Hoofdstuk 13

10 1 0
                                    

Oumaima

De winkel is een sprookje van tule en kant. Overal waar ik kijk, zie ik rijen en rijen met prachtige trouwjurken, elk meer betoverend dan de vorige. Ik probeer mezelf te kalmeren, diep adem te halen en mezelf ervan te overtuigen dat dit gewoon een ander item op de eindeloze lijst van dingen is die ik moet doen. Soufiane staat naast me, maar hij mag niet mee naar binnen. Hij kijkt me aan, zijn blik ondoorgrondelijk, voordat hij me een lichte knik geeft. "Ik zie je straks," zegt hij, zijn stem kalm. "Je redt dit wel."

Ik knik terug, maar ik voel de paniek al in mijn borst opwellen. Terwijl ik de winkel binnenstap, lijkt het alsof de muren dichterbij komen. De medewerkster begroet me met een warme glimlach en leidt me naar de paskamers. "We hebben een aantal prachtige jurken voor je uitgekozen," zegt ze opgewekt. "Laten we beginnen met deze."

Ik kijk naar de eerste jurk die ze me aanreikt. Het is een droom van zijde en kant, met delicate bloemen applicaties die over de stof dansen. Ik dwing mezelf om te glimlachen en neem de jurk aan. De paskamer voelt klein en benauwd, en mijn handen trillen terwijl ik de jurk aantrek.

Ik kijk in de spiegel en zie mezelf in de jurk, maar het voelt niet echt. Het is alsof ik naar iemand anders kijk. Mijn ademhaling versnelt en ik voel mijn hart in mijn keel kloppen. De herinneringen aan mijn vorige huwelijk, aan de leugens en de pijn, overspoelen me. Ik zie mezelf weer staan, in een andere jurk, met andere verwachtingen en dromen die in duigen vielen.

"Is alles in orde?" vraagt de medewerkster bezorgd als ze mijn paniek opmerkt. Ik probeer te antwoorden, maar mijn stem blijft steken. De kamer begint te draaien en ik voel me misselijk. "Ik... ik kan dit niet," stamel ik uiteindelijk. De medewerkster kijkt me bezorgd aan en knikt dan begrijpend. "Wacht even hier. Ik haal iemand." Voordat ik kan protesteren, is ze de kamer al uit. Ik probeer mezelf te kalmeren, diep adem te halen, maar het voelt alsof ik stik. De muren komen steeds dichterbij en ik voel de tranen in mijn ogen branden.

En dan is Soufiane daar. Zijn aanwezigheid vult de kamer en ik voel een klein beetje verlichting, maar de paniek is nog steeds overweldigend. Hij kijkt me aan, zijn ogen vullen zich met bezorgdheid. "Wat is er aan de hand?" vraagt hij zacht. "Ik... ik kan dit niet," fluister ik, mijn stem breekt. "Ik kan dit niet alleen."

Soufiane zet een stap dichterbij, maar ik zie de aarzeling in zijn ogen. Hij wil me helpen, maar hij weet niet hoe. "Oumaima, je bent niet alleen," zegt hij uiteindelijk, zijn stem vastberaden. "Ik heb Layla en mijn moeder al gebeld. Ze komen eraan. Je hoeft dit niet alleen te doen."

Zijn woorden dringen langzaam tot me door en ik voel de paniek een beetje afnemen. Layla en zijn moeder zijn onderweg. Ik ben niet alleen. Maar de herinneringen aan mijn vorige huwelijk blijven aan me knagen en ik voel de angst weer opkomen.

"Waarom ben je zo bang?" vraagt hij zacht, zijn stem vol zorgen. Ik kijk hem aan, mijn ogen gevuld met tranen. "Het is gewoon... alles. De jurken, de verwachtingen, de herinneringen aan mijn vorige huwelijk. Het is te veel."

Hij knikt begrijpend en zet nog een stap dichterbij. "Ik begrijp het," zegt hij zacht terwijl hij mijn hand in de zijne neemt . "Maar we doen dit samen. We vinden een manier om hier doorheen te komen. Oumaima, ik weet dat dit niet makkelijk is. Voor geen van ons. Maar we moeten er doorheen. Voor onszelf, voor onze families."

Zijn woorden zijn als een anker in de storm van mijn gedachten. Ik haal diep adem en probeer me te concentreren op zijn aanwezigheid, op de zekerheid in zijn stem. "Dank je," fluister ik uiteindelijk, mijn stem nog steeds trillend. Hij knikt, een flauwe glimlach speelt om zijn lippen. "Je bent sterker dan je denkt." zegt hij terwijl hij een zacht kneepje in mijn hand geeft voordat hij het los laat

De deur gaat open en Layla en zijn moeder komen binnen. Hun gezichten vullen zich met bezorgdheid als ze me zien. Zijn moeder neemt me onmiddellijk in haar armen en ik voel een golf van opluchting over me heen spoelen. "Het komt goed, lieverd," zegt gelti zacht. "We zijn hier voor je." "We doen dit samen," zegt Layla met een geruststellende glimlach.

Soufiane knijpt zachtjes in mijn hand voordat hij de paskamer verlaat, zijn blik nog steeds bezorgd. "Ik zal buiten wachten," zegt hij zacht. "Neem de tijd die je nodig hebt." Ik knik dankbaar en kijk toe hoe hij de kamer verlaat. Gelti en Layla staan naast me, hun gezichten vol medeleven en begrip. "Kom, laten we verder gaan," zegt Gelti geruststellend. "We vinden de perfecte jurk voor jou."

Ik haal diep adem en knik. Met hun hulp, misschien kan ik dit wel aan. Misschien kan ik deze nieuwe rol spelen en een manier vinden om door de façade heen te breken. Voor nu voel ik me in ieder geval niet meer zo alleen.

Onder de facadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu