14. Ongepland

51 7 3
                                    


Ik keer pas 's avonds laat terug naar huis en het is dus al donker en ik zie bijna niets

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik keer pas 's avonds laat terug naar huis en het is dus al donker en ik zie bijna niets. Als ik mijn straat indraai, hoor ik een dof geluid. Ik kijk angstig om me heen, maar kan niets zien. Ik wil verder lopen als ik weer zo'n geluid hoor. Nu begin ik toch wat bang te geraken. Ik stap dichter naar de huizenkant en niet meer in het midden van de straat. Ik wil verder stappen als ik opeens een schim mijn kant zie lopen. Ik druk me tegen de huizen om niet gezien te worden. Ik hou mijn adem in en sluit mijn ogen. Ik hoor hoe de voetstappen luider worden en dichter komen. 


Ik blijf roerloos staan, hij mag me niet opmerken. De voetstappen worden weer stiller. Ik haal opgelucht adem en ik besef dat ik sta te trillen op mijn benen. Ik wandel heel langzaam verder, me nog altijd tegen de huizen geduwd. Ik ben bijna bij mijn huis als ik weer een schim op me af zie komen. Ik druk me zo dicht als ik kan tegen de huizen, maar deze schim komt veel sneller af. Ik hoor de voetstappen met de seconde luider worden. De lantaarnpalen geven niet veel licht en bieden dus niet veel help. Dan schiet er me iets te binnen. Wat als die schim nu ook een geweer bij heeft? Ik hoor de voetstappen alsof ze naast mijn oren lopen. En abrupt houden de voetstappen op. Ik hoor niets meer. Ik doe een oog open en slaak dan een kreetje van schrik.

"Stil! Straks horen ze je nog, wil je echt gepakt worden?" Fluistert de schim die voor me staat. Ik kan bijna niets zien, maar ik hoor dat het een man. Ik krijg mijn adem niet onder controle en begin te hyperventileren."A-alsjeblieft. D-doe me n-niets aan. Ik heb niets m-misdaan!" Weet ik eruit te persen. De man voor me laat een zucht ontsnappen. "Hoe kan ik je ooit iets aandoen als je Starlight kent? En ook nog sprekend op haar lijkt." Ik ben gestopt met hyperventileren, maar ik druk mijn handen nog altijd tegen mijn borst. Wat? Wie is Starlight?


"Uhm, sorry. W-wat bedoelt u?" Vraag ik angstig.In het kleine beetje licht van de maan die door de wolken is doorgebroken, zie ik dat hij me onderzoekend aankijkt. Hij laat zijn ogen over mij glijden en kijkt dan terug in mijn gezicht. Ik voel me heel ongemakkelijk en kijk naar mijn schoenen.

"De ketting." Wijst hij. Ik kijk hem onbegrijpend aan. Wat is er mis met mijn ketting?"Die was van Starlight." Gaat hij verder. Hoe kan dat? De ketting was van mijn oma! Niet van Sta-... Is mijn oma... Starlight? Ik snap er niets van. Mijn oma heette Jaqueline, niet Starlight. "H-hoe ken je Starlight eigenlijk?" Probeer ik zo dapper mogelijk te vragen, wat duidelijk mislukt. Hij kijkt neemt me weer helemaal in hem op en grinnikt dan even.

"Starlight was mijn.." Hij denkt zorgvuldig na over de woorden die hij moet zeggen, "mijn mentor." Zegt hij dan uiteindelijk. 

"In w-wat?" Als hij nu taal zou zeggen, zou ik het misschien begrijpen, ze was namelijk leerkracht taal in de lager school. "In van alles." Zegt hij simpelweg. "Maar ik moet nu doorgaan, juffrouwtje, maar ik ben er zeker van dat we elkaar nog zullen zien!" Zegt hij er nog met een knipoog achter. En alsof dat nog niet genoeg is, maakt hij ook nog een buiging voor me. Ik sta helemaal versteld en zo rap als hij was gekomen, is hij nu ook weg. Ik sta daar nog enkele seconden, maar besef dat het niet zo veilig hier buiten op straat is. Als Jaco mij nu zou zien... Terwijl ik tegen hem heb gezegd dat hij niet buiten mocht op straat als het zo donker is. In gedachten verzonken over Jaco steek ik de straat over. 

Opeens uit het niets, voel ik handen rond mijn middel die me meesleuren naar achter. Ik probeer te schreeuwen, maar de persoon houd zijn hand voor mijn mond. De krachtige handen sleuren veel te ver mee dan ik wil. Ik hoor meerdere voetstappen en meerdere handen sluiten zich rond mijn handen en lichaam.

"Laat haar los!" Roept opeens iemand. Ik kijk rond me, maar ik kan niets zien. De persoon die het heeft geroepen staat achter mij en mijn kidnappers.

"Zie ik zei toch dat het zou werken!" Sist iemand iemand die me vast heeft tegen een andere.

"Ik zei: laat haar los!" De stem achter ons klinkt nu bozer en dreigender. Ik snap niet wat er aan het gebeuren is en probeer me nog altijd uit hun greep te bevrijden, maar ze zijn sterker. "Dat dacht je maar, Hadsadah! Jij geeft je over en zegt waar jullie schuilplaats is of zij hier gaat eraan. Zorg dat je de juiste beslissing neemt!" Zegt degene die me nog altijd vast heeft met een gemeen lachje erbij. 

Ik kan echter niet lachen. Ik schop zo hard als ik maar kan en probeer heel luid te schreeuwen, maar het lukt niet. Ik kan niet weg, ze hebben me te hard vast. Ik voel hoe de handen hun greep op mij versterken en ik denk niet dat ik hier zonder blauwplekken ga uit geraken, als ik hier al uit geraak. 

Ik geef het bijna op als ik opeens een gedempt geweerschot hoor. En nog een. De volgende momenten gaan allemaal zo snel, dat ik niets besef dat het echt is. De greep rond mijn linkerarm verslapt en niet veel later ook die rond mijn rechterarm. Ik gebruik mijn armen om wild rond me heen slaan en ik probeer mijn aanvallers van me te krijgen. Eentje laat mijn been los, wat me de kans geeft om hem in zijn gezicht te trappen. Die smakt met een bloedneus neer op de grond.

"Starlight, sta verdomme nu eens stil!" Roept die boze stem weer. 

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Hello lieve lezers! 

Dankje om te lezen en als je het goed vond, klik dan even op het sterretje 

XXX

De koninklijke  WedstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu