Plan

108 10 1
                                    

Het was al weer een week na de verwoesting van het eiland. Ronald een spike waren in totaal 3 "mutanten" tegengekomen, zoals Ronald ze noemde, waarbij Ronald 1 keer hard weg vluchtte, en de 2de keer sloeg hij hem met een steen dood. Hij voelde zich er nog steeds een beetje schuldig over. Had hij nu een mens vermoord? Of een beest? Ronald bedacht allerlei theorieën over wat de mutanten zouden kunnen zijn. Hij was christelijk opgevoed, dus hij dacht eerst aan demonen. Later dacht hij aan een soort aliens, maar hij snapte niet waarom de mensen dan zo veranderden. Waren het dan toch zombies? Ronald weigerde dat te geloven. Zombies waren dingen uit games en films.
Misschien waren de mensen wel slachtoffers van een virus. Maar dat deed Ronald akelig veel aan The Walking Dead denken, en dan kwam hij weer terug op zombies. Dus hield hij het maar op mutanten.
De afgelopen 2 dagen was hij bezig met een boot te repareren, zodat hij bij het vasteland kon komen. Zijn voedsel raakte namelijk op, en hij hoorde snachts steeds vaker gegrom in de verte van mutanten. Het enige wat nog aan de boot ontbrak was de benzine, dus zocht Ronald samen met spike de overgebleven huizen af.
"Dit huis hebben we nog niet gehad" zei Ronald tegen Spike, en hij liep naar een grijs herenhuis toe. Hij gooide een raam in, klom naar binnen en zocht naar benzine. Hij zag de deur naar de garage en duwde hem open, maar plots klonk er een oorverdovende sirene. "Shit," zei hij. Hij had tot nu toe geen last gehad van alarmsystemen, maar nu hield zijn geluk blijkbaar op. Hij zag gelukkig een jerrycan staan, en hij greep hem. Snel rende hij het huis uit. "Kom Spike, het is tijd om te gaan!" Zei hij, en hij rende naar de boot. Aangekomen goot hij de benzine in de motor, maar terwijl hij bezig was hoorde hij gebrul. Hij keek om en zag in de verte mutanten op hem afrennen. Blijkbaar had het lawaai van de sirene hen gelokt. "Shit shit shit!" Zei Ronald, en hij duwde de boot het strand af, de zee in. "Spike!" Schreeuwde hij, want Spike had zich al grommend klargemaakt voor de aanval. "Kom!" Schreeuwde Ronald, en de boot bereikte het water. Snel klom hij erin en trok aam de starthendel. Zijn hart stond stil.
De boot startte niet.
"Nee!" Schreeuwde hij, en trapte tegen de boot. De mutanten waren nu nog maar op 20 meter afstand. "Start nou!" Schreeuwde Ronald tegen de boot, en hij trapte er nog eens tegen aan. De mutanten waren nu te dichtbij. Spike vloog op de dichtstbijzijnde af, En gunde zo zijn baasje nog wat extra tijd. Ronald trapte nog eens tegen de motor, en tot zijn geweldige vreugde startte de motor. "Spike!" Schreeuwde hij, maar hij zag dat er 10 mutanten op zijn hond afkwamen. Plotseling laaide er een ongelooflijke woede in Ronald op. Deze mutanten mochten niet zijn enige kameraad nog afpakken. Hij sprong uit de boot, pakte zijn bijl en rende op de mutanten af. Voordat deze konden reageren, had hij er al 1 neergehaald met een klap op zijn hoofd. De volgende ging ook neer. En een derde. En een vierde. Ronald raasde door. Maar hij kwam weer een beetje bij zinnen, en besefte dat er 6 mutanten op hem afkwamen. Snel renden hij en spike terug naar de boot, sprongen erin, en vaarden tergend langzaam van het strand af. Eenmaal veilig haalde Ronald opgelucht adem, en aaide met zijn vrije hand over spike's kop. Ze waren van het eiland af! Eindelijk! Nu moesten ze alleen de overkant levend zien te bereiken.
Ronald vroeg zich af waar die ongelooflijke woede vandaan kwam.
De wereld was aan het veranderen, en hij veranderde mee...

Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu