Man or Beast

Bekend gezicht?

'Aint no God on my streets, in the hart of the jungle...'
Ronald luisterde met zijn ogen dicht naar het nummer op de radio, terwijl ze over de verlaten snelweg reden. Samuel zat achter het stuur. Achterin het busje zaten Amy en Rob te praten, en naast hem zat Spike met zijn hoofd uit het raampje en zijn tong uit zijn bek. Ronald opende zijn zijn ogen en keek naar het voorbijflitsende landschap. Ze waren bijna in Groningen, maar ze waren nog geen SafeZone tegengekomen. Rob keek op de kaart. 'We komen zo in een dorp wat 'Drachten' heet', zei Rob. 'Daar kunnen we wel nieuw voedsel zoeken.' Ze reden het dorp in. Overal lag puin, en er stonden hier en daar zombies tussen de brokstukken. Spike begon telkens te grommen als hij een zag. 'Daar staat een Albert Heijn,' zei Samuel, en hij stopte het busje. Ze schoven de deuren open en stapten uit het busje. Amy liep naar de achterklep en deed hem omhoog. Ze pakte een paar rookbommen en gooide ze naar de jongens. Ronald ving ze en pakte ook zijn bijl. Rob had een pistool, Samuel had een knuppel met punten en Amy had een echte Uzi, die ze gevonden had in een verlaten politieburau. Daar hadden ze handige uitrusting gevonden. Er waren daar ook kogelvrije vesten voor politiehonden, dus ze deden er eentje om spike heen, zodat hij beter beschermd zou zijn tegen beten. Hij mocht dan wel immuun zijn, hij was niet onsterfelijk. Ze liepen naar de Albert Heijn toe. De ramen waren kapot en ze klommen er door heen, maar ze werden overweldigd door een vreselijke stank. 'Dat moet de vleesafdeling zijn...' kreunde Ronald. Ze liepen bijna kokhalzend door de winkel heen. Ze pakten wat ingeblikt eten, en instant noedels voor onderweg. Plots hoorden ze buiten gebrul. 'Zombies!' Fluisterde Samuel angstig. Ze liepen snel de winkel uit, en zagen een jongen achtervolgd worden door zombies. Hij probeerde te onstnappen, maar hij werd ingesloten. Ronald en de rest scholen achter een groot stuk beton. 'We moeten iets doen!' Zei Amy geschrokken. 'We kunnen niks doen... het zijn te veel.' Zei Samuel. De jongen probeerde door een opening in de zombiehorde te rennen, maar werd opnieuw ingesloten. 'We kunnen niks doen...' fluisterde Samuel opnieuw. Amy draaide haar gezicht weg, ze wou niet kijken wat er zou gebeuren. Ronald kreeg een idee. Hij pakte een rookbom van zijn riem en gooide hem naar de horde toe. Met een sissend geluid verspreidde de rook zich, en de jongen wist te ontsnappen. Hij keek even dankbaar achterom. Amy wou iets roepen, maar Rob stootte haar aan. 'Niet doen!' Siste hij. 'Straks komen ze op ons af!' De jongen rende verder, en hij sprong verderop op een paard. Hij trok aan de teugels en daverde er van door. 'Ik hoop dat hij het overleefd,' zuchtte Amy. 'Misschien komen we hem later nog eens tegen...'