Hoofdstuk 26

131 3 1
                                    

p.o.v Donny

Ik hoor allemaal stemmen op de gang. Veel ervan klinken woedend. En ze zijn zeker opzoek naar mij. Ik hoor de stemmen dichterbij komen. Ik veeg mijn laatste tranen weg. De deur wordt opengemaakt. Gelijk zie ik een hele boze Overmars staan. 'Eindelijk,' zegt hij woedend. 'We hebben je gevonden.' Ik krimp in elkaar. Ik had wel zo'n reactie verwacht, maar het was wel heftiger dan ik dacht. 'Doe eens wat rustiger,' zegt Erik. 'Hij heeft er vast een goede reden voor.' 'Dat kan toch niet belangrijker zijn,' schreeuwt hij. 'Dan een bijna allesbepalende wedstrijd.' Er rolt een traan over mijn wang. Ongemerkt veeg ik hem weg. 'Over een half uur,' zegt Overmars met ingehouden woede. 'Op mijn kamer.' Daarna draait hij zich om en loopt weg. Ik zak onderuit. Ik voel dat er weer hoofdpijn opkomt. Erik loopt achter Overmars aan. Ik wou dat ik nu gewoon kon verdwijnen. Ik hoop dat ze niet zo boos zijn en dat mijn straf niet al te erg is. Er stromen nog wat tranen over mijn wangen. Na een paar minuten komt Carel binnen. Ik ga rechtop zitten en probeer mijn tranen te verbergen. 'Het is niet erg,' zegt hij. 'Ik zou ook zo reageren als ik erachter zou komen dat mijn vriendin stiekem met iemand anders is.' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Hoe weet je dat?' vraag ik met een klein stemmetje. 'Ik hoorde jullie gesprek.' zegt hij. Ik kijk naar mijn voeten. 'Is Overmars heel boos?' vraag ik voorzichtig. Carel knikt. 'Ja,' zegt hij. 'Nogal. Ik probeerde om het uit te leggen maar hij geloofde me niet.' Ik leun naar achter. Hij komt naast me zitten. 'Als je wil,' zegt hij. 'Kan ik straks wel met je mee gaan.' Ik schud mijn hoofd. 'Dat hoeft niet,' zeg ik. 'Het lukt wel.' Ik haal een beetje trillerig adem. Het zou wel fijn zijn als hij mee ging. Maar ik wil er ook weer niet uitzien als een watje. 'Weet je het zeker?' vraagt hij. Ik zucht even. 'Ik zou het wel fijn vinden als je meegaat,' fluister ik. 'Maar ik wil niet als een watje overkomen.' 'Jij bent geen watje,' zegt hij. 'En het is nooit erg al er iemand bij is.' Ik knik. 'Dank je.' fluister ik nog zachter. Hij geeft me een knuffel. 'Graag gedaan hoor,' zegt hij. 'Daar zijn we vrienden voor.' 

Twintig minuten later staan we voor de deur. 'Ben je er klaar voor?' vraagt Carel. Ik knik. Ik haal diep adem en klop op de deur. Ruw wordt de deur opengetrokken. Ik ga naar binnen. 'Eindelijk,' zegt Overmars. 'Nu kun je uitleggen waarom je je zo gedraagt.' Ik probeer om het allemaal zo goed mogelijk uit te leggen. Aan het einde rollen er een paar tranen over mijn wangen. 'Had dat ons toch vertelt,' zegt Erik. 'Dan hadden we het begrepen.' Ik knik voorzichtig. Ik veeg mijn tranen weg. 'Ik houd het onbestraft,' zegt Overmars. 'Maar zorg dat het niet nog een keer gebeurt.' Ik knik. 'Dank je,' zeg ik. 'Het zal niet nog een keer gebeuren.' Erik knikt. Ik draai me om en loop de kamer uit. Carel doet de deur dicht. Opgelucht haal ik adem. 'Dat ging best goed,' zeg ik. 'Beter dan ik verwachtte.' Carel knikt. 'Maar ik heb nog wel een vraag,' zegt hij. 'Hoe heb je het voor bijna een week weten te verbergen?' Ik kijk hem even verbaasd aan. 'Afleiding,' zeg ik. 'Dat is alles.' Hij knikt nog een keer en doet dan de deur van onze kamer open. Vermoeid plof ik op bed. 'Ik ga slapen,' zeg ik. 'Ik ben klaar met deze dag.' Carel knikt. 'Slaap lekker,' zegt hij. 'Ik doe het licht wel uit.' 'Dank je.' zeg ik. Hij doet het licht uit. Ik trek de deken over mij heen. Het boeit me niet dat ik mijn kleren nog aan heb. Ik doe mijn ogen dicht en voordat ik het weet, val ik in slaap.

One More Second (Ajax Fanfictie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu