p.o.v Donny
Ik leun tegen Matthijs aan. We zitten op de bank. Zijn haren zijn nog nat en hij had weer geen zin om een shirt aan te trekken. Onze ontbijtspullen staan nog op tafel. Matthijs wrijft over mijn rug. Met mijn vinger ga ik over de lijntjes van zijn sixpack. Ik druk een kusje op zijn borst. Hij tilt me op zijn schoot. Zachtjes drukt hij zijn lippen op de mijne. Ik sla mijn armen om zijn nek. Hij gaat met zijn handen door mijn haar. Er rollen een paar tranen over mijn wangen. We trekken weer terug. Matthijs ziet de tranen en veegt ze weg. Hij slaat zijn armen stevig om me heen. Ik leg mijn hoofd in zijn nek. Met gesloten ogen geniet ik van zijn aanwezigheid. De afgelopen week was zo snel voorbij gegaan, dat ik vergeten was om te genieten. Ik voel dat mijn lichaam ontspant. Er rollen nog een paar tranen over mijn wangen. Toch verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik kruip nog dichter tegen Matthijs aan.
Ik doe mijn ogen open. Ik lig op de bank met een deken over mij heen. Kennelijk was ik in slaap gevallen. Ik kijk om me heen. Ik zie Matthijs nergens. Ik ga rechtop zitten. Op tafel ligt een klein briefje. Snel pak ik het en lees het door.
Als je dit leest ben ik waarschijnlijk weg. Ronaldo kwam me halen en ik wilde je niet wakker maken. Het spijt me. Ik hou van je.
Tranen stromen over mijn wangen. Natuurlijk had Ronaldo hier iets mee te maken. Boos sla ik met mijn vuist op tafel. Het voelt alsof mijn hart eruit gerukt is. Ik pak mijn telefoon. Met trillende vingers probeer ik om Matthijs te bellen. Ik hoor zijn telefoon boven overgaan. Ik smijt mijn telefoon weg en leg mijn hoofd in mijn handen. Zodra ik weer iets gekalmeerd ben sta ik op. Voor de zekerheid neem ik mijn telefoon mee. Zodra ik de deur naar de gang opendoe zie ik Matthijs zijn tas nog staan. De voordeur staat ook nog op een kier. Ik doe de voordeur dicht. Ik pak zijn tas en met trillende benen loop ik de trap op. Ik duw de deur van de slaapkamer open, zet de tas in een hoek en ga op bed zitten. De tranen stromen nog steeds oncontroleerbaar over mijn wangen. Matthijs zijn geur hangt nog in het dekbed. Ik druk het dekbed tegen mij aan. Ik merk dat ik steeds rustiger word. Mijn verdriet verandert langzaam in woede. Ik bal mijn vuisten. Van Ronaldo is na de wedstrijd niks meer over. Hij kan zich maar beter gaan voorbereiden. Snel kijk ik op de klok. Drie uur 's middags. Hij had nog vijf uur om zich klaar te maken. Dit zal het laatste zijn wat hij doet tegen Matthijs. Ik veeg mijn tranen weg. Ik krijg een berichtje. Ik pak mijn telefoon en zie dat het van Carel is.
C - Zal ik je op komen halen? Erik wil nog even een goed gesprek hebben en daarna met z'n allen eten.
U - Ja is goed. Zie je zo.
