Hoofdstuk 23 - Het gevecht

74 2 0
                                    

En dan is het stil, op het gekletter van de regen na. Meldora laat deze rust niet lang duren. Ze vliegt omhoog en ik zie hoe ze een energie bal maakt. Ik kan hem ontwijken als ze hem naar mij toe gooit. Ik vlieg ook omhoog en bedenk me dan dat ik helemaal geen directe aanvallen heb. Ik til een steen op en werp hem richting Meldora, die hem ontwijkt en hard begint te lachen. Ik zie dat ze iets maakt met haar handen, maar ik kan niet zien wat het is. Ik focus me op het kleine lichtje en zie dan hoe het met licht snelheid naar me toe komt. Ik word er door geraakt en ik heb het gevoel alsof ik word geraakt door elektriciteit. Ik val naar beneden en kom terecht op de grond. Ik maak een paar spastische bewegingen en voel me een beetje verlamd. Meldora komt naar me toe en ik probeer overeind te komen. 'Dus, ik had niet verwacht dat het zo snel zou gaan.' zegt ze terwijl ze bij mij knielt. Ik knijp mijn ogen samen. 'Dat gaat het ook niet.' snauw ik en ik weet haar een trap in haar maag te geven. Ze valt achteruit en ik weet moeizaam overeind te komen. Ik til met mijn krachten een nieuwe steen op en gooi hem weer naar Meldora. Dit keer raak ik en vlieg ik snel omhoog. Meldora krabbelt nu ook omhoog en kijkt naar mij. Ze vliegt omhoog en maakt een nieuw klein lichtje. Dit keer weet ik wat er komen gaat en kan ik hem ontwijken. Ik volg het licht en zie hoe het in een boom inslaat. 'Ha!' roep ik naar Meldora. Meldora balt haar handen tot vuisten en ik zie hoe er een gloed vanaf komt. 'Je moet weten dat ik hier al jaren op heb geoefend. Je zal niet aan je dood ontkomen.' zegt ze lachend. Ik hoor dat ze iets brabbelt en uit haar vuisten komt vuur. 'Dit is toch geen Avatar?' fluister ik tegen mezelf. Opeens schiet het hoofd van Meldora omhoog en staat er een walgelijke grijns op. Met een simpele beweging schiet ze meerdere malen vuur naar me toe. Ik weet ze te ontwijken. Mis, mis, mis... raak. En dat doet toch flink pijn. Ik moet snel iets bedenken. Ik zie een plas water en ik duik er na toe. Ik schep het water uit de plas en laat het langs mijn arm op lopen. Verkoeling, dat is fijn. Ik zie Meldora dichterbij komen en voordat ze me opnieuw kan raken ben ik alweer in de lucht. 'Je bent slim Amelia.' zegt ze. Ik haal mijn schouders op. 'Dat weet ik.' zeg ik dan. Ik til een omgevallen boomstam op en breek hem in tweeën met mijn krachten. De ene helft leg ik weer neer de andere helft werp ik naar Meldora. Zij weet de boomstam te ontwijken. 

En zo gaat het nog een tijdje door. Als zij gooit ontwijk ik, als ik gooi ontwijkt zij. Op enkele keren na. Het was nu al een flinke tijd later en ik begon een beetje uitgeput te raken. Ik kijk even om me heen om iets te zoeken wat ik kan gebruiken om mee te vechten. 'Kijk eens aan wie we hier hebben.' hoor ik Meldora opeens zeggen. Mijn hoofd schiet naar haar toe en ik zie dat Ty toch gekomen is. 'Je had niet moeten komen!' roep ik boos. Ik zie hoe Meldora met een energie bal naar hem uithaalt en hij op de grond valt. Ik slaak een gil en vlieg naar hem toe maar Meldora is mij te snel af. Ze werpt weer het kleine lichtje naar me toe, maar dit keer voelt het alsof het veel krachtiger is. Ik val op de grond neer en dit keer kan ik me gewoon niet meer bewegen. Ik kan enkel toekijken hoe Meldora naar Ty toe loopt. 'Nou Amelia... zou het niet jammer zijn als je vriendje hier ook zo veel pijn zou gaan lijden. Ben je in ieder geval niet alleen in de hemel. Dan ben je met je vader, je vriend... en ik kan eventueel je moeder ook nog wel sturen.' hoor ik haar lachen. Ik probeer te bewegen maar dat lukt niet. Ik was tenminste nog niet dood. Ik hoor Ty kreunen van de pijn, wat mij ook pijn doet van binnen. 'Hmm... een lange dood lijkt me gepast.' zegt Meldora. Ik zie hoe ze een nieuwe energie bal maakt en van dichtbij op Ty werpt. Nogmaals een geluid wat pijn doet bij mij. 'Nog een laatste woord Ty?' vraagt Meldora sluw. Ik kijk naar Ty en ik baal dat ik niets kan doen. 'Amelia, vergeet niet wie je bent. Je kan het.' brengt Ty met moeite uit. Ik hoor Meldora nog één keer sluw lachen en ik zie hoe ze een laatste energie bal naar Ty werpt. Ze loopt weg bij hem. 'Kan iemand dat lijk opruimen?' hoor ik haar lachen. Dat maakt me boos, dat maakt me heel erg boos. Ik begin te huilen, van verdriet maar ook van woede. Dit kan niet, ze heeft nu ook mijn beste vriend van mij afgenomen. Ik sta op en kijk naar Meldora. De voldane blik op het gezicht van Meldora maakt opeens plaats voor een onbegrijpelijke blik. Ze doet een stap achteruit en ik vlieg omhoog. 'Dit... dit...' weet ik er met moeite uit te brengen. Ik begin uit boosheid verschillende woorden uit te brengen, woorden uit een andere taal. Meldora begint ook te praten. 'Nee... nee... nee! Dit kan niet!' stamelt ze en ze schud haar hoofd. Ik maak met mijn handen een bal, een soort energie bal. Maar deze bal is zwart, zo zwart... Al mijn energie zit hierin, al mijn woede en verdriet zit hierin. De bal wordt steeds groter. 'Meldora. Jij bent een walgelijk persoon en dit verdien je.' zeg ik vol woede. Ik gooi de bal naar haar toe, raak. Een fel licht, een flinke walm van warmte en weg is Meldora. Weg, maar ik weet niet waarheen. Ik was van haar af. Ik zak naar de grond. Ik ren naar Ty toe en kniel bij hem neer. 'Ty?' zeg ik en ik schud aan zijn schouders. Maar ik weet dat hij dood is. 'Ik heb geen water. Ik... ik kan niks doen.' Het dringt tot me door alsof er een bom is ingeslagen. Ik kan helemaal niks doen. Ik kijk om me heen, iedereen was snel weggegaan. Ze waren allemaal bang. De tranen rollen over mijn wangen. 'Ty, alsjeblieft...' probeer ik nog. Maar niks. Hij was echt dood en ik had niks om hem nog te kunnen redden. Mijn tranen vallen op de grond. En dan gebeurt er iets wat ik nooit had mogen dromen. Een heel erg fel licht komt vanuit het niets en opeens staat Yria voor mijn neus. Ik sta op. ‘Maar… de legende is dus waar.’ stamel ik. Yria lijkt te knikken. ‘Kan jij misschien… omdat ik… nou ja…’ probeer ik. Nogmaals lijkt Yria te knikken. Een klein sprankje hoop komt weer omhoog. Yria loopt naar Ty toe en met haar hoorn tikt ze hem aan op de plek waar zijn hart zit. Weer een fel licht en als het licht weg is zie ik dat er geen enkel teken van ravage te zien is en Ty weer adem haalt. Ty doet zijn ogen open en gaat overeind zitten. ‘Wat is er… o wat geweldig. Dat is Yria.’ zegt hij vol bewondering. Ik sta lachend op en veeg mijn tranen weg. ‘Yria heeft je weer tot leven gewekt.’ zeg ik opgelucht. Ik draai me naar Yria toe. Ik maak ik knik met mijn hoofd uit respect en Yria knikt dankbaar. ‘Heel erg bedankt Yria, je bent geweldig.’ zeg ik dankbaar. Yria draait zich om en loopt weg. Een fel licht en ze is verdwenen. Ik draai me weer naar Ty die inmiddels opgestaan is. ‘Ik was dood?’ vraagt hij lachend. Ik omhels hem. ‘Ja, dat was je. Meldora is verdwenen, ik heb haar verslagen. Toen je dood was kreeg ik weer dat gevoel van… nou ja hetzelfde gevoel als toen ik erachter kwam dat ze mijn vader had vermoord.’ zeg ik tegen hem. Ik laat hem los en ik zie zijn bewonderende blik. ‘Je hebt haar naar haar moeder gestuurd, je hebt haar naar de onderwereld gestuurd.’ zegt Ty. Ik voel mijn ogen groot worden, ik had Meldora naar de onderwereld gestuurd. Ik realiseer me dat ik iedereen naar de onderwereld had kunnen sturen op de dag dat ik erachter kwam dat mijn vader door haar gedood was. Maar nu... nu was ik blij. Ik had het gered, alles was voorbij. Ik laat een zucht over mijn lippen rollen. ‘Ik heb Meldora verslagen, iedereen is weer veilig.’ zeg ik blij. Ty knikt opgewekt naar mij. ‘Je hebt het geweldig gedaan!’ zegt hij. Ik knik blij. ‘Kunnen we nu terug naar huis? Ik ben benieuwd hoe de mensen reageren als ze zien dat ik nog leef.’ zeg ik blij. Ik voel dat het is opgehouden met regenen. ‘Het zou wel geweldig zijn als de zon zou schijnen als we terug in het dorp zijn.’ lach ik. ‘Ik denk dat dat nog wel kan gebeuren.’ Ik vlieg omhoog. ‘Kom dan gaan we terug naar huis.’ 

The hawkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu