liefde

62 8 1
                                    

Samuel kon dan wel autorijden, een camper was toch wel even iets anders. hij reed achteruit en knalde tegen een geparkeerde auto op. het auto-alarm klonk door de straten. Samuel reed weer vooruit en reed langzaam om een paar andere auto's heen. toen de weg wat breder werd gaf hij iets meer gas. verderop op de weg stonden een paar zombie's, die langzaam hun hoofden draaiden naar de aankomende camper. Samuel gaf nog wat gas en reed vol op ze in. eentje rolde over de motorkap en bleef op de voorruit liggen, met een half geplet gezicht. hij probeerde te brullen. Samuel maakte een scherpe bocht naar links en de zombie rolde van de voorruit af. de camper maakte een slippende bocht en reed verder. in de verte verscheen een wegblokkade. Samuel gaf nog meer gas. 'geen goed plan...' mompelde Takari. 'Samuel, ben je gek gew...' begon Ronald, maar de camper beukte al op de wegblokkade in. de politieauto's knalden opzij en Samuel reed stug verder. intussen keek Rob op de kaart. 'rechtdoor blijven gaan, zometeen komen we op de snelweg.' het klonk even alsof ze op een vakantie waren, dacht Ronald ironisch. Samuel reed de snelweg op en verhoogde de snelheid tot 90 km/h. snel genoeg, vond hij. de snelweg was verlaten. 'nou, dat hebben we ook weer achter de rug.' zei Ronald, en de groep haalde opgelucht adem. Spike kwam onder het stapelbed vandaan gekropen. 'laf beest.' lachte Ronald. hij liep naar zijn bed toe, in het aparte deel van de camper. hij was even verbaasd toen hij zag dat het een tweepersoons bed was, maar herinnerde zich weer dat Amy hier ook zou slapen. hij wist niet wat hij ervan moest denken. hij ging op het bed zitten en keek naar het voorbijflitstende landschap. 

een paar uur later voelde Ronald dat de camper stopte. hij liep naar de bestuurdersstoel. 'even een pispauze.' zei Rob. Ronald gaf Samuel een schouderklopje. 'netjes gereden, makker.' zei hij. Amy sprong de camper uit en rekte haar uit. de anderen volgden haar. ze stonden aan de rand van de snelweg geparkeerd, en er waren nergens huizen te bekennen. het enige opvallende was het gebergte wat voor hun opdoemde, en de donkere lucht. 'misschien is het verstandiger op hier te overnachten.' zei Amy. Samuel knikte instemmend. 'ik heb een mooie avondmaaltijd.' zei hij, en hij gooide de anderen wat crackers toe. 'heerlijk.' zei Amy sarcastisch. Spike's eten leek nog luxer. hij at een zak hondenvoer leeg. Rob ging op de vangrails op het midden van de weg zitten. de ondergaande zon kleurde de horizon oranje, en vanaf het gebergte in de verte schoten flitsen uit de donkere wolken. 'het begint nogal koud te worden.' zei hij tegen niemand in het bijzonder. Ronald was het volledig met hem eens. de winter kwam eraan. hij had geen idee welke datum het was, maar het was wel duidelijk dat het herfst geweest was en het nieuwe seizoen aangebroken was. 'ik duik het bed in.' zei Ronald. 'blijf maar niet te lang hier zitten, want die storm voorspelt niet veel goeds.' Ronald liep de camper in en ging naar het achterste deel. hij sloot de deur achter zich. hij schopte zijn schoenen en uit en en maakte zich klaar. hij hoorde in de verte een donder, en een flits verlichtte heel even de camper. hij hoorde Samuel een grap maken en de rest lachen. even later ging de rest van de groep ook naar binnen. en het duurde niet lang en de deur van Ronalds kamer ging open. het was Amy. 'hey.' zei Ronald. 'hey.' zei ze terug. Ronald voelde zich enorm ongemakkelijk. Amy trok haar vest uit, en Ronald keek maar even de andere kant op. Amy kwam naast hem in het bed liggen. het was even stil. Ronald voelde zich ongemakkelijker dan ooit. 'waar denk je aan?' vroeg hij uitendelijk maar om de stilte te verbreken. Amy antwoordde direct. ze klonk, in tegenstelling tot Ronald, gewoon kalm en relaxed. 'mijn broer Erwin.' zuchtte ze. 'ik ben benieuwd of hij nog leeft.... en wat hij nu zou doen.' Ronald wist niet wat hij moest zeggen. 'het zal wel lastig voor je zijn, om uit elkaar gegaan te zijn in ruzie, en daarna niks meer van elkaar te horen.' Amy zuchtte weer. 'weet je...dat moment...toen die zombies ons safehous binnenvielen.....' Amy onderbrak hem. 'het geeft echt niks dat je bang werd, Ronald. iedereen is wel eens bang.' Ronald was even stil. 'ik had je niet zomaar  moeten laten gaan.' zei hij. 'het was gevaarlijk buiten.' hij blij dat het eruit was. Amy lachte even. 'Ronald, je was in shock. en daarbij, ik was toch wel gegaan, of je het nou goed vond of niet.'                                                                       'het punt is dat ik alleen aan mezelf zat te denken...hoe bang ik was...' antwoordde Ronald. 'Ronald, kijk me aan.' zei Amy stellig. 'jij bent zowat de moedigste jongen die ik ken. zonder jou zou onze hele groep al 4 keer gestorven zijn. je moet jezelf niks verwijten.' Ronald zei niks. Amy's gezicht was dichtbij. heel dichtbij. hij keek haar recht in haar twinkelende, groene ogen. even wou hij iets zeggen, maar hij wist niet wat. het maakte ook niets uit. ze zoende hem. hij zoende terug. hij vergat de dingen die hem dwarszaten, hij vergat de zombies, hij vergat de apocalyps.

de volgende ochtend 

Ronald werd wakker door het licht wat door het raampje scheen. Amy's hoofd lag op zijn borstkas. ze sliep nog. voorzichtig, om haar niet wakker te maken, legde Ronald haar hoofd van zich af en stapte uit bed. hij trok zijn kleren aan en ging door de deur die zijn kamer afsloot van de rest van de camper. Rob en Samuel zaten aan het tafeltje, Takari stond iets wat ontbijt moest voorstellen klaar te maken bij het aanrecht. zowel Rob als Samuel keek hem grijnzend aan toen hij zijn ontbijt klaarmaakte. hij negeerde ze, en smeerde wat bonensaus over een paar crackers. toen hij naar het tafeltje liep, keken Rob en Samuel hem nog steeds grijnzend aan. 'ja?' vroeg hij geirriteerd. 'nou, vertel' zei Rob. Ronald keek hem vragend aan. 'jij, Amy,' spoorde Samuel hem aan. 'oh.' zei Ronald. hij voelde dat hij rood werd. Takari kwam erbij zitten. hij had iets op zijn bord dat op noedels in spaghettisaus leek. 'wat is dat?' vroeg Ronald. 'geen onderwerp veranderen.' protesteerde Takari. 'inderdaad.' beaamde Rob. 'mijn jagers instinct verteld mij dat er heel wat liefde heeft plaatsgevonden in dat kamertje vannacht.' 'he!' zei Ronald verontwaardigd. 'we zitten in een zombie apocalyps. horen we niet te praten over het feit dat we elk moment opgegeten kunnen worden door een paar wandelende lijken, in plaats van een beetje theorieen zitten uitwisselen over mijn liefdesleven?' Samuel schudde zijn hoofd. 'oh, zelfs in het duister van deze wereld vind de liefde zijn pad.' zei hij in een poging poetisch te klinken. Rob lachte. 'praat geen bagger.' zei Ronald. 'hoezo?' lachte Rob. hij beschreef alleen hoe jij en Amy bij elkaar passen.' Ronald was nu knalrood. 'kijk hem nou toch blozen, onze Romeo.' zei Samuel. 'in China hebben we een woord voor dat.' zei Takari. Ronald keek hem aan. 'schattig.' zei Takari, en Rob en Samuel kregen de slappe lach. 'goh, wat zijn we grappig vandaag.' snauwde Ronald, en hij liep de deur uit. hij stapte de frisse ochtendlucht in en liep de camper om zodat hij op de stenen kon zitten. maar toen zag hij iets wat hem opviel. er lag iets wits in de verte. hij tuurde in de verte. hij kon niet goed zien wat het was. hij liep de camper weer in, negeerde Rob, Takari en Samuel, pakte zijn rugtas en liep weer uit de camper. hij pakte een verrekijker uit zijn rugzak, en keek naar het witte ding in de verte. hij hapte naar adem toen hij zag wat het was. op een afgescheurd stuk van het ding stond 'KLM.'


Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu