3 jaar geleden

26 1 0
                                    

De wind waait, de bomen suizen en de boomhut kraakt.
Hanne bleef nu toch wel heel lang weg.
Ik besluit om te gaan kijken.
Ik trek mijn regenjas aan en ga naar buiten.
Wanneer ik mijn eerste stappen buiten de boomhut zet word ik verblind door de regen.
De wolken grommen en een bliksemschicht slaat in.
Is het normaal dat die zo fel is?
Het duurt even voor ik besef wat er gebeurd is.
De bliksemschicht is niet honderd meter verder geland, maar vlak voor mijn neus.
Ik knipper nog een paar keer maar ik droom toch echt niet hoor.
Hanne!
Snel klim ik de touwladder af.
Mijn grepen zijn zijn zwak en de treden zijn glad.
Ik voel nog net dat ik uitglijdt en val.
Gelukkig breekt een natte hoop hooi mijn val.
Ik bekom nog even van de schrik maar ga al snel op zoek naar Hanne.
Ik loop door het bos maar ik vind haar nergens.
Steeds dieper dwaal ik het bos in en de geluiden worden steeds angstaanjagender.
Van elk krakend takje schrik ik op.
Ik zit nu wel heel ver in het bos.
Net wanneer ik besluit om terug te keren hoor ik een zacht gekreun.
'Hanne', roep ik.
'Liene', kreunt de stem.
'Waar zit je?', roep ik.
'Hier', hoor ik zachtjes.
Rustig kom ik dichterbij.
Daar ligt Hanne, geklemd tussen twee boomstammen.
Haar hoofd bloed en volgens mij hangt haar arm niet naar de juiste kant.
Toch ben ik blij dat ze nog leeft.
'Blijf hier rustig liggen', zeg ik 'Dan ga ik hulp halen.'
'Niet dat ik veel keus heb', mompelt ze.
Dus ga ik op zoek naar hulp.
Dit blijkt moeilijker dan gedacht, alle bomen lijken op elkaar.
Wat als ik de weg niet meer vind?
Nee, daar wil ik niet aan denken.
Ik ga door met mijn tocht.

Miss MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu