Hoofdstuk 22

13 2 0
                                    

Oumaima

De ochtend van de henna breekt aan, en terwijl de zon voorzichtig boven de horizon verschijnt, stap ik de auto in. Het voelt vreemd om naar mijn werk te gaan op een dag die zo doordrenkt is met culturele betekenis. Maar ik heb mijn redenen. Dit hele feestgedoe is een façade, een show voor de buitenwereld. En ik wil niet dat mijn leven volledig wordt opgeslokt door die schijnvertoning.

Wanneer ik het kantoor nader, voel ik een knoop in mijn maag. Soufiane zal hier niet blij mee zijn, maar ik moet mijn grenzen stellen. Ik stap het gebouw binnen en probeer mijn zenuwen te kalmeren. De receptionist groet me vriendelijk, en ik forceer een glimlach terwijl ik naar mijn kantoor loop. Ik kies er expres voor om vandaag niet langs Soufiane zijn kantoor te gaan, wetende dat hij woest zal zijn.

Ik heb nog geen tien minuten achter mijn bureau gezeten of de deur zwaait open. Soufiane staat daar, zijn gezicht donker van woede. Hij sluit de deur achter zich met een klap en komt recht op me af "Oumaima, wat doe je hier?" sist hij. Zijn ogen flitsen gevaarlijk en zijn stem is laag, dreigend.

"Ik werk," antwoord ik, mijn stem klinkend met meer zekerheid dan ik voel. "Het is de fucking dag van de henna!" schreeuwt hij. "Wat denk je dat de mensen zullen zeggen als ze horen dat jij gewoon naar werk bent gekomen alsof het niets betekent? Je zet de hele façade op het spel!"

"Façade?" herhaal ik, mijn eigen woede oplopend. "Dit hele gebeuren is een façade, Soufiane. Waarom moet ik mijn leven op pauze zetten voor iets waar ik niet eens volledig achter sta?” “En trouwens wat denk je wat mensen zullen denken als ze jou zo horen schreeuwen. Jij bent geen haar beter. Dus hou op met je hypocriete gedrag!” voeg ik er boos aan toe, terwijl ik mijn stem zacht hou.

Zijn gezicht vertrekt van woede. Hij doet een stap naar voren en ineens voel ik de muur achter me. Voordat ik het weet, heeft hij zijn handen aan weerszijden van mijn hoofd geplaatst, me insluitend.

"Dit is belangrijk, Oumaima," zegt hij dreigend. "Je speelt met vuur. Je hebt geen idee wat er op het spel staat." Ik probeer zijn blik te ontwijken, maar hij dwingt me om hem aan te kijken. De woede in zijn ogen is intens, bijna beangstigend.

De deja vu treft me als een golf van koude rillingen. Ilias staat voor me, zijn ogen net zo fel als die van Soufiane nu. Hij duwt me tegen de muur, zijn adem heet op mijn gezicht.*

"Waarom begrijp je het niet?" sist hij. "Je moet doen wat ik zeg. Dit is geen spel, Oumaima." Mijn hart klopt in mijn keel en ik voel de paniek opborrelen. Ik probeer te bewegen, maar zijn handen houden me vast. Ik ben gevangen.

Ik knipper met mijn ogen en het visioen verdwijnt. Soufiane staat nog steeds voor me, zijn lichaam gespannen en zijn gezicht vlakbij het mijne. Maar nu zie ik niet alleen zijn woede, maar ook de schaduw van Ilias in zijn blik.

"Je begrijpt niet wat je op het spel zet," herhaalt hij, zijn stem lager, dreigender. "Dit is groter dan jij en ik. Je moet je rol spelen, Oumaima." Ik staar hem aan, mijn lichaam verstijfd van angst en herinnering. Hij komt dichterbij, zijn ogen vernauwend.

"Als je dit verknalt," zegt hij, "zal ik ervoor zorgen dat je de gevolgen voelt."

De woorden galmen na in mijn hoofd. Ik weet dat hij serieus is, dat dit niet zomaar een dreigement is. Mijn ademhaling versnelt en ik voel de paniek opkomen. 

De herinnering aan Ilias is te sterk, te levendig. Ik zie hem weer voor me, zijn handen die me vastklemmen, zijn ogen die in de mijne branden.

"Je kunt niet ontsnappen," zegt Ilias. "Je hoort bij mij, of je dat nu wilt of niet." "Nee," fluister ik, maar mijn stem wordt gesmoord door de angst. "Laat me los."

En dan ben ik terug in het heden, met Soufiane's ogen die in de mijne boren. Ik voel me leeg, uitgeput door de emotionele achtbaan.

Ik weet dat ik niet langer hier kan blijven. Zonder nog een woord te zeggen, duw ik Soufiane van me af en loop het kantoor uit. De tranen die ik zo lang heb tegengehouden, beginnen over mijn wangen te rollen. Ik veeg er een weg, maar het voelt alsof de leegte binnenin me alleen maar groter wordt.

Dit moet stoppen. Er moet een manier zijn om uit deze nachtmerrie te ontsnappen. Terwijl ik met een neppe glimlach door de gangen van het kantoor loop, weet ik dat ik een beslissing moet nemen. Voor mezelf, voor mijn toekomst.

Onder de facadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu