Hoofdstuk 11

193 7 0
                                    

p.o.v Matthijs

Ik rijd op de snelweg. Ik was begonnen met rijden toen Donny niet opnam. Ik hoor mijn telefoon. Ik pak hem en zie dat het Donny is. Snel neem ik op. 'Hey baby,' zeg ik. 'Wat is er?' 'Kan je me komen halen?' vraagt Donny snikkend. 'Ja,' zeg ik. 'Ik ben al onderweg. Wat is er gebeurd?' 'De bus is geramd.' snikt Donny. Ik hap naar adem. 'Waar zit je?' vraag ik. 'Ergens op de A39.' zegt Donny. 'Ik ben er snel,' zeg ik. 'Hou nog even vol.' 'Oké,' zegt Donny. 'Love you.' 'Love You Too.' zeg ik en Donny hangt op. Ik begin sneller te rijden. Na tien minuten zie ik een grote ravage aan de kant van de weg. Ik stuur richting de vluchtstrook en zet de motor uit. Snel stap ik uit. Een paar meter verderop zit Donny tegen de vangrail. Ik ren naar hem toe. Ik sla mijn armen om hem heen. Langzaam begint Donny te huilen. Ik probeer hem te troosten. Langzaam kalmeert hij een beetje. 'Waar zijn de anderen?' vraag ik. Donny haalt zijn neus op. 'Die zijn met een vrachtwagen meegereden,' zegt hij. 'Ik wilde op jou wachten.' Ik geef hem een kus op zijn kruin. 'Kom op,' zeg ik. 'We gaan naar een hotel en dan kan je me alles vertellen.' Donny knikt en ik help hem om op te staan. Samen lopen we naar mijn auto. Donny gaat op de bijrijdersstoel zitten en ik ga achter het stuur zitten. Ik start de motor en rijd weer de weg op. Hoe verder we van de bus rijden, hoe meer ik merk dat Donny ontspant. Ik zie op een bord dat er over vijf kilometer een hotel zit. Ik rijd de snelweg af en stop voor het stoplicht. Donny legt zijn hoofd tegen mijn schouder en drukt een kus op mijn wang. Ik glimlach en rijd weer verder. Na een paar minuten komen we op de parkeerplaats aan. Ik parkeer de auto. 'Ik ga wel alleen.' zeg ik. Donny knikt en haalt zijn hoofd van mijn schouder. Ik druk een kusje op zijn voorhoofd en stap uit. Ik loop naar de ingang. Ik boek een kamer voor twee nachten en loop terug naar de auto. Als ik de deur open doe, zie ik dat Donny in slaap is gevallen. Ik giechel en loop naar de achterbak. Ik pak mijn tas eruit. Ik loop naar onze kamer en doe de deur open. Ik zet mijn tas in de kast en doe het licht aan. Ik loop terug naar de auto. Ik doe de de deur aan de bijrijders-kant open. Ik til Donny op en doe de auto op slot. Voorzichtig loop ik naar onze kamer. Langzaam leg ik Donny op het bed. Ik leg de deken over hem heen en geef hem een kus op zijn voorhoofd. Er ontstaat een glimlach op zijn gezicht. Ik ga naast hem op bed zitten. Ik pak zijn hand en wrijf er langzaam over heen. Na een tijdje sta ik op en loop naar de tafel. Ik schrijf een briefje dat ik even wat te eten ga halen. Ik leg het op het nachtkastje en geef Donny nog een kus. Ik loop naar de deur en ga naar buiten. Zachtjes doe ik de deur weer dicht. Ik loop naar het restaurant en bestel twee pizza's. Na tien minuten wachten zijn ze klaar. Ik reken af en loop terug naar de kamer. Voorzichtig doe ik de deur weer open. Ik loop naar binnen en doe de deur zachtjes dicht. Ik leg de pizza's op tafel. Ik pak een fles cola uit mijn tas en zet hem ook op tafel. Ik voel twee armen om me heen. Ik draai me om. 'Lekker geslapen?' vraag ik. 'Ja,' zegt Donny. 'Eindelijk weer een keer.' Hij drukt zijn lippen op de mijne. Ik heb dat gevoel gemist. Na een paar minuten trekken we terug. 'Ik heb je zo erg gemist.' fluistert Donny. 'Ik jou ook.' fluister ik terug. Ik sla mijn armen om hem heen en druk hem dicht tegen mij aan. Donny's maag begint te knorren. We schieten in de lach. 'Zullen we maar gaan eten?' zeg ik. 'Ja,' zegt Donny. 'Dat lijkt me wel handig.' We gaan aan tafel zitten en beginnen met eten. Ondertussen vertelt Donny alles wat er is gebeurd. Als hij klaar is met vertellen staan de tranen in zijn ogen. Ik pak zijn hand vast en wrijf er rustig overheen. 'Ik snap dat je moe was.' zeg ik. Ik merk dat Donny niet zich niet lekker voelt. Ik til hem vanaf zijn stoel op mijn schoot. Donny kruipt weg in mijn nek. Ik knuffel hem stevig. Ik voel hoe Donny ontspant. Na een paar minuten maakt hij zich los uit mijn omhelzing. 'Beter?' vraag ik. Donny denkt even na. 'Bijna.' zegt hij en hij drukt zijn lippen op die van mij. Ik wou dat dit moment voor eeuwig zou kunnen duren. Helaas gaat mijn telefoon. Donny gaat naar achter en ik pak mijn telefoon. Ik zie dat het Ronaldo is. Ik neem op. 'Hoi.' zeg ik. 'Waar hang je uit?' vraagt Ronaldo woest. 'Je moest zes uur geleden al bij het stadion zijn!' 'Ergens,' antwoord ik terug. 'Laten we zeggen dat ik al bijna in Nederland ben.' Ik hoor Donny zachtjes giechelen. 'Je bent toch niet weer met je Ajax vriendjes?!' blaft Ronaldo. 'Bepaal jij maar.' zeg ik. Ronaldo vloekt en hangt op. Ik leg mijn telefoon weg en kijk Donny aan. We schieten allebei in de lach. Donny staat op. 'Zullen we gaan slapen?' vraag hij. Ik knik.'Ja,' zeg ik . 'Is goed.' Ik sta ook op en we kleden ons uit. 'Doe je altijd zo tegen Ronaldo?' vraagt Donny. Ik schud mijn hoofd. 'Nee,' zeg ik. 'Ik doe het pas sinds wij samen zijn.' Er verschijnt een grote glimlach op Donny's gezicht. Ik loop naar hem toe en sla mijn armen om hem heen. 'Ik hou zoveel van je,' zeg ik. 'Vergeet dat nooit.' Donny knikt en drukt zijn lippen op de mijne. Ik hoor mijn telefoon gaan. Donny gaat naar achter zodat ik mijn telefoon kan pakken alleen ik trek hem terug. 'Ze kunnen wachten.' zeg ik. Donny glimlacht en drukt zijn lippen weer op die van mij. We vallen achterover op bed. Plotseling houdt Donny op. 'Wat is er?' vraag ik. 'Ik hou van je.' zegt Donny. Ik glimlach en Donny moet gapen. 'Zullen we maar gaan slapen?' zeg ik. Donny knikt en gaat liggen. Ik ga naast hem liggen en sla mijn arm om hem heen. Donny legt zijn hoofd op mijn borst. 'Slaap lekker.' zegt hij. 'Slaap lekker.' zeg ik en druk een kusje achter zijn oor. Donny giechelt en legt zijn hand op mijn arm. Ik sluit mijn ogen en val in een vredige slaap.

One More Second (Ajax Fanfictie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu