Hij schrok van de plotse aanraking, maar kneep terug in haar hand om hem dan toch na enkele seconden met één vloeiende beweging uit de hare te wringen en zijn rug naar haar toe te keren.
'Beter niet,' verontschuldigde hij zich, 'Niet nu.'
Ze begreep niet waarom hij dat zei, maar ze besloot er geen koppige vragen over te stellen. Tot slot was ze wat gekwetst van de plotse ruwheid in zijn handelingen, alhoewel ze zich snel weer herstelde door te beseffen dat ze met Rayan te maken had. Rayan, de gereserveerde jongen die zijn eigen weg bewandelde en zich door niks of niemand liet tegenhouden. Hij liet zich zakken op het gras tot hij in kleermakerszit zat en nog altijd toegedraaid was naar de rivier. Ze besloot maar hetzelfde te doen als hij, en ze zette zich ook neer. Het gras onder hun was nog nat en koud, maar ze ging er niet moeilijk over doen en probeerde het gewoon te negeren.Zijn schouders zaten ingezakt en zijn hoofd naar voor gebogen. Het verbaasde haar dat hij het opbracht om zijn verhaal toch verder te vertellen.
'Toen mijn vader was uitgeschakeld, kwamen ze op mij en mijn oudere broer af. Onze wolven kunnen onze angst vaak voelen, zelfs op kilometers afstand. Ze waren naar ons op weg. Mijn broer had het mes genomen en we probeerden weg te vluchten, maar ze kregen mij te pakken, en vervolgens ook mijn broer, die pogingen deed me te bevrijden. Ze hadden mijn been al gebroken door me tegen een boom aan te gooien, en ze hielden me vervolgens in een ijzersterke greep.' Hij draaide zijn hoofd wat naar haar toe zodat ze een helft van zijn gezicht zag.'Voor mijn ogen zag ik hoe ze mijn broer in elkaar deukten en tegen bomen aansmeten. Hoe ze ermee speelden alsof het een stuk speelgoed was dat toch al kapot was. Ik voelde me zo machteloos, zo verloren, ik wou iets doen maar hoe hard ik ook probeerde ik geraakte niet los. Ze hielden mij bewust nog even langer in leven zodat ik hun misselijkmakende spektakel met eigen ogen kon aanschouwen. Op dat moment waren de Rayaswolven er. Het lukte hen om de overgebleven Nachtvrouwen weg te jagen, als ook enkele te vermoorden, maar het was te laat. Ik strompelde naar mijn broer toe, de pijn in mijn been negerend en... en...' Rayan stopte abrupt. Ze wist zijn zin voor hem af te maken, maar zei het niet hardop.
En... en hij zag dat zijn broer dood was.
Zijn trouwe vriend, zijn bloedverwant, liggend op de grond met ledematen gelegen in akelige vreemde hoeken. Met een straaltje bloed dat langs zijn kin naar beneden drupte, en doffe ogen die niets ziend naar de grijze lucht staarden.Er viel even een lange stilte. Ismene gaf Rayan even de tijd om te kalmeren en zijn hoofd weer helder te krijgen. Ondertussen was Armin naar hem toegelopen met platte oren en een droevige uitdrukking en wreef hij troostend tegen Rayan aan. Ze vermoedde dat Armin zijn woede moest gevoeld hebben. De zon stond boven de bergen in de verte te schijnen, en stond al beduidend lager dan toen ze hier waren aangekomen. De wind speelde met hun kleren en haar, waardoor er soms plukken in haar gezicht vlogen.
'Waarom zouden ze zo'n geplande actie uitvoeren?' vroeg ze hem vervolgens.
Hij keek haar even aan. 'Mijn vader had één van hun koninginnen gedood. Ik denk dat ze haar dood wouden wreken, en vervolgens hadden ze ons waarschijnlijk in de gaten gehouden en kozen ze een kwetsbaar moment om toe te slaan,' vertelde hij. 'Na achttien jaar, je zou je kunnen afvragen waarom ze er zo lang hadden opgezet. Maar na de strijd hebben ze heel lang naar jouw vader gezocht. En nu weten we ook dat die nog altijd niet gevonden is. '
Hij liet zijn hoofd zakken met een zacht gekreun.'Het is nogal onbeleefd van me dat ik hier zelfmedelijden heb terwijl jij ook verliezen hebt geleden. Het moet natuurlijk pijnlijk zijn dat je je beide ouders verloren hebt, al zo vroeg,' bracht hij zacht uit. Zijn woede van daarjuist was bedaard.
Ze wierp hem een verwilderde blik toe. Wat beweer je nu, dacht ze? Voor jou was het wel tien keer erger. Jij hebt ze zien doodgaan, op een gruwelijke manier dan nog. En bij jou was het nog maar een halfjaar geleden gebeurd. Het drong tot haar door dat ze plots een felle boosheid voelde jegens haar vader. Een boosheid die al even in haar had gezinderd, maar nu pas duidelijk aangaf dat hij aanwezig was. Ze was kwaad op hem dat hij haar had achtergelaten. Maar nu had ze enkele redenen meer gekregen. Waarom had hij haar niet gewoon de waarheid kunnen zeggen over hun aard? Of haar tante ervan op de hoogte kunnen stellen? Ze is misschien maar een mens, maar ze had het op zijn minst mogen weten als compensatie voor het feit dat ze Ismene bij haar in huis had genomen.'Het geeft niet. Misschien wil ik ze wel niet meer zien, althans toch mijn vader. Hij heeft zijn kans gehad,' snauwde ze met het beeld van haar vader in haar gedachten. Ze plukte hardhandig enkele grassprieten uit de grond en liet ze vervolgens wegwaaien in de wind.
'Misschien deed hij het wel voor je eigen veiligheid,' zei Rayan die de zwevende grassprietjes volgde.
'Het zal wel,' bracht ze dan maar gefrustreerd uit, 'Maar waar is zijn bescherming nu? Nu dat ik achtervolgd wordt door de hele stam van Nachtvrouwen? Ik ben hopeloos tegenover hun, hij heeft mij nooit geleerd hoe ik mijn vermogens moet gebruiken.' Ze zuchtte diep.
'Er is nog altijd tijd om het te leren, je kan meetrainen met de beginners,' opperde Rayan onverschillig, zonder te beseffen welke kettingreactie hij in gang had gezet. Ismene's ogen fonkelden terwijl ze zich tot hem wendde.
'Zou jij het me niet willen leren?' vroeg ze voorzichtig met een smekende blik.Rayan keek ervan op; hij aarzelde, duidelijk verwikkeld in een tweestrijd. Ze vroeg zich af wat hem tegenhield om het niet te doen. Want ze wist dat het hem niet ging om de tijd die hij erin zou moeten steken. Ze wist zelfs dat zijn slimheid hem een hoop vrije tijd opleverde. Ze probeerde haar smekende blik wat te verdiepen en overtuigender te maken. Hij staarde haar een tijd aan.
'Goed, ik leer het je wel,' zei hij toegevend.
Ze keek opgewekt naar hem. 'Wanneer begint de eerste les?'
'Vandaag was de eerste les voor de eerste gave, wat de zintuigen betreft, en de volgende zal volgende week zijn. Onze tweede gave is vechten, daar vertel ik je dan wel meer over.'
Verbaasd keek ze hem aan.
'Waarom zo lang wachten?' Ze had eerder zin om meteen er in te vliegen, althans zeker de volgende dag, maar tot volgende week wachten duurde werkelijk te lang.
'Dan kan je nu eerst oefenen op je zintuigen,' zei hij resoluut, zonder verdere tegenspraak te dulden. Ze besefte zelf dat hij niet bereid was erover te twisten, dus stemde ze maar verslagen in. 'Goed dan.'Uiteindelijk keerden ze terug op Armins rug naar de plaats waar ze op hem waren gestegen, en vandaar wandelden ze samen naar Ismene's huis. Toen ze daar waren, keerde Rayan terug na een kort afscheid.
'Tot morgen,' riep Ismene nog vlug toen Rayan zich omgedraaid had.
Hun afscheid verliep elke dag hetzelfde, het was bijna een ritueel geworden: Hij keerde zich weg van haar huis, zij zei hem gedag, en hij knikte vervolgens eens over zijn schouder om vervolgens verder weg te lopen. Maar vandaag ging het anders.
Hij was al twee meter van haar verwijderd, en keerde zijn hoofd half naar haar toe.
'Tot morgen,' zei hij na enige aarzeling.*
'Nog een ontbijtkoek?' vroeg haar tante terwijl ze de schotel met ontbijtkoeken voor haar neus hield.
'Nee, bedankt. Ik heb geen honger meer,' zei Ismene.
'Ooh! Ik wil er wel nog één!' riep Michael plots enthousiast.
'Jij hebt er al drie op,' opperde haar tante tegen hem, 'Straks heb je nog buikpijn.'
Vandaag was het dinsdag. Ze had de afgelopen dagen voortdurend op haar zintuigen zitten oefenen, en was best tevreden met het eindresultaat. Het lukte haar nu al met minder inspanning haar zintuigen aan te scherpen. Meestal oefende ze het vanuit haar raam van waaruit ze het kleine dorp kon zien, en focuste ze zich op elk van de gebouwen.
Ze had Rayan op de hoogte gesteld van haar vooruitgang en vandaag zouden ze eindelijk beginnen met de volgende etappe van de lessen. Daar keek ze naar uit.Toen ze het huis uitliep en de deur achter haar vergrendelde, zag ze Rayan al verderop staan wachten. Ze liep vrolijk naar hem toe.
'Wat houdt les twee nu precies in?'
'Vechten. Keltakrijgers zijn geboren vechters. We zijn in staat heel snel en behendig te bewegen, en de zetten van onze tegenstander te zien aankomen. Het is een soort van oud instinct dat ons leidt.'
Ze keek hem verwonderd aan. 'Nou, daar heb ik nooit iets van gemerkt. Ik bedoel dat ik helemaal niet snel en behendig ben.''Dat had ik ook al gemerkt tijdens sport,' vertelde hij terwijl er rond zijn ogen een denkende trek verscheen, 'Sommige gaves ontwikkelen zich makkelijker dan andere. Je zintuigen scherp stellen had je heel snel onder de knie, misschien zal vechten je iets moeilijker bevallen.'
Dan zou het waarschijnlijk nu een stuk zwaarder worden, dacht ze. Ze had Rayan nog maar één keer hiervoor zien vechten en dat was tegen Jona. Hij was in tegenstelling tot haar veel sneller en sterker. Toen ze opeens aan de schoolpoort aankwamen, begonnen ze over andere dingen te praten.

JE LEEST
De Laatste Koningin
FantasiIsmene was maar vijf toen haar vader samen met haar in snelvaart van Zweden naar Engeland vertrokken. Ze hoefde geen jaar ouder te zijn om de angst in zijn ogen af te lezen. Hij zette haar af bij haar tante in Edinburgh, met de belofte dat hij ging...