vraagtekens

159 10 3
                                    

Het eerste wat hij voelde was pijn. Pijn in zijn hele lichaam. Pijn was goed, dacht hij wazig. Dat betekende dat je al je lichaamsdelen nog had.
Ronald deed zijn ogen open. Spike piepte zachtjes en likte zijn arm. De tafel had het gehouden, maar links en rechts lag wel puin. Ronald kroop op zijn buik naar voren en drukte een paar brokken puin aan de kant. Hij krabbelde overeind. De storm was al opgehouden, en de zon stond al laag aan de Horizon. Overal lag puin, en er hing stof in de lucht. Maar wat Ronald het meest opviel was de zee. De zee, die normaal kalm en rustig was, was veranderd in een woeste branding. Ronald moest lachen. Dit moest wel een droom zijn. Hij lachte harder, maar de lach verandere in een huil. Hij besefte dat dit echt gebeurde. Waarom? Waarom hij? "HEEELP" schreeuwde hij.
Geen antwoord. Ronald veegde zijn tranen weg. Hij wist niet wat er aan de hand was, maar hij wist wel dat hij andere mensen moest zoeken. Hij draaide zich om en zag spike zitten. Gelukkig had hij zijn trouwe vriend nog. "Kom jongen, we gaan hulp zoeken." Zei Ronald. Spike blafte en liep achter Ronald aan. Samen liepen ze over het puin door de straat, rechts van het strand. Na 10 minuten lopen kwam Ronald voor een akelige verassing te staan. Het vasteland hield opeens op. Hij stond op een lage klif. Ronald keek naar beneden. "De rest van het eiland is in zee verdwenen" mompelde hij tegen spike. Hij tuurde naar het water, en zag tot zijn ontzetting een lichaam drijven. Hij draaide zich Misselijk om. "Kom, we gaan." Zei hij tegen spike. Spike blafte weer als antwoord.
Ze liepen een stukje langs de rand van de klif. Sommige huizen stonden voor de helft op de rand, de andere helft was in zee gestort. En nergens een spoor van leven. Totdat Ronald een oranje bootje tegen de klif aan zag.
"Een reddingsbootje." Zei Ronald opgewonden. "HE!" schreeuwde hij, en hij begon naar het bootje toe te rennen. Hij struikelde, krabbelde overeind en rende verder. Achter hem rende spike. Hijgend kwam hij aan bij het bootje. De man in het bootje stond met zijn rug naar ze toe. "He..."pufte Ronald. "Meneer...help ons. Kumt u ons vertellen wat er aan de hand is?"
De man in het bootje draaide zich langzaam om. Heel even was Ronald met stomheid geslagen. Toen begon hij te gillen.
Hij keek in de ogen van de dood.

Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu