Hoofdstuk 3

14 2 0
                                    

Oumaima

Niet met hem. Van iedereen op deze wereld, niet met hem. Ik krijg geen lucht. Mijn vader hoor ik nog zeggen: "En waag het niet om weer hetzelfde te doen! Je wilt niet weten wat ik met je zal doen.." Snel ren ik de kamer uit. Voor ik het weet beginnen de tranen te stromen. Ik loop langs alle kamers en ren direct naar de mijne. Ik moet lucht krijgen. Voor ik het weet sta ik op mijn balkon.

Dit kan niet. Hoe kan hij me dit aan doen. Iedere keer wanneer ik denk dat het niet erger kan worden. Mijn bloedeigen vader die me in het diepe gooit, en dat voor de zoveelste keer. Je zou denken dat het minder pijn doet. Maar iedere keer wordt teleurstelling in mijn vader alleen maar groter.

Ik reciteer een vers van de Koran. Dat is het enige dat me door deze paniekaanvallen helpt. Ik heb veel verschillende manieren moeten proberen. Heb veel psychologen bezocht maar niets helpt zo goed als de Koran reciteren. Het enige dat me rust geeft in deze chaos.

Even later hoor ik geklop. Ik kijk om en zie Samira, mijn persoonlijke huishoudster, voor het raam staan. Ik gebaar haar dat ze binnen kan komen. "Sorry dat ik stoor mevrouw, maar ik moest van uw vader doorgeven dat u straks bezoek verwacht." zegt ze rustig. "Bezoek? Van wie" probeer ik zo vriendelijk mogelijk te vragen. Ook al vrees ik dat ik het antwoord al weet. "Uw aanstaande komt langs met zijn familie." zegt ze zacht. "Ik begrijp het, ik zal er zijn" zeg ik plechtig. Het heeft geen zin om mijn frustratie op haar af te reageren.

Ik kleed me om. Trek een mooie lange jurk aan. Ik wordt dan wel zijn vrouw maar hij zal mij nooit kunnen krijgen. Niet mijn hart in ieder geval. Dat is het enige kleine beetje waar ik nog controle over heb. Samira krult mijn haar terwijl ik mijn make-up nog snel doe. Samira heeft gezegd dat de gasten ieder moment kunnen komen.

Ik loop de trap af en precies op dat Moment gaat de bel. Ik probeer een zo goed mogelijke glimlach te forceren en maak de deur open.

Als eerst komt een kort vrouwtje binnen, zijn moeder gok ik. "Marhba bikom" zeg ik vrolijk terwijl ik haar groet met de gebruikelijke kusjes. De vrouw kijkt me aan met een oprechte glimlach en zegt "shokran, benti". Achter haar staat een vrouw, rond de achttien schat ik. Ze heeft een grote glazen doos vast met daarin een taart. De taart is beige kleurig met gouden accenten, prachtig zou je denken. Dat dacht ik ook totdat ik de tekst die erop stond zag. Ik groet haar ook. "Heyy hoe is ie" vraagt ze casual. "Hamdulillah, met jou" vraag ik zo oprecht mogelijk terug. "Ook goed hamdulillah" antwoordt ze met een glimlach. Vervolgens komt er een jongen binnen. Ik denk dat hij rond mijn leeftijd is. Hij glimlacht, geeft mij een hand en loopt dan weer door. Ik kijk nog snel door de deur opening. Niemand staat er. Ik doe de deur dicht en kijk verbaast om me heen. Huh waar is soufiane dan.

Mijn ouders zijn nog bezig met groeten. Ze hebben hun mooiste glimlach op gezet. Nou ja, ik klaag niet. Het is makkelijker als ze denken dat ik een perfect leven heb dan wanneer ik alles uit zou moeten leggen.

We gaan met zijn alle zitten op de bank. "Waar is soufiane?" vraagt mijn moeder. "Hij moest nog even wat doen, geltoe. Hij kan er ieder moment zijn" zegt de jongen. Mijn moeder glimlacht gewoon terug. Zelfs op tijd komen kan hij niet. Niet dat ik het erg vind maar als je zelfs voor dit soort dingen niet op tijd komt dan liggen je prioriteiten duidelijk ergens anders. Ik zit naast mijn moeder en het meisje. Ik praat met het meisje. Ze lijkt me wel aardig. Haar naam is Layla en ze is zoals ik als dacht 18. Ze is het zusje van Soufiane.

"Ga maar koffie zetten" zegt mijn moeder. Terwijl ze me in mijn zij knijpt. "Is goed" antwoord ik met een overdreven grote glimlach. "Ik help je wel" zegt Layla. Samen lopen we de keuken in. Ik pak de spullen voor de koffie en layla gaat aan de bar stoelen zitten. "Jullie huis is echt prachtig. Heel groot ook" begint ze. "Dankjewel, jullie wonen ook zo groot toch?" vraag ik terwijl ik alvast het dienblad klaar zet. "Ja en nee. Soufiane woont zo groot. Maar mijn moeder houdt er niet van. Want als soufiane en ik beide weg zijn voelt ze zich eenzaam in zo een groot huis. Dus daarom woon ik samen met mijn moeder en mijn broer in een klein huisje en Soufiane in een groot huis. Dat was namelijk makkelijker met zijn werk. Maar eigenlijk zijn we altijd wel met Soufiane. Of hij komt naar ons of wij naar hem." verklaard ze. "Ohhhh, ik snap je moeder volledig hoor. Zo een groot huis is ook maar eenzaam."

"Dusss...Heb je er zin in?" vraagt ze. "Waarin?" vraag ik niet begrijpende wat ze bedoelt. Je weet heel goed wat ze bedoelt, je wilt het gewoon niet toegeven. "Je weet dondersgoed waar ik het over heb. In het huwelijksbootje stappen natuurlijk" zegt ze met een grijns. "Oh dat, ja nee, zat er niet echt op te wachten" antwoord ik eerlijk. "Is dat omdat het de tweede keer is?"

Huh shit ze weet het. Wat zal ze wel niet denken. "Rustig, je hoeft niet te stressen. Ik geloof de roddels niet. En al helemaal niet na je gesproken te hebben. Ilias doet alles voor aandacht" zegt ze. "Huh, je kent Ilias?" vraag ik verbaasd. "Ja, hij en soufiane waren goed bevriend totdat soufiane succesvoller werd. Ilias was jaloers en dat was het einde van hun vriendschap. De rest moet soufiane je maar vertellen als hij dat wilt" zegt ze. Hmm, interessant. "Weet hij ervan?" vraag ik. "Weet wie waarvan?" vraagt ze verward. "Weet Soufiane over alle roddels" helder ik op. "Nee hij volgt helemaal geen roddels. Hij weet dat de roddels 9 van de 10 keer niet waar zijn." zegt ze. "Dus de roddels over hem zijn ook niet waar? Of vallen zijn roddels onder de 1 op de 10 keer." vraag ik nieuwsgierig. "Daar zal je zelf achter moeten komen..." zegt ze met een knipoog. Voor dat ik antwoord kan geven, hoor ik de bel gaan. "Dat zal je toekomstige zijn" zegt Layla met een knipoog. "Oumaima maak de deur open" hoor ik mijn moeder schreeuwen

Ik loop naar de deur en maak de deur open. Daar sta ik dan, tegenover mijn aanstaande. 

Onder de facadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu