Zilverkleurig

54 8 2
                                    

'kaart, check. zaklamp, check. EHBO doos, check. half-automatisch jachtgeweer met munitie, check.' Ronald zat op de vloer van de camper de spullen in zijn rugzak te stoppen. en paar extra dekens, kostbare lucifers en wat andere spullen waarmee ze het vanaf hier me zouden moeten doen. Ronald knipte een gat in de onderkant van het achterste vak van zijn rugzak, waar hij zijn donderbus in kon steken. in 1 snelle beweging kon hij hem er uit halen. 'kijk, het kruidenboek van Leon.' zei Amy toen ze het medicijnboek van Leon zag liggen. 'die komt ook wel van pas.' en ze stopte hem in haar rugzak. Takari reikte Ronald het dagboek van Rob atroan. Ronald keek er even naar en stopte hem in zijn tas. toen ze klaar waren met inpakken stapten ze uit de camper. Samuel klopte even op de motorkap. 'dit barrel heeft ons ver gebracht.' Ronald grinnikte even. 'jij bent zeker zo'n persoon die auto's behandeld als mensen.' Samuel lachte terug, en ze lieten de camper achter zich. ze begonnen de stad in te lopen. 'het is hier stil.' merkte Takari op. 'te stil. geen vogels. geen dieren.' het was inderdaad doodstil. het gaf een griezelige indruk. 'een supermarkt!' zei Amy en ze wees naar een winkeltje. ze renden erheen en sprongen door de kapotte ramen. tot hun teleurstelling was al het eten al weg. 'dat betekend wel dat er meer overlevers zijn.' ze liepen weer naar buiten. Samuel deed zijn mond open om iets te zeggen, maar er klonk een stukje verderop het geluid van omvallende stenen. 'het kwam uit de zijweg' fluisterde Samuel. Ronald liep langzaam met zijn donderbus in de aanslag naar de plek waar het geluid vandaan kwam. hij keek voorzichtig om de hoek en zag tot zijn verbazing een neergestorte legerhelikopter op de weg liggen. vanachter de legerhelikopter klonk het alsof iemand tegen prullenbakken aan zat te slaan. Ronald liep er voorzichtig heen. 'hallo?' zei hij zachtjes. het geluid hield meteen op. Ronald liep verder en keek door het raampje van de legerhelikopter. hij zag niemand aan de andere kant. had hij het zich verbeeld? hij wou tuurde wat verder door het raampje toen hij opeens een hand op zijn schouder voelde. hij draaide zich om en verwachtte Amy of Takari te zien, maar het was geen Amy of Takari. helemaal niet zelfs. 'SHIT?!' riep hij uit van schrik en verbazing. het was een zombie, maar geen normale. hij was 4 keer zo dik en breed als een normale en er droop groen slijm weg tussen de korsten en scheuren over zijn lichaam. hij glansde helemaal en was spierwit, in tegenstelling tot de normale grijsachtige zombies. en deze had blauwe ogen. de zombie deed zijn mond open en Ronald zag iets roods wat een tong zou moeten zijn, maar meer op een stuk rauwe biefstuk leek. snel rukte hij zich los en haalde in een vloeiende beweging de donderbus van zijn rug en schoot. de kogels troffen vol de buik van de monsterlijke zombie, maar het deerde hem niks. hij wankelde niet eens. de zombie brulde met een hoog, snerpend krakend geluid, alsof iemand een blok beton over de weg heen sleepte. Ronald zag achter de zombie dat zijn vrienden eraan kwamen rennen. hij zag dat ze hun wapens richtten en Ronald dook weg. een seconde later sloegen minstens 30 kogels in op het vadsige lijf. nu leek de zombie het wel te voelen. hij draaide zich lomp om. een pijl van Takari schoot zijn borstkas in, maar tot zijn ontzetting zag Ronald dat de pijl met een zompig geluid 8 centimeter de borstkas in gleed, zonder enig effect. 'WAT IS DAT, EEN TROL OFZO?' hoorde hij Samuel schreeuwen. Ronald sprong overeind en schoot nog een keer. intussen werd de zombie opnieuw belaagd door de salvo's van Takari, Amy en Samuel, die langzaam tijdens het schieten dichterbij kwamen lopen. de kogels sloegen in de nek, de armen en de benen van de zombie, maar er gebeurde niks.'in zijn hoofd!!' schreeuwde Ronald. hij rende naar de zombie toe, pakte zijn mes en sprong. midden in de lucht stak hij het mes door de schedel van de zombie. hij kwam weer op de grond terecht en keek naar het resultaat. de zombie leefde nog. 'dit is toch niet te geloven?!' riep Ronald uit. nu zat hij in de problemen. de zombie pakte zijn been vast en beet. gelukkig kon Ronald net op tijd zijn been wegtrekken en de zombie beet alleen een stuk van zijn spijkerbroek af. achter hem klonk geblaf. Spike kwam eraan en beet in de arm van de zombie, waardoor deze zich nu concentreerde op Spike. snel schoot Takari razendsnel 3 pijlen achter elkaar. ze troffen allemaal het hoofd van de zombie. Samuel schoot ook nog een paar keer met het jachtgeweer wat ooit van Rob was, en Amy schoot de ene kogel na de andere uit haar uzi. eindelijk zakte de zombie door zijn knieën. hijgend kwam Ronald overeind en ze kwamen rond het lijk staan. 'wat een vadsig ding! net een trol. of een sumoworstelaar ofzo.' zei Samuel. Takari keek even beledigd naar Samuel. 'Sumoworstelaars zijn niet dik. komt door de eiwitten.' Samuel haalde onverschillig zijn schouders op. 'waarom ging hij niet dood toen we hem door zijn hoofd schoten? pas nadat we zijn kop tot moes hadden geschoten ging hij neer.' vroeg Ronald. 'omdat ze door de radiatie een andere hersenbrij hebben.' klonk een stem achter hun, in het Engels. Ronald draaide zich om en schrok. even dacht hij weer oog in oog te staan met een zombie, maar het was een jongen. hij was spierwit en kaal, en had ogen met een rode iris. 'wie ben jij?!' stamelde hij terug in het Engels. 'ik heet Jaroslav. noem me maar Jaro.' Samuel keek hem met grote ogen aan. 'wat is er met jou gebeurd?' de jongen lachte even, maar er klonk geen vreugde in zijn lach. 'volg me, ik weet een veilige plek. onderweg vertel ik alles.'

