Bijna

74 8 6
                                    

Ze renden langs de verlaten pleinen. Ze renden langs zombies. Ze renden langs flatgebouwen die op instorten stonden. Ze renden totdat ze uitgeput waren. 'Niet stoppen.' Pufde Samuel, terwijl hij een blik wierp op Takari. 'Takari, verandert er wat aan je zicht?' Vroeg hij. Takari knikte. 'Het word scherper.' Zei hij. 'Alsof het nu pas HD wordt.' Ronald liep naar hem toe en bekeek Takari's ogen even goed. Ze waren felblauw geworden. 'Nou, je kunt nog altijd opeens blind worden. En dat willen we niet hebben. Hoe zit het met je haar?' Takari voelde even door zijn haar heen. 'Het valt nog steeds uit.' Zei hij. 'We moeten hier weg.' Zei Ronald. Ze liepen naar een kapotte fontein op een klein pleintje. Een paar kraaien die aan een lijk zaten te vreten vlogen weg toen ze eraan kwamen. Het lijk had een kogelwond in zijn hoofd. Ronald en de rest ging zitten op de rand van de fontein en hij pakte een kaart uit zijn rugzak. 'We zijn nu hier ergens.' Zei hij, en hij wees op de kaart. 'We moeten naar het noordoosten als we naar Warschau gaan. Nog minder dan 100 km.' Takari keek even naar de stand van de zon. 'We hebben ook een kompas, Takari.' Zei Amy met een lachje. Ze pakte een kompas en legde hem naast de kaart. 'Oke, we weten waar we heen moeten. Laten we-' ze maakte haar zin niet af maar sprong overeind. Een paar gemuteerde zombies kwamen op hun af. Ze waren niet zoals normale zombies of zoals de trol-achtige zombie die ze eerder tegenkwamen. Dit waren net grote spinnen. Ze hadden langere armen en benen en kropen over de grond, sneller dan normale zombies. Het waren er 3. 'Kut!' Zei Ronald. Hij pakte zijn donderbus en schoot meteen. Een van de spin-zombies werd geraakt en vloog achterover. Hij kwam weer overeind en rende weer op de groep af. 'RENNEN!' schreeuwde Ronald. Niet dat dat nodig was, niemand bleef graag staan bij deze griezels. Ze renden het plein af en doken een straat in, maar botsten tegen iemand op. Een dik, slijmerig, groot iemand. Amy gilde. Ze waren recht tegen een trol-achtige zombie opgelopen. De zombie brulde en pakte Amy's voet beet. Ronald, Takari en Samuel schoten met alles wat ze hadden op de zombie. Die liet los en richtte zig nu op de jongens. 'SNEL, EEN VAN DE HUIZEN IN!' schreeuwde Samuel. Hij schoot op een raam van een van de huizen zodat het barstte, en sprong het huis in. De rest volgde hem. het was donker en muf binnen. ze renden een willekeurige kamer in en smeten de deur achter hun dicht. Takari en Samuel schoven een bank voor de deur en uitgeput zitten. 'wat nu?' fluisterde Amy, maar Ronald gebaarde dat ze stil moet zijn. hij schoof het gordijn bij het raam een heel klein beetje opzij om te kijken of de zombies nog op de straat waren. hij zag de trol-zombie en de spinachtige zombie, maar de andere spinachtige zombie was nergens te bekennen. hij tuurde de straat af, maar hij zag hem nergens. op dat moment werd er tegen de deur gebonkt. de spinzombie en de dikke draaiden hun hoofden naar het geluid in het huis. Ronald keek de spinzombie recht in zijn ogen. toen vloog hij op het raam af. Ronald smeet het gordijn weer dicht en strompelde achteruit. 'shit!' riep hij. achter hun werd er nog op de deur gebonkt en voor hun begaf het raam het bijna. 'doe de gordijnen open!' riep Samuel, en hij hief zijn wapen. Ronald deed de gordijnen open en zag hoe de spinachtige zombie tegen het raam aan sprong. het raam zat al vol barsten. 'maak je klaar!' zei Ronald, en hij hield zijn donderbus in de aanslag. de zombie sprong nog eens tegen het raam. en nog eens. bij elke keer dat hij sprong haalde Ronald uit angst bijna de trekker over. toen barstte het raam eindelijk. de zombie viel de kamer binnen en er klonk geknal uit 4 wapens, en daarbij het gefluit van de suizende pijlen die Takari afschoot. binnen een paar seconden lag de zombie al bijna uit elkaar, maar hij kwam overeind en sprong als een spin op Ronald af. Ronald viel achterover en de zombie wou hem in zijn hals bijten, maar hij pakte het hoofd van de zombie stevig beet. met zijn duim drukte hij op het dode oog. met een smerig geluid barstte het oog en Ronald duwde zijn duim nog verder. intussen bleef de zombie maar naar Ronalds hals happen. hij hoorde Amy gillen. er droop slijm en bloed uit de oogkas van de zombie en plots schoot Ronalds duim verder. de zombie verslapte en Ronald duwde hem van zich af. 'gadver.' Amy hielp hem snel overeind en Ronald veegde zijn hand af aan zijn broek. 'weg hier.' zij hij. ze sprongen uit het raam en waren even met de stomheid geslagen. links van hun kwam een enorme zombie horde hun kant op. het waren er honderden. 'dit meen je niet.' zei Samuel met angst in zijn ogen. het leek wel op een enorme optocht van activisten, alleen ontbraken de borden. en het waren zombies. 'waar moeten we heen?' vroeg Amy terwijl ze langzaam achteruit liepen. Ronald wou zijn kompas pakken maar keek al even naar de zon en wees toen naar een plek in de horizon. 'het Noordoosten is daarheen.' zei hij. Amy glimlachte even. 'komt dat toch nog van pas.' toen renden ze verder.

Ronald keek achter zich naar de verwoeste stad. terwijl hij keek zag hij hoe in de verte een flatgebouw instortte. 'ik hoop dat Jaro oké is.' zei hij. 'vast wel.' zei Takari die naast hem kwam staan. ze waren de zombie horde kwijt geraakt. 'hij had een heleboel hulp.' beaamde Amy. 'ik hoop ook maar dat we van Caine af zijn...' ze keek bezorgd. 'een zorg voor later.' zei Samuel. 'laten we verdergaan.' ze pakten even een flesje water uit hun rugzak en dronken wat, voordat ze weer verder liepen. Samuel keek even naar het heldere water in het flesje toen hij een weerspiegeling zag. hij keek verschrikt op en zag een paar meter verderop Rob staan. Samuel liet zijn flesje vallen. 'nee!' stamelde hij. 'nee, neen nee.' hij wreef in zijn gezicht. 'Samuel, gaat het een beetje?' vroeg Ronald verbaasd terwijl hij de dop op zijn flesje draaide. Samuel keek weer op. Rob was weg. 'ja.'mompelde hij. 'het was niks.' Ronald, Takari en Amy keken elkaar even verbaasd aan. Takari haalde zijn schouders op. hij gooide zijn rugzak over zijn schouder en begon voorop te lopen. 'we zijn er bijna.' zei hij. 'bijna...' 


Man or BeastWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu