegt Jayden opeens. Van de schrik laat ik mijn glas in de pompbak vallen en water stroomt nu over mijn handen. "Jayden!" Roep ik gefrustreerd uit.
Snel doe ik de kraan dicht en werp hem een boze blik.
"Waarom deed je dat? Ik heb nu wel water verspild!" Zeg ik hem boos. "Ooh, die paar druppeltjes komaan." Zegt hij al lachend.
"Een paar druppeltjes? Meen je het? Dat was een heel glas dat verspild is, Jayden!"
"Och ja, een glas. Wat maakt het uit." Zegt hij schouderophalend.
Vol ongeloof staar ik hem aan. Die gast is verwaand. "Weet je, het maakt veel uit. Water is duur voor ons, hoor. Wij komen elke maand maar net rond met alles dat we moeten betalen. Belastingen, stromend water, elektriciteit, kleding, eten, stoffen, vervoer en nog meer! Voor jou was dat glas verspild water maar niets. Maar voor ons is dat wel veel! Wij kunnen niet alles krijgen zoals jij dat in een vingerknip kan. Wij moeten ervoor werken. Wij lijden voor ons eten en gaan door moeilijke dagen. In de winter zijn er soms maanden dat we geen elektriciteit hebben, omdat de prijzen in de winter stijgen. We zitten dan allemaal rond een paar kaarsen in het huis om het een beetje warm te krijgen."
Ik moet echt moeite doen om mijn stem niet te verheffen. Wie denkt hij wel dat hij is?
"Ah, dus jij denkt dat ik nooit voor iets moet werken? Dat ik nog nooit stress hebt gehad om iets af te maken. Dat ik nooit druk voel van andere mensen op mij? Dat is wat je denkt, eh. Dat ik een verwende prins bent die alles heeft wat mijn hartje verlangt." Kaatst hij terug. Hij zegt het vrij rustig, maar zijn ogen staan vol woede.
"Ja, dat denk ik. Jij hebt nog nooit zo moeten werken als ons. Jij hebt in heel je leven nog nooit een pink uitgestoken om je eigen eten te maken, om je eigen kleren te maken, om ervoor te zorgen dat er geld in het laatje komt. Jij hebt geen idee hoe het is om hier als mij te leven!" Die laatste zin kwam er iets harder uit dan bedoeld, en Jayden is een paar stappen achteruit gegaan. Ik kruis mijn armen en wend mijn gezicht af van dat verwend nest.
Het is even stil maar al snel heeft Jayden een antwoord klaarstaan.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
HEY
Yup, i know, mijn hele planning is om zeep van elke zondag een hoofdstuk te posten, maar ik zweer het op mijn (verstrooid) hoofd dat ik nu beter mijn best ga doen!
Vote en comment pls x
JE LEEST
De koninklijke Wedstrijd
Romance"Mam, vind jij dit een grote kans?" Vraag ik twijfelend. "Ja!" Ik zie de dromerige blik in haar ogen, "Ik zou er alles voor over hebben om in het paleis te gaan wonen?" Ik kan mijn ouders echt niet vertellen dat ik er niet wil gaan wonen, door één p...