1

117 11 22
                                    

'Waar ben je?'
'Waar heb je je verstopt?'
Ismene wist zelf niet waar ze was. Ze zag niks, voelde niks. Ze was verwikkeld in een gevoel van zweverigheid, als een stuk vod van het zeil van een gezonken schip dat door de diepte van de oceaan verloren zweefde. Dat zich liet voortstuwen door de soepele bewegingen van het zwarte water in de stilte van die diepte. Alleen was het niet stil bij haar.
'Waarom vertel je het niet gewoon? Zeg eens, vertrouw je me niet?'
 De stem was vreemd, het klonk niet bekend maar op een andere manier ook weer wel, en dat verwarde haar. Het klonk als een uitdovende echo, die zijn klanken liet galmen door haar hoofd.

Ze wou iets zeggen, iets dat de stem zou helpen om haar te vinden, zodat ze gevonden zou worden en uit deze zwarte kuil getrokken kon worden. Maar tevergeefs hoe ze probeerde, kon ze geen enkel geluid voortzetten, noch haar woorden, die ze eerst dacht uit te spreken, horen. Ze zou hier voor eeuwig vergeten liggen, dacht ze. Niemand die haar zou kunnen vinden. Haar tante en neefje zou Ismene nooit meer terugzien. Bij die laatste gedachte zag ze hun gezichten voor zich. 

Als in een herinnering kon ze haar neefje met die schattige lichtbruine krulletjes en dikke roze wangen, zijn hand in de chocopot zien steken. En haar tante die meteen met dunne geschokte ogen de chocopot wegtrok van het ondeugende ventje en besefte dat het al te laat was. Michael kon zijn tevredenheid niet meer verbergen toen hij zijn vingers vol choco in zijn mond stak, en zijn oogjes straalden van overwinning. Dat moment zou ze nooit meer vergeten zijn. Ze weet nog hoe ze hard moest lachen bij de aanblik van Michaels mond helemaal besmeurt. Ismene zag haar tante op een speelse manier glimlachen met gefronste wenkbrauwen en zich naar haar toe richten. Het gezicht van haar tante was elegant en afgelijnd met enkele dunne rimpeltjes. Ze was in de dertig en runde het huis waar zij, Ismene en Michael woonde, helemaal in haar eentje. Met zijn allen zaten ze om de ronde tafel in de keuken en door het raam aan haar zijde kwamen de laatste zonnestralen van de avond binnen gedwarreld.  Haar korte bruine haar, waar enkele grijze haren in te zien waren, was opgedraaid in een losse dot in haar nek en enkele rebelse plukken hingen los naast haar gezicht. Ze keek Ismene nu aan met een doordringende blik en zei toen betekenisloos:
'Ismene...'
Ze leunde naar voor en stak één van haar handen recht voor zich uit naar haar toe. Ze kwam dichter en Ismene zag hoe haar moederlijke lieve gezichtsuitdrukking vervaagde.
 'Ismene... Ismene!'
De hand van haar tante griste met een verbazingwekkende reflex naar voor terwijl haar gezicht verzuurde. Ismene die haar ogen wijd opensperde, trok zich net op tijd terug en voelde haar lichaam naar achteren kantelen als de stoel waarop ze dacht te zitten. De beelden van haar vervormde herinnering vloeide over in zwarte rook tot alles weer donker was. Ze zag nog net hoe haar tante teleurgesteld keek met ogen dat, nu pas zag ze het, niet de hare waren. 

De trilling van de schok toen ze de grond trof, verspreidde zich doorheen haar hele lichaam. Haar voorhoofd was warm en haar handen zweterig. Ismene zag iets oranjegeel doorheen haar oogleden en het drong tot haar door dat ze verwikkeld lag tussen haar dekens. Haar oogleden voelden zwaar en vermoeid aan, maar ondanks de drang om weer te gaan slapen, opende Ismene ze toch. Ze bleef even naar het saaie witte plafond staren, realiserend dat ze gewoon in haar nieuwe slaapkamer was. Haar ogen prikten van de vroege ochtendstralen die erin schenen vanaf de zijkant. Haar kamer rook naar een doffe slaapgeur vermengd met wat zweetstank. Ze zou zich moeten douchen, dacht ze, maar een snelle blik naar de paarse klok op haar houten nachtkastje, sprak haar tegen. 

De eerste schooldag! Ze had gisteren vergeten een wekker op te zetten, realiseerde ze nu pas. Ze wurmde zich meteen uit de om haar heen gedraaide dekens, wat nog best uitdagend was, en keek nog eens naar de klok. Het valt nog wel mee. Geen reden tot paniek, als ik opschiet kom ik niet te laat, maar vergeet het douchen. Ik zal wel wat deo spuiten. Ze smeet haar tweedehands kleerkast open die in de hoek van haar kamer stond en haalde er een spijkerbroek en dikke blauwe trui uit. Al stappend naar de badkamer deed ze haar kleren onhandig aan en trapte in een klein speelgoedautootje van Michael waar ze bijna van gevallen was.
'Auw! Michael ruim je speelgoed op, wil je dat ik een been breek?!'
Het kleine mannetje piepte met slaperige ogen uit zijn slaapkamer dat vlak naast de hare stond. 'Het is niet mijn fout dat je erop gaat staan.'
Michael glimlachte ondeugend en Ismene wierp hem een geïrriteerde blik. Ze besloot hem te negeren en ze opende de deur naar de badkamer. Ze kon zien dat Michael al zijn tanden was komen poetsen want de grond zat vol vlekken van een mengeling van water en tandpasta. Haar zwarte licht krullende haar zat als een ontplofte dikke pluisbal op haar hoofd en de wallen onder haar ogen contrasteerde hard met haar bleke huid. 

De Laatste KoninginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu