Hoofdstuk 16

14 2 0
                                    

Ik open mijn instagram en ben in shock van wat ik zie staan. "Bom in de advocaten wereld: Soufiane Amrani verloofd met omstreden Oumaima lahali" lees ik hardop. Het is een foto van een krantenartikel. Mijn ogen vliegen over de tekst, en mijn maag draait om bij elk woord.

 Mijn ogen vliegen over de tekst, en mijn maag draait om bij elk woord

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Mijn handen trillen als ik mijn telefoon wegleg. Woede en schaamte wellen in me op. Hoe durven ze mijn verleden zo te verdraaien? Hoe durven ze mijn integriteit in twijfel te trekken? Ik storm naar de woonkamer waar Soufiane net zijn koffie inschenkt. "Heb je dit gelezen?" schreeuw ik, terwijl ik mijn telefoon laat zien. Hij kijkt me verbaasd aan, en dan naar het artikel.

"Ja, ik heb het gelezen," antwoordt hij rustig, maar zijn ogen verraden een glimp van woede. "En je hebt er niets aan gedaan?" Mijn stem trilt van emotie. "Hoe kun je dit toestaan? Ze beschuldigen me van iets wat ik nooit heb gedaan!" Soufiane's gezicht vertrekt. "Wat had ik moeten doen, Oumaima? Ik heb geen controle over wat de pers schrijft."

"Geen controle? Je bent een van de meest invloedrijke mensen in de stad! Je had iets kunnen doen!" Ik voel mijn ogen prikken van opkomende tranen, maar ik weiger ze te laten zien.Hij zucht diep, zijn geduld lijkt te slinken. "Dit is niet zo eenvoudig. De pers is een machtig instrument, en je weet dat we ze niet zomaar kunnen sturen."

"Ik weet het, maar dit gaat over mijn leven, mijn reputatie! Hoe kan ik mijn werk nu nog doen." Mijn stem slaat over. "Ze hebben geen enkel bewijs, alleen roddels en leugens van mijn ex-man die mij mishandelde. En nu denken mensen dat ik weer zal vreemdgaan? Hoe kunnen ze dat over mij zeggen?"

Soufiane kijkt me strak aan, zijn blik hard. "En wat wil je dat ik doe? Wil je dat ik elke journalist opspoor en hen persoonlijk aanspreek? Dit is het leven dat we leiden, Oumaima. Roddels en speculaties horen erbij." "Jij begrijpt het niet," snauw ik, mijn frustratie groeit met elke seconde. "Jij bent altijd de perfecte zoon, de onberispelijke advocaat. Je hebt geen idee wat het is om constant beoordeeld te worden op je persoonlijke fouten."

Zijn ogen vernauwen zich. "Denk je echt dat ik het makkelijk heb? Denk je dat ik geen offers heb gebracht voor mijn reputatie, voor dit bureau? We zitten in hetzelfde schuitje, Oumaima." "Dat is niet waar," zeg ik fel. "Jij hebt nooit je integriteit in twijfel getrokken gezien. Jij hebt nooit de pijn gevoeld van valse beschuldigingen die je leven verwoesten."

"Misschien niet," geeft hij toe, zijn stem nu zachter maar nog steeds streng. "Maar ik heb mijn eigen gevechten gevoerd. En dit huwelijk, deze verloving, is een van die gevechten. Het is niet makkelijk voor mij om te doen alsof alles perfect is terwijl we elkaar nauwelijks kunnen verdragen." "En toch verwacht je dat ik blijf, dat ik deze façade in stand houd," bijt ik terug. "Hoe lang nog, Soufiane? Hoe lang moeten we deze leugen blijven leven?"

Hij blijft even stil, zijn blik glijdt van mijn gezicht naar de krant op de tafel. "Tot het niet meer nodig is," zegt hij uiteindelijk. "Tot we een manier vinden om hieruit te komen zonder alles te verliezen." Zijn woorden raken me diep, maar de pijn en frustratie overheersen. "Ik weet niet of ik dat nog langer kan," fluister ik. "Ik weet niet of ik deze strijd nog langer kan voeren."

"Dan moet je beslissen wat je wilt, Oumaima," zegt hij, zijn stem ijskoud. "Wil je vechten, of wil je opgeven?" "Opgeven? Denk je dat dit iets is wat ik zomaar kan opgeven? Mijn hele leven is een gevecht geweest tegen onrechtvaardigheid, tegen leugens. Maar dit... dit is anders. Dit gaat niet alleen over mij. Dit gaat over ons beiden, over onze toekomst."

"Onze toekomst?" Hij lacht bitter. "Welke toekomst, Oumaima? Dit huwelijk is niets meer dan een schijnvertoning. We doen alsof we gelukkig zijn, alsof we een perfecte relatie hebben, terwijl we allebei weten dat het een leugen is." "Misschien is het een leugen," zeg ik, mijn stem trillend van emotie. "Maar het is een leugen die we samen hebben gekozen. We hebben besloten om deze weg te bewandelen, en nu moeten we ermee dealen."

"Dealen!? Hoe stel je voor dat we hiermee dealen?" Zijn stem wordt harder. "Moeten we gewoon blijven glimlachen en doen alsof alles perfect is terwijl de hele wereld over ons roddelt en ons veroordeelt?" "Ik weet het niet," geef ik toe, mijn stem breekt. "Ik weet echt niet meer wat we moeten doen. Maar ik weet wel dat ik deze constante aanvallen en beschuldigingen niet meer aankan. Het breekt me."

Hij zucht diep, wrijft met zijn hand over zijn gezicht. "Ik weet dat het moeilijk is. Maar we moeten sterk blijven. We moeten laten zien dat we ons niet laten breken door deze roddels en leugens." "Sterk blijven?" Ik schud mijn hoofd. "Ik ben moe, Soufiane. Zo moe van het altijd maar sterk moeten zijn. Soms wil ik gewoon even zwak kunnen zijn, even kunnen breken zonder dat ik me hoef te schamen." zeg ik en loop gefrustreerd weg, niet in staat om hier nog verder over in discussie te gaan.

Onder de facadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu