'Ismene?'
'Ja?'
'Ismene, waar ben je?'
Haar tante's stem sloeg bijna over van ongerustheid, en ging vervolgens over in een stilzwijgende boosheid. Zodra ze opgenomen had, was ze naar de bosrand gegaan zodat ze even alleen was, en uit de aandacht van iedereen stond. De Rayaswolven waren waakzaam en onrustig geworden door het voor hun vreemde geluid, wat nog een extra drijfveer was geweest om ergens aan de kant te gaan staan. Ondertussen waren ze gekalmeerd, en werd de sfeer weer als voordien.
'Ik ben bij een vriend gegaan, en blijven slapen,' zei ze op haar hoede voor een kwade uitval van haar tante, die gelukkig niet kwam. In plaats daarvan hoorde ze een langgerekte zucht, en een stem die duidelijk minder trilde en opgelucht overkwam. Ismene had gisterenavond helemaal vergeten een verwittiging te sturen zoals Alies had gesuggereerd, dat was natuurlijk stompzinnig geweest van haar, maar ze was toen ook niet helemaal helder bij geest geweest. De uitputting had haar tol geeist.'Godzijdank, weet je wel hoe bezorgd ik was? Ik weet dat je binnenkort zeventien wordt, maar een bericht had wel nog gemogen hoor. Vooral toen ik plots door de politie gebeld werd, en meteen naar huis moest komen. Er was een kapot raam, en modderige voetafdrukken, en ze vertelde dat Jona verdwenen was. Ze denken dat er sprake is van een ontvoering.'
Ismene bleef even stil; ze kon natuurlijk niet zeggen dat ze dat al wist, want dat zou een moeilijke situatie teweeg brengen. Ze hoopte met haar zwijgen een ontsteltenis na te bootsen, maar toen haar tante ook even stil was, besloot ze uiteindelijk maar te vragen naar wat de politie te weten was gekomen.
'Sinds wanneer precies volgens de politie? Hebben ze al wat meer informatie over waar ze naartoe zou zijn gegaan?'
Haar tante moest een paar keer diep in- en uitademen, ze had tot slot misschien gedacht dat degene die Jona ontvoerd had, misschien haar ook had ontvoerd. Vreemd genoeg zou dat vermoedelijk ook werkelijk gebeurd zijn als Rayan daar niet geweest was.'Ze geloven dat het nog in de avond gebeurd is, net voor de storm opdook. Jona's ouders hadden ergens anders overnacht door de storm, en ze zijn nu diep ongerust. De weerman had nochtans gezegd dat de storm niet zo hevig ging zijn als de vorige, maar goed. Eén van haar broers had het opgemerkt, toen hij het avondeten aan haar bed ging brengen. Sommige telefoonlijnen zijn ook onderbroken geweest door het weer waardoor ze pas laat de politie hebben kunnen bereiken. Jona heeft haar telefoon meegenomen, maar ze is niet bereikbaar. Ze hebben al geprobeerd de telefoon op te sporen, en hebben heel even een kort signaal opgevangen in de bossen, maar het is nog heel onduidelijk. Ze sturen een escorte de bossen in om haar te vinden. Maar je moet nu naar huis komen; ze willen je ondervragen. Het blijkt dat je één van de laatste was die Jona nog gesproken heeft,' vertelde haar tante als een sneltrein.
'Ja, ik kom meteen af. Ik ben er over een twintigtal minuten,' zei Ismene noch kordaat en ze legde toen af.
Al de angst en de zorgen om Jona die deze ochtend op een afstand hadden geloerd, grepen haar nu weer bij de keel vast, en ze kreeg een onaangenaam kwellend gevoel in haar borstkas. Alsof haar longen kleiner werden en minder lucht konden aanzuigen. Ze liet haar telefoon terug in haar jaszak glijden, zuchtte, en liep vervolgens terug naar Rayan en Alies. Het leek alsof ze wisten wat Ismene ging zeggen, want ze hadden al afscheid genomen van de Rayaswolven, en begaven zich naar haar toe. Achter hun volgden nog drie van de Wolven.
'Malek, Imker en Daleh zullen rondom je huis blijven als bescherming. Ze nemen wel een andere weg om er te geraken,' legde Alies uit, terwijl ze naar de drie Rayaswolven gebaarde. Ismene merkte op dat ze nog geen kennismaking had gedaan met Daleh.
'Wie is Daleh?' vroeg ze dan ook.
'Hij was de wolf van je vader.'
Ismene was verbaasd, ze had er even helemaal niet aan gedacht dat haar vader net zo goed een wolf had gehad. Maar er was nu geen tijd meer Daleh verder te leren kennen, ze moesten snel naar huis. Ook de Rayaswolven gingen en verdwenen ergens in het bos aan hun zijde. Alies, Rayan en Ismene volgden dezelfde weg weer terug naar de grote chalet.Daar aangekomen, had Alies algauw een kort afscheid genomen van Ismene, terwijl ze in de opening van de voordeur ging staan om hun na te kijken. Deze keer zat Ismene achter Rayan. Ze sloeg ongemakkelijk haar armen rond zijn bovenlichaam. Als hij er niet opgestaan had dat ze dat deed, had ze het waarschijnlijk niet gedaan en zich hopeloos met weinig grip aan de zitplaats geklemd, want al de hele ochtend hadden zijn woorden, blikken en handelingen tegenover haar een ijzig kantje. Alsof hij wilde dat ze eigenlijk zover mogelijk van hem vandaan bleef. Ze vroeg zich af of dat nog steeds kwam door gisteren.
Het duurde niet lang vooraleer ze aan haar huis aankwamen. De rit was probleemloos verlopen, zelfs al lagen er hier en daar nieuwe obstakels op de weg. Aan haar huis stond de auto van haar tante, samen met nog twee politieauto's. Maar verder leek het dat iedereen binnen was, dus daalde ze af van de sneeuwscooter en probeerde ze met een zekere tred naar de deur toe te lopen. Toen ze de deur bereikt had en op het punt stond naar binnen te gaan, hoorde ze het brommen van de sneeuwscooter die steeds stiller werd.
Ze deed haar jas en schoenen uit en liep toen naar de woonkamer, waar een aangename warmte haar verwelkomde. En ook enkele omdraaiende gezichten. Drie politiemannen zaten in de zetel en een andere zat op een stoel die erbij geschoven was, eveneens als haar tante die het verst van achter in de ruimte zat. Voor het raam dat gebroken was, hing een groot karton, en het glas en de modder waren ook al opgeruimd. Er volgden enkele begroetingen, en vervolgens een kleine nutteloze ondervraging waarbij Ismene eigenlijk alles wegliet tussen haar bezoek bij Jona tot nu. Ze had verteld dat ze na Jona's bezoek meteen naar Rayan was geweest en door de storm genoodzaakt was er langer te blijven. En ook had ze in grote mate het gesprek tijdens haar bezoek proberen na te vertellen, zelfs al zouden er geen verdere aanwijzingen inzitten.
Toen ze klaar waren, kon ze het niet laten ook hun wat te vragen. Ze zaten nu met zijn allen aan de keukentafel.
'Ik heb gehoord dat jullie een signaal van haar mobiel hebben weten op te vangen. Betekent dat dat jullie haar zullen vinden?' vroeg Ismene hopend op een geruststellend antwoord.
Eén van de politiemannen met kort geschoren bruin haar nam het woord.
'Ja, en we hebben al kunnen vaststellen dat het mobiel beweegt, want het signaal verplaatst zich voortdurend. Dat wilt wel niet garanderen dat je vriendin het goed maakt, het kan ook de ontvoerder zijn, of ze heeft het laten vallen en een wild dier is er mee weg. We hebben meteen een escorte gestuurd. Het signaal zou elk moment kunnen wegvallen als haar mobiel het begeeft in stroom of gewoonweg kapot gaat.'
'En hoelang zal de zoektocht dan duren?'
'Dat hangt natuurlijk af van vele factoren. Het zou enkele dagen tot weken kunnen duren. Maar gedurende die tijd houden we Jona's familie op de hoogte van de vorderingen, daar kunt u dan altijd het nieuws gaan vragen.''Waarom denken jullie dat Jona ontvoerd is en de ontvoerder ook naar hier is gekomen?' vroeg ze meer om te zien wat de politiemannen dachten dan naar eigen interesse, want zij wist natuurlijk het motief al. Ze vond het akelig hoe makkelijk het haar afging te verzwijgen en te liegen.
'Deze zaak ziet er niet makkelijk uit,' zei dan een andere politieman, eentje met een kaal hoofd en een tattoo in zijn nek, 'we hebben op dit moment nog niet voldoende bewijsstukken en aanwijzingen om een goed antwoord te bieden op die vraag. Wat we op dit moment vermoeden is dat Jona naar jouw huis onderweg was, en de ontvoerder die jouw huis was binnengebroken in het oog gekregen heeft, wat de dief aanzette haar misschien mee te nemen.'
Ismene knikte lichtjes. Ze had geen verdere vragen meer en besloot afscheid te nemen van de politiemannen. Er werden enkele stevige handdrukken uitgedeeld, en toen begeleidde haar tante ze naar buiten.Vervolgens ging ze naar haar kamer, en bleef even in de deuropening staan om de kamer in zich op te nemen. Ze kon zich niet meer herinneren dat ze haar kleerkast wijd open had laten staan, en ook niet dat ze kleren op de grond had gelaten. Sterker nog, begon ze zekerder te zijn dat ze haar kamer niet zo had achtergelaten. Terwijl ze ernaar toe liep, zag het eruit alsof iemand gewoon een rotzooi van haar kleren had gemaakt, maar na een wat gedetailleerdere inspectie van het tafereel, kwam ze tot de conclusie dat er kleren miste. Als de politiemannen hier zelfs waren geweest om een kijkje te nemen en hoopten nog iets verdacht op het spoor te komen, zouden ze gewoon gedacht hebben dat Ismene haar kamer dringend eens moest opruimen.
Maar zij wist natuurlijk als enige dat er dingen misten. Er mankeerde twee van haar pulls, een blauwe en bruine, en een spijkerbroek, en ook haar regenjas was weg. Ze had er niet lang voor nodig om te weten wat er gebeurd was.
Jona was teruggekomen, al dan niet met enkele andere Nachtvrouwen, en had haar kleren gestolen. Ismene had misschien boos moeten zijn dat ze nu nog minder kleren had, maar eigenlijk voelde ze zich nog wat opgeluchter, en zelfs blij. De koude zou nu althans Jona's leven niet meer in de waagschaal stellen. Deels voelde het ook vreemd aan dat de koningin in haar kamer was geweest. Haar kamer was haar persoonlijke terrein, en ze koos altijd zorgvuldig uit wie het mocht betreden.De rest van de dag was vreemd genoeg helemaal normaal verlopen. Er was iemand langs geweest die een nieuw raam geïnstalleerd had, en ook een nieuw deurslot. Ze had voor de rest van de dag huiswerk zitten maken, maar had ook wat met Michael bezig gezeten, en wat met haar tante gepraat. Op de avond toen ze naar bed ging, hoorde ze plots het huilen van wolven, iets dat ze in haar eigen huis nog niet gehoord had, maar nu wist ze dat het de Rayaswolven waren die hun lied opdroegen aan iedereen die meeluisterden.

JE LEEST
De Laatste Koningin
FantasiIsmene was maar vijf toen haar vader samen met haar in snelvaart van Zweden naar Engeland vertrokken. Ze hoefde geen jaar ouder te zijn om de angst in zijn ogen af te lezen. Hij zette haar af bij haar tante in Edinburgh, met de belofte dat hij ging...