Deel 64

328 14 4
                                    

Perspectief Nasser

Gespannen zit ik aan tafel met Adil aan mijn linkerkant en Hicham aan mijn rechterkant, ergens in een verlaten pand. 'Als het goed is, is hij er binnen 5 minuten' mompelt Adil als hij weer een blik op zijn horloge werpt. Het is akelig stil tot Hicham zijn telefoon af gaat, het is zijn vrouw. Logisch ook het is middernacht en hij is niet thuis. Hij zucht kort en neemt op. 'Ja alles is oké maak je niet druk, nee wacht niet op me het gaat laat worden voor je, ja ik ook van jou.' Grijnzend hangt hij op. Adil en ik schieten in de lach als hij maar niet kan stoppen met grijnzen. Net wanneer hij wat wilt zeggen vliegt de deur met veel lawaai open. Een aantal gewapende mannen betreden het pand met daarachter onze mannen. 'Wie had dat gedacht, Nasser el Amri die mij om hulp vraagt.' lacht de middelste man luid. Mijn stoel schuif ik wat naar achter om op te staan. Ik hou de mannen tegen als ze aanstalten maken om hetzelfde te doen. Intimiderend komt de man voor me staan maar neemt alweer snel twee stappen terug zodra ik opgestaan ben en zeker een kop groter ben. Ongemakkelijk kucht hij. 'Laten we ter zake komen' onderbreek ik de stilte. Ik gebaar hen plaats te nemen aan de tafel, zelf neem ik ook weer plaats. Ik wrijf een paar keer in mijn handen en vouw ze dan in één. 'Mijn vrouw is nu al tweeëneenhalf week vermist.' Ik span mijn vuisten aan na dat gezegd te hebben. Adil heeft dit opgemerkt en neemt het woord over. 'Safir, de man die haar heeft ontvoerd, heeft haar goed weten te verbergen waardoor wij genoodzaakt zijn om zijn Vijanden in te schakelen. Wij hebben research gedaan en zo zijn we bij jou uitgekomen.' Hij kijkt ons met gespleten ogen aan. 'En wat willen jullie van mij hebben dan?' Hij leunt achterover en kijkt mij aan. 'Jij en Safir zijn ook niet bepaald de beste maatjes of heb ik het mis?' Hicham kijkt hem kort aan. De man knikt langzaam. 'Wij willen jou om hulp vragen aangezien wij geen enkele aanwijzingen hebben kunnen vinden. Stem je daarmee in?' Tevreden kijk ik Hicham en Adil aan die de man strak aankijken. 'Wat is het plan?' Hij kijkt ons afwachtend aan en steekt tot iedereen verbazing zijn hand uit het niets uit. 'Younes, aangenaam'. Ik neem de hand aan en zo doen Adil en Hicham dat ook. 'Dus, Younes.' Ik kijk hem serieus aan. 'Jij moet ervoor zorgen dat je weer in contact komt met Safir en hem overhaalt om een plan te maken om wraak op mij te nemen. Hij zal honderd procent zeker instemmen, zo gestoord is die gast wel.'' Het laatste mompelde ik. Hij knikt.
Ik ga met een hand door mijn haar en ga weer verder met het plan. 'Vervolgens vraag je naar zijn locatie, wij zullen je telefoon afluisteren.' Hij fronst even. 'En als hij weigert of liegt?' Hij kijkt me vragend aan. 'Dan verzinnen we wat anders.' Zucht ik. We spreken nog een aantal dingen af en wachten dan tot Younes is vertrokken. Hicham staat op en belt zijn vrouw op. Hij grijnst en knipoogt naar ons als ze daadwerkelijk op heeft genomen. Adil kijkt me vol medelijden aan en geeft me een schouderklopje. 'Het komt goed Nas, we zullen haar echt vinden' Ik knik afwezig. 'Als je wilt mag je voor een paar dagen bij mij intrekken. Dan bel ik Chaimae om een kamer klaar te maken.' Hicham is ondertussen al klaar met zijn gesprek en trekt zijn jas aan. 'Wie is Chaimae dan' vraagt Hicham verbaasd. Adil kijkt hem daarop droog aan. Ik grinnik om de twee. 'Je was nota bene nog naar de verlovingsfeest gekomen maar goed' zucht Adil en trekt ook zijn jas aan.'oh ja ik weet het weer, gare feest was dat zeg' grapt Hicham en ontwijkt snel de klap van Adil. 'Hoeft niet broer ik moet naar huis.' Onderbreek ik de twee kibbelende kinderen. Hij knikt begrijpend en samen lopen ze richting de uitgang, en wachten op me tot ik het pand heb gesloten. Vermoeid trek ik mijn kleding uit en neem plaats op het bed. 'Waar zit je Hayat?' Mompel ik zuchtend. Ik gris mijn laptop onder het bed vandaan en probeer haar telefoon te traceren. 'Verdomme!' Boos gooi ik de laptop op de grond als er geen signaal is. Ik sta op van het bed en besluit een douche te nemen. Tijdens het douchen hoor ik mijn telefoon een paar keer overgaan. Snel wikkel ik een handdoek om mijn middel en neem de telefoon op. 'Ja?' Ongeduldig wacht ik op een antwoord. 'Nasser met mij, Younes. Ik heb een nummer te pakken maar weet niet zeker of het die van hem is.' Een sprankeltje hoop gaat er door me heen. 'Stuur het nummer naar me op', ik houd je op de hoogte.' ik pak snel de laptop weer van de grond en hang op zodra ik het nummer heb ontvangen. Ik trek een laatje open waar een paar simkaarten liggen en pak er één. De simkaart verwissel ik met mijn eigen simkaart en toets dan het nummer in. Uiteraard bel ik anoniem. Na een paar keer overgaan wordt er opgenomen maar hoor ik niks. 'Weer mislukt' zucht ik zachtjes en sta op het punt om op te hangen. 'Hallo?' Klinkt er voorzichtig. Dat is haar stem,ik weet het zeker! 'Hayat ben jij dat!' Luid gesnik vult mijn oor. 'Nasser?!'. Het is haar echt..  'Hayat waar ben je? Is alles oké heeft die hond je aangeraakt?' Zoveel vragen maar ze antwoord op geen enkele. 'Haal me hier weg ik smeek het je' snikt ze. Mijn hart breekt als ik haar zo hoor,waarom doet dit mij zoveel pijn?
'Hayat concentreer je. Kijk om je heen! Ben je in Nederland?' Ongeduldig tik ik een paar toetsen in en probeer de telefoon waarmee ze belt te traceren. 'Nee ik weet niet waar we zijn! Ik ben wel in het vliegtuig geweest.' Probeert ze wanhopig te helpen. 'Haya-' abrupt hou ik mijn mond als ik iemand anders hoor. "Schatje waar zit je?' Woede borrelt er in me op.  'Hayat verstop je, ik kom je halen' nog een paar secondes en dan weet ik waar ze is. 'Hou vol Hayat' probeer ik haar te sussen wat niet echt lijkt te helpen. 'Hayat waar zit je en o wee als ik erachter kom dat je mijn telefoon hebt!' Schreeuwt Safir. Waarna er een harde knal volgt. 'Hij heeft een wapen...' fluistert Hayat angstig. 'ah hier zit je'
Gegil gevolgd door een knal galmt er door mijn slaapkamer. 'Dit was een domme zet van je Nasser' sist Safir kwaad en hangt op. Kwaad sla ik hard tegen de muur. 'Ik krijg je wel Safir, je zult boete.' Sis ik woedend tegen de telefoon terwijl ik Adil, Hicham en Younes bel. 'Ik heb haar locatie, maak jullie klaar.'

Strange love.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu