hellhounds

115 12 2
                                    

Ronald werd wakker op een bed. Hij wou overeind komen, maar zijn handen zaten vastgebonden aan het bed. Hij keek opzij en zag dat hij.in een kamer lag, met dichtgetimmerde ramen. In de hoek van de kamer zat het meisje wat hij gister neer had geslagen te lezen. Ze keek op, legde haar boek aan de kant en liep naar hem toe. Ronald wist bijna zeker dat ze wraak zou nemen voor gister, maar ze ging aan het voeteind zitten van zijn bed. Verbaasd keek Ronald haar aan. Ze zuchtte. "Het was dapper van je om voor je hond op te komen." Zei ze. "We willen allemaal onze dierbaren beschermen." Ze keer Ronald ernstig aan. "Je moet beseffen dat je hond gebeten is, en dat hij in zo'n vreselijk beest zal veranderen." Ronald schudde zijn hoofd. 'Dat kan niet,' zei hij. Er rolden tranen over zijn wangen. 'Dat kan niet....' zei hij nog eens schor.
Het meisje veegde zijn tranen van zijn wangen. 'Ik snap dat je dat niet wil geloven. Daarom hebben we je hond opgesloten in de kelder, zodat je het met eigen ogen kan zien.' Ze haalde een mes uit haar broekzak en sneed de touwen door waarmee Ronald vastzat. Ronald kwam overeind en keek haar wantrouwend aan. Het meisje lachte. 'Geen trucs,' zei ze. 'Ik heb geen kwade bedoelingen.' Ronald knikte en wreef over zijn polsen, waar het touw in had gesneden. 'Bedankt,' mompelde hij. 'Ik heet trouwens Amy,' zei het meisje. 'Ik heet Ronald,' antwoordde Ronald. Hij bekeek het meisje. Ze was best knap, met haar blonde golvende haar en twinkelende groene ogen. 'Kom mee,' zei ze, en ze pakte een lamp en opende de deur. 'Waar zijn we eigenlijk?' Vroeg Ronald. 'Dit is onze schuilplaats.' Zei Amy. 'Ik en mijn vrienden Rob en Samuel vonden dit huis, en besloten er te gaan wonen.'
Ronald liep achter haar aan. 'Ben je veel dierbaren verloren?' Vroeg hij. 'Alleen mijn broer Erwin,' zei Amy. Na een ruzie is hij naar Groningen vertrokken. Hij dacht dat daar voedsel en veiligheid te vinden was.' Ze zweeg even en trok een luik open in de vloer. Ronald vroeg haar: "wat is er eigenlijk allemaal aan de hand?" Amy keek haar aan. 'Je bent de zombies toch wel tegengekomen?' Vroeg ze. 'Ja, maar...zombies?' Stamelde Ronald. Het waren blijkbaar dus wel zombies. 'Het schijnt een soort virus te zijn, daardoor verspreid het zich en daarom bombardeerde het leger de boel. Opdracht van de overheid.' Ronald keek boos. 'Mooie zaak,' zei hij. 'Het land is in nood, en de regering besluit de boel maar plat te gooien.' Amy keek hem aan, en even leek er een vrolijke schittering in haar ogen te zijn. 'Het schijnt zelfs dat het leger de overlevenden heeft neergeschoten,' zei ze. Ronald dacht aan zijn moeder. 'We zijn er trouwens bijna' zei Amy. 'Je kunt hem waarschijnlijk zometeen wild horen grommen.' Ze liepen verder de trap af, maar het bleef stil. 'Zometeen hoor je hem wel,' zei Amy, maar ze klonk twijfelachtig. Ze stopten bij een houten deur. 'Hier zit hij in,' zei Amy. Maar ik snap niet waarom het zo stil is...' ze schoof een plankje opzij in de deur en Ronald Keek erdoorheen. Hij zag Spike liggen. Spike's kop schoot overeind en rende vrolijk blaffend naar de deur. "Spike!' Lachte Ronald opgelucht. Hij keek Amy aan. Ze keek verward. 'Ik snap er niks van...' zei ze. 'Hij hoort in een helbeest zijn te verandert. Hij is gebeten!' Plotseling werden haar ogen groot. 'Dat betekent dat hij immuun is!' Intussen stopte Ronald zijn arm in het luikje, en Spike sprong op om zijn hand te likken. 'Ronald!' Riep Amy vol vreugde. Ronald schrok en keek om. 'Hij is immuun! We kunnen een vaccin maken!' Ronald haalde zijn arm uit het luikje. 'Ik weet niet hoor.' Zei hij. 'We zijn geen wetenschappers. Joost mag weten hoe je een vaccin maakt.' Amy maakte de deur open waar spike in zat, en Spike liep eruit en sprong tegen Ronald op. 'Er zijn heus wel wetenschappers in SafeZones.' Zei ze. 'Amy,' zei Ronald, 'misschien zijn jij, ik, Rob en Samuel wel de enige overlevenden.' Amy keek vastberaden. 'Natuurlijk niet!' Zei ze. En ze pakte Ronalds arm en trok hem mee naar boven. 'Dit moeten we aan de jongens vertellen!' Zei ze. Terwijl ze de trap op renden dacht Ronald na over hoe de wereld er verder uit zou zien na de ramp. Hij zag al voor zich hoe tieners zoals hij met samuraizwaarden en kruisbogen rond zouden lopen. 'Misschien is het ook tijd voor een wapen voor mij.' Dacht hij in zichzelf.

Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu