20

28 3 2
                                    

'Start.'
Ze stelde zich waakzaam op terwijl ze met kleine stapjes een cirkel rond hem beschreef. De beschermende kleding die ze droeg, was wat te groot voor haar en ze leek er wel in weg te zinken. En het gewicht ervan maakte haar nog slomer dan ze al was. Ze hadden gisteren de hele tijd basis vechttechnieken geoefend, wat ze nog wel had kunnen volgen, maar haar innerlijke vechter was nog steeds niet naar boven gekomen. Uit frustratie deelde ze de eerste klap uit. Ze zwierde haar been naar zijn zij, en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging haar evenwicht te behouden. Maar Rayan was onmenselijk snel. In een flits ontweek hij haar been, en kaatste hij hem weg, waardoor ze haar balans voor de zoveelste keer verloor en de grond haar opving met een doffe klap. Ze gromde gefrustreerd.

'Ik kan er echt niks van,' bracht ze geërgerd uit. Ze duwde zich op zodat ze op haar knieën zat.
'Ik moet wel toegeven dat ik nog nooit zo'n beroerde vechter heb meegemaakt binnen de Keltakrijgers,' zei Rayan die haar rechttrok.
'Nou bedankt,' wierp ze hem sarcastisch terug, 'nu voel ik me nog meer gemotiveerd om verder te doen.' Ze kreunde terwijl ze weer op haar benen ging staan.
'Misschien is het beter om het te laten voor wat het is vandaag,' besloot hij terwijl hij zijn hoofdbeschermer afdeed. Armin die het hele tafereel vanaf de zijkant had gade geslagen liep naar zijn partner toe, en keek hem verwachtingsvol aan. Rayan aaide hem even over het hoofd. Ondertussen deed ook Ismene haar beschermende kleding uit. De beschermers waren gemaakt van een hard leer aan de buitenkant en vanbinnen zacht gemaakt met wol, wat ze nog wel comfortabel maakte, maar ze verlangde toch ernaar ze zo snel mogelijk weer uit te doen. Voor nu had ze het even gehad met het vechten.

Ze oefenden de vechtkunst altijd in de open vlakte achter Rayans huis. Het werd er overschaduwd door de bomen aan de kant, maar het perkje was vrij gemaakt van takken en stenen en dus de perfecte plaats om te oefenen. Nadat ze hun leren beschermers in het tuinhuisje hadden opgeborgen, liepen ze terug naar de achterdeur. Maar net op dat moment hoorden ze plots een luide kreet vanuit de bossen aan de achterkant. Iedereen was meteen op zijn hoede. Het klonk als een kreet van een wolf, maar het was niet helemaal hetzelfde als gehuil.

'Armin!' riep Rayan vervolgens snel en gespannen. Ze wist niet wat er aan de hand was. Voor haar begon Armin zijn vacht heen en weer te schudden en nam hij zijn grote gedaante aan. Ook hij leek plots opgejaagd. Zijn felgele ogen stonden alert.
'Rayan, wat is er? Wat was dat geluid?' vroeg ze hem terwijl ze naar hem toeliep. Hij klom vliegensvlug op Armins rug, en negeerde haar vragen.
'Ismene, klim er op.'
Zijn blik stond geschrokken, dus deed ze maar gauw wat hij haar had gevraagd en klom achter hem op Armin. Ze had nog maar net haar armen rond zijn middel geslagen, toen Armin plots in volle vaart de kleine weg tussen de bomen inliep. Ze schokten op en neer door de kille mossige lucht van het bos. Het gevoel dat Armin nog sneller liep dan de eerste keer dat ze op hem had gereden, viel niet te ontkennen.
'Rayan, wat gebeurt er?' schreeuwde ze hem toe, maar de wind nam haar woorden mee naar achteren en bereikte Rayans oren niet. Ze voelde dat zijn spieren gespannen stonden onder zijn sweater.

Zowel de aarde als de takken boven hun waren afgelijnd met een heel kleurenpalet van rood, oranje en bruin, terwijl Armin liep, kraakten enkele dorre blaadjes onder hem. Ze kon de snelle ademhaling van Armin doorheen haar benen voelen galmen, en zijn gehijg horen.

Het duurde niet lang voor ze plots halt hielden. Ze vermoedde dat de weg die ze genomen hadden dezelfde was als deze die leidde naar de heuvel met de enorme inkeping, die een roedel Rayaswolven huisvestte. De weg viel moeilijk te herkennen terwijl ze hem afgingen, want deze keer was er geen laagje sneeuw dat alles bedekte en wit maakte, maar nu zag ze de immense grot voor haar opduiken en werd haar vermoeden zeker. Rayan daalde meteen af en Ismene volgde zijn handelingen. Ze renden met zijn allen naar de ingang van de grot waar enkele jankende geluiden uit werden gekaatst. Ze wist niet waar ze eerst moest kijken. Er hadden zowel wolven gezeten op het open veld als onder het dak van steen. Maar Rayan bukte zich plots aan de verste rotsmuur, waar enkele Rayaswolven rond iets stonden. Ze liep hem achterna en keek over zijn schouder.

De Laatste KoninginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu