Terwijl het dorp steeds dichterbij komt werp ik een snelle blik op de lucht, het was stralend weer. Ik voel dat de eenhoorn opeens wat langzamer gaat, waardoor ik bijna over haar hals heen val. Ik ga snel weer rechtop zitten. We stappen het dorp in en meteen zie ik allemaal elven. Ik kijk met grote ogen naar de elven die gewoon rondvliegen, boodschappen doen en hun leven leiden. Het is een raar gezicht om te zien dat het voor hen doodnormaal is. Het gekletter van de hoeven van de eenhoorn vallen op in het dorp want verschillende blikken richten zich op mij. Ik zie ze kijken en naar elkaar fluisteren. Ik zie ze wijzen en op het moment schaam ik me. Ik hang naar voren en fluister; 'Kan je misschien naar een minder druk gedeelte van de stad. Ik voel me nogal...' De eenhoorn gaat meteen in een draf naar een afgelegen parkje. Als ze eindelijk stil staat heb ik een stalen achterwerk gekregen en moet ik toch wel even afstappen. Ik rek me uit en kijk om me heen. Hier en daar zit, staat of vliegt een elf, maar niemand let op mij. Ik loop naar het kleine meertje wat midden in het park ligt en bekijk het even, het ziet er schoon uit. Ik maak een kommetje van mijn handen en ga op mijn knieën zitten. Als ik voorover buig om wat water in mijn handen te laten lopen, slaak ik een gil. Ik heb vleugels. Ik loop nu al ruim een halfuur rond in deze omgeving en ik kom er nu pas achter dat ik vleugels heb. Ik was ook een elf, ze keken me dus niet aan omdat ik geen vleugels heb, die ik blijkbaar wel heb, maar om iets anders. Wat een ingewikkeld gedoe. Maar ik voel er niks van en ik zou niet weten hoe ik zou moeten vliegen. Ik zucht dit werd steeds vager. Als ik opkijk zie ik mensen naar me kijken. 'Uh, laat maar. Het was een spin, een grote spin.' zeg ik, maar ik voel dat ik begin te blozen. Daarom sta ik maar snel op en ga tegen een boom aanzitten. De eenhoorn duwt met zijn neus tegen mijn arm aan en lachend duw ik zijn neus weg. Ik kijk haar aan. 'Zullen we maar weer verder. Ik moet iemand vinden die me alles kan uitleggen.' zeg ik tegen de eenhoorn terwijl ik haar neus streel. Ik sta op er spring weer op de rug van de eenhoorn. Ik hoor meerdere mensen praten en vang woorden zoals "dat meisje" en "die eenhoorn" op. Ik zucht en duw met mijn hakken zachtjes in de buik van de eenhoorn. Meteen reageert de eenhoorn waardoor ik kreten van bewondering hoor, dat snap ik niet. De eenhoorn draaft weg, richting de rand van het dorp, richting het bos. Al snel draven we op hoog groen gras. Als we eindelijk bij het bos zijn aangekomen is het al laat. Het was aan het schemeren en mijn maag rommelde. Toen de eenhoorn stil stond stapte ik meteen af. Ik besluit het bos in te lopen, opzoek naar een of andere appel- of perenboom. Uiteindelijk vind is er een maar de appels hangen veel te hoog. Ik zucht en zak vermoeid op de grond. De eenhoorn die blijkbaar achter me aan was gekomen geeft me een bemoedigend duwtje. Ik schud me hoofd en duw haar hoofd weg. Ik voel haar adem op mijn arm. En dan springt ze opeens omhoog en als ze weer neer komt verschijnt er opeens een appel onder mijn neus. De eenhoorn had met haar hoorn een appel uit de boom geplukt. Ik kriebel haar op de hals en haal de appel van de hoorn. Ik neem een hap en proef de zoete smaak van de appel in mijn mond. Ik sta weer op geef de andere helft van de appel aan de eenhoorn. 'Laten we maar weer naar de rand van het bos gaan.' zeg ik en ik klop haar op de hals. Samen lopen we naar de rand van het bos en vinden we een geschikte boom om bij uit te rusten. En als we daar dan uiteindelijk zitten duurt het niet lang totdat mijn ogen langzaam dichtvallen.
Ik weet niet hoelang ik daar gelegen heb maar opeens word ik ruw wakker geschud door twee handen. Als ik mijn ogen open doe staan er opeens mannen in uniform om me heen, nou ja... elven in uniform. Hij haalt me omhoog en als ik even goed rondkijk zie ik dat het ergens vroeg in de ochtend is. En opeens zie ik dat een van de mannen de eenhoorn aan een halster vast heeft. De eenhoorn is niet druk of tegen hun wil in, ze staat daar heel rustig. Vervolgens zie ik een busje staan, met de letters "KEB" erop. Een beetje verward kijk ik de man die me overeind geholpen heeft aan. 'Wat betekent KEB?' vraag ik slaperig. De man kijkt me lachend aan. Ook de andere elven hoor ik lachen. De elf aan wie ik het vroeg kijkt me aan. 'Je bent gearresteerd voor het stelen van Lyra, een van de koninklijke eenhoorn van onze koningin Freya. Wij zijn de KEB, de Koninklijke Elven Brigade en wij moeten jou persoonlijk begeleiden naar de koningin.' zegt hij serieus. Ik kijk met grote ogen naar de man. 'Ty doe de boeien om en begeleid deze elf even naar de bus.' Een jongen van een jaar of 18 komt naar voren. Terwijl ik nog niet helemaal weet wat er gaande is doet hij de boeien om. Met een duwtje kom ik weer bij zinnen. Ik laat me rustig mee voeren naar de bus tot ik ervoor sta en dan ben ik helemaal wakker en besef ik dat dit een misverstand is. 'Stop eens even.' de jongen, die blijkbaar Ty heet, stopt even. 'Dankjewel. Dit is een misverstand ik heb de eenhoorn niet gestolen, echt niet.' roep ik in de hoop dat ze het geloven. Maar het enige wat ik hoor is gelach en 'Vertel dat maar tegen de koningin.' en meteen daarna word ik het busje ingeduwd.
![](https://img.wattpad.com/cover/2272297-288-k92409.jpg)
JE LEEST
The hawk
FantasíaAmy is een doodnormaal meisje. Ze is af en toe een beetje onzeker en is altijd braaf. Alles lijkt normaal... tot dat een havik haar leven veranderd. Hoe? Dat lees je in het verhaal The hawk. _____ Edit 29-5-2014: Inmiddels is dit verhaal al ruim and...