Ik leg mijn telefoon weer weg. Ik begin mijn tas in te pakken. Mijn hoofd werkt ondertussen overuren. Hoe kan je binnen het reglement iemand pijn doen? Zodra ik mijn tas heb ingepakt loop ik weer naar beneden. Ik smeer nog wat boterhammen en prop die in mijn mond. Een kwartier later zie ik Carel's auto voor het huis parkeren. Ik pak mijn spullen en loop naar de deur. Ik zucht even. Daarna trek ik de deur open. 'Zet je spullen maar in de achterbak.' zegt Carel. Ik knik en doe de achterklep open. Ik gooi mijn spullen erin. Automatisch sluit de achterklep zich weer. Ik kijk even verbaasd naar de klep en ga dan op de bijrijdersstoel zitten. 'Dat heet nou een achterklep.' zegt Carel lachend. Ik kijk hem vragend aan. 'Je keek zo verbaasd.' zegt hij. Ik schud lachend mijn hoofd. 'Het verbaasde me dat hij automatisch sloot.' zeg ik. Carel knikt en rijdt de weg op. En zoals altijd belanden we in de file. 'Jij woont echt op een perfecte plek,' zegt Carel. 'Er is echt altijd file.' Ik haal mijn schouders op. Na een uur zien we eindelijk de ArenA verschijnen. Nog eens een half uur staan we op het parkeerterrein. We stappen uit en pakken onze spullen. Snel lopen we naar de ruimte waar we moeten zijn. En natuurlijk zijn we de laatste. Overmars kijkt me vervloekend aan. Ik negeer hem en Carel trekt me mee naar twee lege stoelen. We gaan zitten. 'Oké,' zegt Erik. 'Nu iedereen er is kan ik beginnen. Zoals jullie weten zijn er de laatste dagen wat dingen gebeurt.' Ik voel dat veel ogen naar mij kijken. Ik doe net alsof ik het niet merk. 'Voor nu heb ik het over één moment,' vervolgt Erik. 'Wat er gisteren tijdens de training gebeurt is.' Hij kijkt me aan. Ik slik even. 'Ik wil eerst zeggen,' zegt Erik. 'Dat we dit soort dingen niet doen. Ik vind dat het eigenlijk gewoon afschuwelijk wat er gebeurd is. Je sluit je teamgenoot niet op in een kast en dan gooi je al helemaal niet de sleutel weg. We hadden geluk dat Matthijs daar was.' Dest kijkt me vervloekend aan. 'Maar je bent niet eerlijk,' zegt Dest. 'Donny kan voor een wedstrijd gewoon verdwijnen en daar wordt geen punt van gemaakt.' Erik kijkt me aan. 'Dat hebben we uitgesproken,' zegt hij. 'En er was een reden waarom hij dat gedaan heeft.' Ik moet even slikken. 'Wat mag die reden dan wel zijn,' zegt Dest. 'Het enige wat ik weet is dat Luuk de Jong hem even apart nam.' Ik leg mijn hoofd in mijn handen. 'Dat moet je Donny maar zelf vragen,' zegt Erik. 'Maar ik garandeer niet dat je antwoord krijgt.' Ik leun achterover. Ik ben er volledig klaar mee. 'Goed,' zegt Erik. 'Over een uur zie ik jullie hier weer voor het diner.' Hij staat op en loopt de ruimte uit. Meteen sta ik ook op. Ik ren zo'n beetje de ruimte uit. Ik ren naar de wc's. Carel rent achter me aan. Zodra ik in een wc-hokje zit doe ik met trillende handen het slot erop. Tranen beginnen over mijn wangen te stromen. Oncontroleerbaar stromen ze over mijn wangen. Mijn knieën geven het op en ik zak op de grond. Carel probeert om de deur open te krijgen. 'Ga weg,' snik ik. 'Laat me met rust.' 'Ik ga niet weg,' zegt Carel. 'Ik ga je nu niet alleen laten.' Tranen druppen op de grond. 'Donny,' zegt Carel. 'Doe die deur nou open.' Met trillende vingers krijg ik net aan de deur van het slot. Meteen trekt Carel de deur open. Hij slaat zijn armen om me heen. Mijn gesnik vult de ruimte. Kennelijk had Daley mijn gesnik gehoord. Hij komt binnen. 'Wat is er aan de hand?' vraagt hij. Carel haalt zijn schouders op. Ik wil iets zeggen, maar ik kom niet uit mijn woorden. 'Ik ga Matthijs halen,' zegt Daley. 'Misschien dat hij Donny kan kalmeren.' Hoopvol kijk ik een beetje op. Daley loopt weg. Huilend zak ik weer in elkaar.
JE LEEST
One More Second (Ajax Fanfictie)
FanfictionAjax staat in de halve finale van de Champions League tegenover Juventus. Donny en Matthijs hebben elkaar in maanden niet meer gezien. En wat nou als blijkt dat ze gevoelens voor elkaar hebben? Hoe zal dat aflopen als ze elkaar lang niet zien? En ho...