'het virus was nauwelijks uitgebroken of het leger kwam al.' vertelde Jaro terwijl de groep hem volgde. 'we snapten niet wat er aan de hand was. eerst gilden er mensen en ze renden over straat, achtervolgd door zombies. ik dacht dat het psycho's waren. nog geen half uur later vloog er een driehoekachtig gevechtsvliegtuig over de stad. hij liet een kleine atoombom vallen. het centrum van de stad werd compleet weggevaagd. de krater was ongeveer een kilometer in doorsnee, de rest van de stad werd geraakt door de schokgolf. ramen knapten, gebouwen wankelden en muren scheurden. het leger moest communicatie zijn verloren, want die bom vermoordde ook de helft van hun eigen soldaten in de stad.' intussen liepen ze een gebouw in. het was een scheefstaande flat, wat vroeger ooit een hotel was geweest. 'na een paar dagen durfde ik pas naar buiten te komen en zag ik de verwoesting. mijn huis stond nog maar nauwelijks overeind.' Jaro deed een deur open en ze kwamen in een scheef trappenhuis. toen ze naar boven liepen. hoorde Ronald het gebouw kraken. 'het ergste kwam een paar weken later. ik kon nog wel overleven, maar mijn lichaam begon te veranderen. het kwam door de straling van de atoombom. ik werd een Muta.' Amy onderbrak hem. 'een Muta?' vroeg ze. 'Muta, Mutant.' antwoordde Jaro. 'in de stad lopen er ongeveer 40 rond. we zijn allemaal overlevers, en we proberen zelf verder te overleven.' dit keer onderbrak Samuel hem. 'waarom iedereen apart?' vroeg hij. ' waarom geen groep?' Jaro was even stil. 'dat waren we ooit. we gingen uit elkaar.' er schoot Ronald iets te binnen. 'wacht!' zei hij. 'wacht hier! mijn donderbus heb ik laten liggen bij dat beest.' Samuel kreunde. 'mooi gedaan jongen.' hij gaf het jachtgeweer aan hem. 'kom snel terug.' Ronald knikte en rende het door trappenhuis naar beneden. hij klapte door de buitendeuren en keek om zich heen. niemand te bekennen. snel rende hij door de straten naar de plek waar de zombie lag. hij zag zijn donderbus al liggen. hij liep er heen en pakte hem op. 'leuk om je weer te zien.' klonk een bekende stem. Ronald wist al wie het was voordat hij hem aankeek, maar het was onmogelijk, dacht hij in zichzelf. hij draaide zich om. hij keek recht in een verminkt gezicht. brandwonden. het ooit zo knappe gezicht was nu grijsachtig en zat onder de littekens. 'we hebben wel wat bij te praten.' zei Caine. 'je ontloopt de Silvers niet.'





Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu