Hoofdstuk 12

38 2 30
                                    

Dorpsbewoners kijken met open mond en grote ogen naar de aangekomen groep. De angst is goed te zien aan de ogen nu ze een draak zien die ze hier liever niet hebben. Mensen vluchten snel naar binnen, kinderen schreeuwen uit angst en rennen alle kanten op. Alleen de dapperste dorpsbewoners blijven staan. Bij hen is geen angst te bekennen, eerder boosheid. Ze staan op het punt om aan te vallen als een vrouwelijke stem hen tegenhoudt en ze respectvol aan de kant gaan. Toch kijken ze behoedzaam naar de nieuwkomers en zeker naar de draak.

"Onze excuses voor het onverwachte bezoek. We wisten niet dat hier een dorp zat en maakten alleen een wandeling. Overigens hoeven jullie niet bang voor deze draak te zijn, die luistert heel goed naar mij en zolang jullie ons niet aanvallen zal de draak geen poging doen om mij te beschermen," reageert Liva die van verbazing om de reacties een wenkbrauw optrekt.

De vrouw trekt nu haar wenkbrauwen op en kijkt dan van de draak naar het jonge meisje om daarna ook naar de handjevol aan soldaten te zien. Ze fronst haar wenkbrauwen en lijkt even na te denken of in gedachte verzonken te zijn.

"We doen niets hoor, we waren alleen aan de wandel, maar nu we hier zijn hebben we toch ook wel wat vragen als u dat toestaat," gaat Liva verder die even niet weet wat ze kan en mag zeggen. Ze weet niet of het verstandig is om in het bijzijn van de gehele bevolking van dit dorpje te zeggen dat zij één van de uitverkorene is, en daarom houdt ze haar mond verder dicht.

"Sorry voor het gedrag van ons allen. We zijn nu eenmaal wantrouwend. Kom verder, dan breng ik jullie naar mijn huis en kunnen jullie vertellen wat jullie hier komen doen,"

"Is er plaats voor mijn draak? Ik wil hem het liefst zo dicht mogelijk bij me hebben als je dat niet erg vindt," vraagt Liva achterdochtig. "Ik heb uw mensen erg woedend zien kijken en ook de blikken die maar al te graag draken willen doden."

De vrouw blijft even staan. Dan loopt ze verder. "We hebben een heel mooi groot gebouw hier, althans groot zoals wij dat vinden, waar ik denk ik wel met z'n allen in passen inclusief de draak, zonder dat we geplat worden.

"Ik weet niet wat u van plan bent, mevrouw. Eerlijk gezegd vertrouw ik die woorden niet. Vergeef me als het onterecht is. We zijn op een missie en zijn toevallig dit dorp tegengekomen, en zijn niet echt hartelijk verwelkomd." Het is Hiro die deze woorden uitspreekt, duidelijk makend dat hij de mevrouw niet vertrouwt.

Hiro knikt Liva toe met toestemming dat ze een kleine vuurbal mag laten verschijnen als het haar lukt, en de vrouw – die zich omdraait – ziet het en krijgt grote ogen. Dan kijkt ze naar de draak die zacht gromt. Vooral nu ze voor een gebouw staan dat niet uitnodigend uitziet en totaal geen ramen heeft, zorgt ervoor dat Hiro dit doet.

Met een zucht besluit ze naar een ander groot gebouw te lopen, bang dat de draak haar zal aanvallen, maar toch beseffend dat ze met een bijzondere persoon te maken heeft. Opnieuw blijft ze staan, dit keer voor een beter uitziend gebouw.

"Mijn excuses, jullie kwamen zo dreigend over dat ik jullie bijna zonder het te beseffen in de gevangenis had geleid. Dit hier is mijn eigen woning, gezien ik de baas ben van dit dorpje. En nu ben ik zeker wel benieuwd wie jullie zijn."

"Ik ben bang dat wij niet alles gaan vertellen, vrouwe. U dreigde ons op te sluiten en we zijn al op onze hoede. Hoe kunnen wij zeker zijn dat u niet nog een list heeft verzonnen om ons in de problemen te brengen?" vraagt Hiro met samengeknepen ogen.

"Het gaat om mij, en ik ben niet van plan om iets te vertellen als u niet mee werkt en bedoelingen heeft die ik niet kan accepteren. Laat iedereen zich terugtrekken in de woningen en wij blijven buiten staan. Mocht u mij of mijn draak boos maken, dan is er al minder kans dat uw eigen woning afbrandt," vult Liva aan. Haar stem klinkt lager en daardoor dreigender dan normaal.

Het Mysterie Der LegendeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu