Een vermoeide kreun verlaat mijn mond zodra ik probeer op te staan. "Nasser!" Roep ik geschrokken uit als ik hem op mijn bed tref. Langzaam openen zijn ogen en fronst hij even. "Waarom gil je altijd zo vrouw" zucht hij en sluit zijn ogen weer. Wat moet ik hiermee? Ik sla mijn satijnen badjas om me heen en stap dan in mijn pantoffels. Met een grijns open ik de gordijnen en schijnt de zon fel de kamer in. "Oef hayat" zucht hij en gooit een kussen mijn kant op. Ik grinnik en gooi diezelfde kussen terug. "Je wilt spelen he" hij slaat het deken van zich af en komt uitdagend voor me staan in slechts een short. "Dat dacht ik al" mompelt hij als ik geen woord meer uitbreng. Hij grijpt naar zijn badjas en verlaat de kamer. Geïrriteerd ruim ik de troep op en open de ramen. "Waar is het ontbijt?" Roept hij vanuit de keuken. Fijn krijgen we dat gezeik weer. "Ik ben zoals je zag ook net wakker geworden oh grote koning." Verbaasd kijkt hij me na als ik de keuken weer uitloop. "Met wat ben ik in hemelsnaam getrouwd?" Zucht hij geïrriteerd. "Ik ben degene die zich dat moet afvragen!" Roep ik verontwaardigd.Na een paar uur
De laatste dingetjes zijn uitgepakt dus kan ik me nu aan gaan kleden. Na een tijdje kies ik voor een strakke jurk met een kimono erbij. Het is mooi weer dus zoek ik naar een lichte kleur hoofddoek. Souf, hanane en de rest hebben veel dingen voor vandaag gepland. We zijn lang niet meer als groep wat gaan doen en daar wilde we verandering in brengen. Net wanneer ik mijn foundation wil aanbrengen op mijn gezicht staat Nasser me met opgetrokken wenkbrauwen aan te kijken. "Voor wie maak jij je op? En in welke kleding was jij van plan weg te gaan!" Zuchtend leg ik mijn foundation weer neer en draai me dan naar hem om. "Mijn vriendinnen en ik gaan uit" als ik de jongens ook had genoemd, zou hij zme bevelen thuis te blijven. Hij wrijft kort over zijn geschoren baard en kijkt me doordringend aan. Uit het niets grijnst hij. "Ik ga mee." Mijn ogen sperren wijd open. "Dat had je gedacht" lach ik. Met mijn kwast breng ik de foundation aan en grinnik nog een keer om zijn uitspraak. "Let jij maar op" en zo verliet hij de kamer. Na mijn make up doe ik mijn hoofddoek op en loop de trap snel af. Hij zal vast nog niet klaar zijn dus is dit mijn kans om weg te gaan. Ik gris snel mijn hakken uit de kast en trek ze vlug aan. Met een glimlach pak ik mijn tasje en open ik trots de deur. "Ah mooi je bent klaar" grijnst Nasser breed terwijl hij de autodeur voor me openhoudt. Hij heeft een korte donkergrijze broek aan met een polo shirt waar zijn spieren goed in te zien zijn. Dit kan hij niet menen. "Nasser ben je serieus? Je kan niet als enige man met meiden zijn!" Hij lacht eventjes en kijkt me weer serieus aan. "Ik kom niet onder een steen vandaan liefje ik weet dat die jongens mee gaan." Ik besluit niks meer te zeggen en in te stappen. "Je ziet er mooi uit" merkt hij dan op. "Geef je me nou een compliment?" Vraag ik verbaasd. "De eerste en de laatste keer." Wat een aansteller. "Dankjewel jij ziet er ook goed uit" negeer ik zijn opmerking en kijk weer uit het raam. Zodra we geparkeerd staan stappen we beide uit. Ik trek hem nog snel terug als hij al wilt gaan lopen. "Alsjeblieft zet me niet voorschut en gedraag je!" Hij knikt en plaatst zijn hand op mijn onderrug. Bij ons tafeltje aangekomen zie ik iedereen al zitten alleen komen twee gezichten me niet bekend voor me. De één staat al op en steekt zijn hand uit. "Ayoub aangenaam, de vriend van souf" net wanneer ik zijn hand wil aannemen trekt Nasser mijn hand weer terug. "Hayat" knik ik dan maar. De ander blijft verstandig zitten en stelt zich voor met een scheve glimlach. "Marouan de vriend van Ilias" kucht hij snel. Ik knik glimlachend en neem plaats naast mijn man. Het is reuze gezellig. De mannen praten door elkaar heen alleen hoor ik Nasser niet. Afwezig zit hij achter zijn telefoon te appen. Mijn hand plaats ik op zijn been wat hem doet opkijken. "Wat is er?" Hij schudt zijn hoofd langzaam en glimlacht lief. "Niks alleen een beetje moe" ik geloof er niks van. Zachtjes schop ik Soufian onder de tafel en wenk dan dat hij met Nasser een gesprek moet starten, hij begrijpt de hint en spreekt hem al snel aan. De twee raken in een gesprek en trots kijk ik naar Nasser. Ik begin gevoelens voor deze man te krijgen. Nasser wordt ineens gebeld waarna hij zich excuseert en naar een rustig plekje loopt. Vreemd volg ik hem met mijn ogen. Na enkele minuten komt hij terug en pakt hij zijn jas. "Ik zie je vanavond" hij kust me op de wang groet de rest en weg was hij. Stomverbaasd kijk ik de rest aan. "Laten we ook maar gaan" deelt Leila mee.
Met z'n alle lopen we in het centrum. Ze kunnen zich voor geen meter gedragen.Na een lange en gezellige dag wordt ik thuis afgezet door Ayoub en Soufian. Ik was namelijk met Nasser gekomen alleen is hij vertrokken met de auto. Ik knuffel Souf en geef Ayoub een hand. Ik zwaai ze nog uit en betreed dan mijn huis binnen. Mijn schoenen berg ik netjes op in de kast en mijn jas hang ik op. Nasser is niet thuis. Vreemd? Ik bel hem op en zet hem op de speaker. Na een paar keer overgaan krijg ik zijn voicemail. Ik probeer het opnieuw en dit keer gaat het gelijk door naar zijn voicemail. Hij heeft zijn telefoon uitgezet. Die is nog niet jarig als hij thuiskomt. Na wat gegeten te hebben loop ik mijn kamer in waar ik mijn kleding uit doe en weer in de kast leg. In de badkamer veeg ik met een reinigingsdoek het overige make up eraf en poets mijn tanden. Ik doe een slaapjurkje aan en spring op het grote bed. Heerlijk. Niet lang erna val ik in een diepe slaap.