Het matras zakt in en niet lang daarna voel ik een arm om me heen. Geschrokken draai ik me om en zie Nasser liggen. "Waar was jij?" Vraag ik hem slaperig.
"Bij een vriend" antwoord hij kortaf. Ik besluit het hierbij te laten, ik pak hem later wel aan. Ik draai me om zodat ik met mijn rug naar hem toe lig en probeer terug in slaap te vallen. Slapen gaat het toch niet worden dus stap ik voorzichtig uit bed om Nasser niet wakker te maken. "Waar ga je naartoe?" Vraagt hij hees. Uit schrik stoot ik iets om. "Moet je me altijd laten schrikken!" Sis ik geïrriteerd terwijl ik het licht aan doe. "Moet je altijd zo lomp zijn?" Grinnikt hij en wrijft in zijn ogen. Ik reageer er niet meer op en doe mijn pantoffels aan. Net wanneer ik de kamer wil verlaten houdt hij me tegen. "Wacht ik ga met je mee, slapen lukt mij ook niet." Verveeld leun ik tegen de kast en wacht tot hij komt. Hij trekt een hemd aan en loopt langs me de trap af. Dus ik wachtte op hem en hij gaat zonder mij? Ik volg hem naar de woonkamer en zoek een dekentje. Als ik er eentje heb gevonden loop ik terug naar de bank waar hij ligt. Hij spreid zijn armen zodat ik bij hem kan liggen. Het dekentje is net groot genoeg voor ons beide. Een luide donder verbreekt de stilte. "Ben je bang voor onweer?" Hij tilt mijn kin omhoog zodat hij me aan kan kijken. "Nee hoezo" kat ik hem af. Ik sta op en loop naar de keuken. Ik mag niet verliefd worden. Hij zal nooit van mij houden en ik weet dat het mij zal kwetsen als ik wel van hem houd. Ik zet mijn ellebogen op het aanrecht en verberg mijn gezicht in mijn handen. Ineens voel ik zijn warme adem in mijn nek. "Waarom doe je zo?" Fijn wat ga ik nu tegen hem zeggen, ik wil niet van je gaan houden? Zijn volle zachte lippen laten een spoor achter in mijn nek. Nog even en ik geef me helemaal aan hem over en dat mag mooi niet gebeuren. Met mijn hand duw ik hem rustig weg. "Ik ga slapen" zucht ik. Net wanneer ik weg wil lopen houdt hij me tegen. Hij duwt me tegen de muur en plaatst zijn handen naast mijn hoofd. We kijken elkaar secondeslang recht in de ogen aan. "Kan je weggaan alsjeblieft" piep ik er net nog uit. Hij grinnikt met een grijns en komt dichterbij. Hij schud zijn hoofd langzaam en likt zijn lippen. Houd je in hayat. Op dat moment gaat er een telefoon af, godzijdank. Nasser verroert zich nog steeds niet en kijkt me intens aan. "eh zou je niet op moeten nemen?" Hij kijkt me nog een paar tellen aan en gromt dan geïrriteerd als het zijn telefoon is die afgaat. Logisch wie zou mij nog rond dit tijdstip bellen, that's right niemand. "Ja? Nu Oke ben onderweg" hij hangt op en komt weer mijn kant op. "Er is iemand neergeschoten in het pand ik zie je morgen" hij geeft me een kus op mijn wang en rent dan de trap op. Ik moet nog even beseffen wat er zojuist is gebeurd. Snel ga ik de trap ook op naar onze kamer waar hij zijn broek verwisselt. Wat een knappe man heb ik.
"Ik ga mee" zeg ik vastbesloten en doe mijn kleding uit. Verbaasd kijkt hij me aan. Hij staart voor even naar mijn bh en slip. "Hayat je blijft hier." Ik negeer hem volledig en trek mijn spijkerbroek aan. "Hayat!" Roept hij boos. Geschrokken kijk ik hem aan. "Jij blijft hier hoor je me?" Zegt hij iets kalmer. Ongelovig staar ik hem aan. "Ik ga mee!" Ga ik tegen hem in. Hij zucht geïrriteerd en doet zijn zwarte Nike tech trainingspak aan. Snel gaat hij met zijn hand door zijn haar en komt dan weer mijn kant op. Hij tilt me in één keer op en zet me neer op het bed. Dan kijkt hij me even aan en trekt vervolgens mijn broek uit die hij teruglegt in de kast. Verbijsterd kijk ik wat hij allemaal doet. Hij lacht tevreden en rent de trap weer af. Snel bel ik Hanane op die gelijk opneemt, wat doet zij nog wakker? "Hanane geen tijd voor een gesprek kom zo snel mogelijk naar mijn huis!" Snel hang ik op en grijp naar mijn zwarte trainingspak. Leuk we matchen ook nog. ik pak nog een zwarte hoofddoek. Waar blijft ze nou? Ik pak mijn tas waar ik belangrijke spullen in stop. Mijn telefoon gaat af, het is Hanane. "Ik sta buiten!". Zodra ik bij hanane in de auto zit geef ik gelijk aan waar ze naartoe moet gaan rijden. Nasser had me ooit meegenomen naar het pand, of nou eigelijk een parkeerplek voor het pand ik mocht namelijk niet naar binnen. Na 10 minuten ongeveer is het pand in zicht. We stoppen op een veilige afstand en stappen dan uit. Ik leg haar kort uit wat we gaan doen en hoe we het gaan doen. Zij blijft bij de auto zitten en houdt in de gaten of er iemand in mijn buurt is, als dit het geval is belt ze me en zoek ik een schuilplek. Een geweldig plan is het niet maar we moeten het er maar mee doen. Mijn capuchon trek ik goed over mijn hoofd heen en mijn telefoon verstop ik in mijn zak. Net voor ik wil vertrekken houdt Hanane me tegen. "Wees alsjeblieft voorzichtig" fluistert ze bang maar probeert het niet te laten merken. Moedig knik ik en kijk goed om me heen, er is niemand vreemd.
Met mijn rug gebogen ren ik naar de deur en schuil me erachter als ik stemmen hoor. Shit ik heb helemaal niets mee om mezelf te verdedigen. Ik voel mijn telefoon trillen, er is iemand gekomen. Voorzichtig kijk ik weer om me heen en zie inderdaad twee auto's parkeren. Er stappen een aantal bewapende mannen uit. Ze laden hun geweren en lopen dan richting het pand. Ik had moeten luisteren naar Nasser ik hoor hier niet te zijn. Een paniekerig gevoel overspoelt me. Als de mannen steeds meer in mijn buurt komen besluit ik het risico te nemen en naar binnen te gaan. Op dat moment word ik hard naar achter getrokken en dempt er een hand mijn gegil. Ruw draait diegene me om en kijken twee bruine ogen me aan. Zijn bivakmuts bedekte zijn gezicht alleen zag ik net nog zijn litteken bij zijn oog. Nasser heeft er ook eentje bij zijn wenkbrauw bedenk ik me ineens. "Wie ben jij en hoe ben je hier gekomen!" Gromt hij boos. "Ik ben hayat de vrouw van Nasser!" Sis ik boos terug en ruk mezelf los. Hij fronst. "Heeft hij jou meegenomen?" Wat een idioot. "Nee ik ben hem achterna gegaan!" Hij knikt bedenkelijk "ik ben Adil" hij kijkt weer ernstig als er luide schoten worden gelost. Hij trekt me weer naar zich toe en duwt mijn kin omhoog. "Luister goed naar me, je kan nu niet naar Nasser gaan je moet bij me blijven."
Hij houdt mijn hand stevig vast en neemt me mee. Nog net ontwijkt hij een kogel en gaat beschermend voor me staan. Hij pakt zijn wapen erbij en schiet op degene die schoot. Hij drukt een wat kleiner wapen in mijn handen en legt snel uit hoe het in z'n werk gaat. Hij geeft me veelbetekenende blik en houdt dan mijn hand weer stevig vast. Ik hoor meerdere schoten en het geschreeuw wordt luider. Ik kan alleen nog maar aan Nasser denken. Adil schreeuwt het uit als er in zijn been wordt geschoten. "jij daar draai je om!" Schreeuwt een onbekende man. "Hayat ren" fluistert Adil moeilijk. Ik kan hem hier niet achterlaten. Ik hou mijn geweer omhoog en schiet op de man. In één keer raak. "Sow je kan er wel wat van" grinnikt hij. Ik glimlach tevreden en help hem omhoog. Ik duw hem rustig tegen de muur en bekijk de wond die maar blijft bloeden. "Hayat ga ik red me wel" ja dat gaat het niet worden pff wat moet ik nu doen? Ik hurk naar de lengte van zijn been en doe mijn hoofddoek af. De sjaal wikkel ik om zijn bloedende been. Snel doe ik mijn capuchon op en sta weer rechtop. Hij kijkt me dankbaar aan. "Nasser zal vast blij met je zijn" glimlacht hij zwakjes, hij moest eens weten. Ik doe zijn arm om mijn nek heen zodat hij op me kan leunen en er dus minder gewicht op zijn been is. "Hier rechtsaf" ik knik en ondersteun hem. We houden halt voor een ijzeren deur. Ik ken deze deur maar al te goed. De plek waar ik werd neergeschoten. Hij bonkt een paar keer op de deur. "Wie?!" Hij draait geïrriteerd met zijn ogen. "Je moeder! doe open!" Tot mijn grote verbazing gaat de deur ook open. Ik zie meerdere mannen. Een paar herken ik. Met mijn ogen zoek ik naar Nasser. Hij hinkelt naar binnen en trekt me met zich mee. "Waar is Nasser?!" Brult Adil luid als wij beide hem niet zien. "Die is net naar de eerste verdieping gegaan. Pablo zoekt weer problemen en wilde Nasser hebben!" Roept de één gestresst. In een handomdraai laat ik Adil los en sprint terug. Hij roept me nog na maar ik ga niet terug, niet zonder Nasser. Ik ren de trap af en kijk of de kust veilig is. Aan de overkant staat een container waar ik me kan verstoppen.Nog een keer kijk ik naar links en rechts en sprint dan naar de overkant. Nasser waar ben je??
Wonder boven wonder hoor ik zijn stem. Ik kijk achter het muurtje en zie hem daar staan, alleen?
Ik probeer te horen wat ze zeggen maar ik versta niks. Om het beter te horen ga ik iets meer naar voren en vloek zachtjes als er wat omvalt. Gelukkig niemand merkte het. Zodra ik weer opkijk zie ik dat Nasser onder schot wordt gehouden. Nu of nooit Hayat. Ik check mijn geweer en de kogels. Vastberaden sta ik op en loop naar de man die hem onder schot houdt. Pas als ik achter hem sta met mijn geweer op hem gericht ziet iedereen me. Iedereen pakt zijn geweer en richt op mij. "Hayat!?" Roept Nasser geschrokken. De man die ik onder schot hou lacht. En draait zich naar mij om. Nu richt ik precies op zijn voorhoofd. "Dus dit is je meisje Hmm?" Geïrriteerd rol ik met mijn ogen terwijl ik vanbinnen dood ga van de angst. "Laat je wapen vallen." Sis ik boos tegen hem. Hij trekt een wenkbrauw op. "Je hebt een grote mond voor een kleine meid." Hij lacht weer hard en kijkt dan naar zijn mannen. Ik zie mijn kans schoon en schop hard tegen zijn geslachtsdeel. Hij schreeuwt het uit en grijpt pijnlijk naar zijn zere plek. Snel pak ik zijn gevallen wapen van de grond en richt nu met twee pistolen op hem. Ik heb Pablo onder schot. "Sta daar niet zo stelletje malloten en kom me helpen!" Schreeuwt hij tegen zijn mannen die daar maar stonden te kijken. Hij wenkt naar eentje die naar mij moet komen. Met een grote grijns gaat hij achter me staan. Iedereen heeft elkaar onder schot. Ruw trekt hij mijn capuchon van mijn hoofd en maakt hij mijn haar los. "Raak me niet aan!" Gil ik. Hij geeft me een goeie stomp in mijn buik waardoor ik ineen krimp. Hij slaat mijn pistool uit mijn handen en raapt het op. "Je moet uitkijken met wie je zo speelt meid!" Roept hij. De pijn in mijn buik maakt de situatie er niet beter op. "Laat haar los!" Brult Nasser kwaad. Pablo lacht en wenkt nog een keer naar de man die me stevig vasthoudt. Hij bijt in mijn oorlel "jij en ik gaan er even tussenuit" fluistert hij. Gillend stribbel ik tegen. Nasser is al begonnen met schieten, zijn mannen komen tevoorschijn en schieten ook. Nasser krijgt me in het oog en rent naar me toe. Hij geeft de man achter mij een harde vuist en trekt me bij hem vandaan. "Issy! Neem haar mee nu!" Roept hij tegen 1 van zijn mannen die ondertussen zijn gekomen. Verward kijk ik hem aan. Het gebeurd allemaal zo snel. Ik vlieg hem om de hals en huil het uit. "Laat maar ik neem haar mee ga de andere helpen" zegt hij tegen hem. Hij maakt mijn haar vast en doet mijn capuchon weer op. Hij tilt me op en verlaat het pand. Huh waar is Hanane heen? Zonder dat ik het doorheb zit ik in Nasser zijn auto. Ik leun tegen het raam en sluit mijn ogen. Ik voel de auto tot stilstand komen en open mijn ogen weer. "Oh je bent al wakker" merkt hij op. Hij stapt uit en tilt me weer op. De pijn in mijn buik is gelukkig al verminderd. Hij sluit de deur achter zich en brengt me naar boven. In onze kamer legt hij me op bed en helpt me met uitkleden. "Doe dat nooit meer in heel je leven Hayat" fluistert hij met een boze toon en wrijft vermoeid in zijn ogen. Gehoorzaam knik ik en doe mijn vest uit. Mijn broek trek ik uit en gooi ik op de grond. "Nasser kan je mijn jurkje aangeven?" Ik heb totaal geen fut meer om te gaan zoeken naar dat jurkje. Hij krabt even op zijn achterhoofd en zoekt naar het jurkje. "Laat maar ik slaap wel hierin" hij grijnst breed. "Oh niet hierin liefje maar in jouw shirt" glimlach ik. Hij rolt met zijn ogen en gaat in bed liggen. ik ga in bed liggen, knus tegen hem aan liggen. Zijn armen trek ik beschermend om me heen.
Hij drukt een kus op mijn haar.
"Welterusten"