24

20 2 0
                                    

'Ik kan niet geloven dat je dit gedaan hebt, Rayan.' Een stille woede klonk door in Alies' stem. 'Weet je wel wat er had kunnen gebeuren? Verdomme.'
Rayan, zij en Alies zaten in de bloedrode wijde zetel. Terwijl Chris nog buiten was, en Dalehs wonden verzorgde. Ismene keek afwezig naar de voordeur. Ze dacht aan Jona die nu veilig boven lag te slapen en waarvan Alies en zij haar verwondingen al verzorgd hadden. Zou ze het zich herinneren wat er allemaal gebeurd was? Zou ze veranderd zijn? Het gesprek verdween wat naar de achtergrond, terwijl ze haar lichaam liet inzakken in de zachte kussens.
'Ja, daar heb ik aan gedacht, maar ik wist ook dat als ik zou weigeren, ze uiteindelijk zelf op zoek zou gaan. En kijk, er is niks ergs gebeurd. Jona is terug, Chris is terug en we weten nu wat de Nachtvrouwen willen. Het had zelfs niet beter gekund,' legde Rayan uit. Alies kneep haar ogen geërgerd dicht.
'Wat moet ik soms toch met jou aanvangen, als je nooit geen bevelen gehoorzaamt,' zei ze dan uiteindelijk, redelijk kalm vergeleken met haar uitval een ogenblik geleden. Alies was heel kwaad geweest, toen ze het hele verhaal gehoord had, en het wederzien van haar trouwe vriend, Chris, had haar boosheid gelukkig nog wat kunnen dempen.

Op dit moment kwam ook Chris binnen, nog altijd droeg hij zijn vuile kleren met zijn haren in de war. Hij keek iedereen even begroetend aan, maar Ismene negeerde weloverwogen zijn blik, ze staarde naar beneden, naar haar voeten. En hield haar armen gekruist voor zich. Ze hoorde haar vader zuchten, toen hij met een plof naast Alies ging zitten.
'Chris, is het waar? Het kan toch niet waar zijn, zit Serafina in haar?' fluisterde Alies tegen Chris, maar Ismene kon het natuurlijk wel horen. Toch zei ze niks, ze had al de hele avond niks gezegd.
'Het moet zijn, Lilith voelde het in haar. Niemand weet hoe het kan, en waarom het al die tijd onopgemerkt is gebleven. Maar...' Aarzelend keek Chris wat om zich heen. 'Ik heb wel een vermoeden van hoe het gebeurd is.'
Alies staarde hem bemoedigend aan om zijn woorden te delen met haar, maar Chris maakte geen aanstalten verder te vertellen. Ze voelde hoe hij haar aan het aanstaren was, en hoe Alies dat plots ook deed. Ismene ontweek hun blikken. Hier had ze genoeg van.

Ze zette zich snel recht met een verzuurd gezicht, en liep met grote passen naar de voordeur die ze vervolgens driftig achter zich dichttrok. Enkel Rayan had haar naam nog achterna geroepen, maar ze liep nu zo snel als ze kon naast het huis heen en daar de kleine weg in. Ze rende zo hard, dat ze na een ogenblik bijna geen lucht meer had, maar ze beet door, want ze hoorde iemand haar achterna komen. Ze kon niet meer in die kamer zitten, waar mensen haar bevreemd aankeken alsof ze net in een soort monster veranderd was. Het was ondraaglijk om bij haar vader te zijn. Hoe kon ze het hem ooit vergeven.

Uiteindelijk kwam ze aan de grote grot, waar ze overweldigd werd door een plots gevoel van troost en geluk. Zana moest hetzelfde gevoeld hebben toen ze opgewekt naar Ismene toe daverde. Ismene wandelde onder de inkeping door, en hurkte zich neer terwijl ze Zana verwonderd in zich opnam; wat was ze gegroeid sinds haar geboorte. Ze was wel nog kleiner dan de andere Wolven, maar leek voor de rest al volwassen. Toen ze bij Ismene was, zwierde ze haar voorpoten op haar knieën, en likte vervolgens haar neus. Ismene moest ervan grinniken. Ook merkte ze Zana's stralende lichtblauwe ogen op, die haar vreemd genoeg aan haar eigen ogen deden denken.

'Wanneer de tijd aanbreekt, kom je je Wolf weer tegen en weet je dat ze voor eeuwig aan je zijde zal staan. Ik geloof dat die dag voor jou vandaag is,' zei Rayan die aan de ingang van de grot stond en naar haar en Zana staarde, vervolgens liep hij naar hun toe. Ismene liet zich zakken op haar zitvlak en leunde tegen de muur, terwijl ze Zana onderzoekend aankeek. Rayan zette zich naast haar.
'Ismene.'
Ze keek hem aan, terwijl Zana terugliep naar haar moeder die wat verderop in de grot lag, alsof ze bewust Ismene en Rayan een moment alleen gunde.
'Ik weet hoe je je moet voelen, je denkt dat we je vanaf nu anders zullen aankijken en behandelen,' zei hij zacht, terwijl hij het oogcontact niet losliet, 'maar dat zal helemaal niet gebeuren. We hebben geleerd op elkaar te vertrouwen, we zijn vrienden geworden, en we zullen je juist niet alleen laten wanneer je in je diepste dal verkeert.'
Ismene wendde haar blik af, en moest bijna huilen, omdat ze wist dat hij elk woord meende. Maar toch.

'Rayan, hoe zullen jullie dit kunnen aanvaarden, als ik het al niet kan. Wat als hetgeen dat in mij zit beslissingen heeft genomen waar ik niet bewust over ben geweest?' Ismene trok haar knieën op tot tegen haar borst.
'Het valt haast niet te geloven dat Serafina in jouw zit. Als ze echt de kracht had jouw geest te onderdrukken, en eigen beslissingen te nemen, dan hadden we dat allang gemerkt. Je bent nog altijd jezelf, Ismene. Nachtvrouwen kunnen niet omgaan met gevoelens, laat staan dat ze deze nabootsen. Serafina zit in jouw gevangen, want je weet al dat je geen gewoon mens bent, Ismene, je bent een Keltakrijger en dat heb je vandaag ook overduidelijk bewezen. Ongelooflijk hoe een beetje spanning, je krachten naar boven kunnen halen. Je hebt legendarisch gevochten. Maar het was wel te ver gekomen, ik heb je niet kunnen beschermen, en dat verwijt ik mezelf. Alweer.'

Ismene moest even nadenken over zijn woorden. Ze begreep dat hij doelde op het moment dat hij ook zijn broer en vader niet had kunnen beschermen. 'Rayan, je moet je niks verwijten. Als ik niet de kans had gehad om te kunnen vechten, had ik mijn vechttalent ook nooit zo ver kunnen laten ontwikkelen. Het zal niet altijd mogelijk zijn de mensen waarvan je houdt te beschermen, dat moet je onder ogen zien te komen.'
Rayan keek haar curieus aan. 'Je hebt waarschijnlijk wel gelijk. Nadat... Na de dood van mijn broer en vader dacht ik dat het beter was mezelf niet meer te binden aan andere personen. Het was zo verschrikkelijk hun beide kwijt te raken, dat ik het mezelf niet kon veroorloven om van andere mensen naast Alies te gaan houden, dus sloot ik mezelf af.'
Ismene dacht terug aan de eerste dagen na hun kennismaking, toen hij nog afstandelijk en ondoorgrondelijk was. Maar de afgelopen tijd had ze deze kant van hem niet meer gezien.
'Maar de laatste tijd ben je terug open gebloeid,' zei ze onnadenkend.
'Ja, inderdaad. En daar heb jij voor gezorgd geloof ik. Door jou heb ik mijn weg weer teruggevonden,' vertelde Rayan.

Ze zuchtte. 'Wat grappig dan dat ik verdwaald ben. Ik heb het gevoel dat ik mezelf ben kwijtgeraakt. Dat ik niet meer weet wie ik ben.'
Enkele tranen rolden over haar wangen naar beneden, en lieten een koud spoor achter. Het was even stil. 'Je bent nog altijd jezelf, en dat ben je altijd al geweest,' klonk het dan plots. Rayan nam haar gezicht in zijn handen en veegde de tranen weg. Nu werd ze bijna gedwongen in zijn stralende goudbruine ogen te kijken.
'Ik zweer je, Ismene. Ze heeft geen controle over je,' zei hij bijna fluisterend en bloedserieus, 'anders... Anders zou ik ook nooit...'
Hij kwam plots naar haar toe, en voor ze het wist had hij zijn lippen op de hare gezet. Ze schrok er heel even van, maar zijn lippen betastten teder de hare en ze kuste hem terug. Zijn handen gleden zacht weg naar achteren, zodat haar hoofd erin kon rusten. En haar handen liet ze zacht overheen zijn rug strijken. De zoen was zo intens, dat voor even al haar zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon. In de grot was het nog koeler dan buiten, maar ze hielden elkaar warm in hun omhelzing, en terwijl ze elkaars adem opnieuw inademden en hun hartslagen zich samenvoegden tot één vreemde en magische melodie, kon Ismene de blikken van de Wolven in haar rug voelen porren, die hun aandachtig in de gaten hielden. Ondanks haar ellende, voelde ze zich nu gelukkig. Ze vergat haar vader, Jona, Serafina, Lilith... Ze vergat alles en voelde zich bijna wegebben in het moment van de zoen. Uiteindelijk kwamen hun lippen weer van elkaar en staarden ze nog even beiden in elkaars ogen.

'Anders zou ik ook nooit zo verliefd op je zijn geworden, ik hou van je,' vervolledigde hij toen.
Ze keek hem een tijd lang aan, terwijl hij met zijn vingers haar haar achter haar oor streek, en haar ook afwachtend aanstaarde. En toen vielen er nog meer tranen naar beneden, terwijl ze hopeloos probeerde wat te zeggen, wat niet lukte. Hij liet merken dat hij haar begreep en vervolgens omhelsde hij haar en huilde ze het uit in zijn shirt. Ze huilde om alles, om de waarheid en het verleden. Ze was bijna zeker dat ze nog nooit zo hard gehuild had, of althans niet met zoveel verdriet. In haar gedachten sprak ze de woorden uit die ze niet hardop had kunnen zeggen, omdat het haar even te veel was geworden.
Ik hou ook van jou.
Maar ze was er zeker van dat Rayan het wist, want ze wist nu eenmaal dat haar gezicht zelfs haar diepste gevoelens kon verraden. Terwijl ze daar zo zaten, probeerde Rayan haar te troosten met zachte woordjes die hij in haar oor fluisterde, en tedere gebaren.

Zij had hem geholpen zichzelf weer terug te vinden, nu zou hij haar helpen.

De Laatste KoninginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu