De redding.

97 10 0
                                        

Ik werd wakker. Ik probeer mijn ogen open te doen. Het lukt niet. Ik probeer het nog een keer, toen lukte het wel. Ik kijk om me heen en herkende de kamer niet echt. Toen herinnerde ik me dat het mijn eigen kamer was. Ik herinnerde me gisteren weer. Waar is Stephan? Voorzichtig stond ik op. Alles werd zwart en ik ging weer zitten. De deur ging open en Stephan kwam binnen met een bord met crackers. 'Goedemorgen Esmee. Gaat het weer een beetje?' Vroeg hij. Hij zette het bord op mijn bureau en ging naast me zitten. 'Ja het gaat wel. Waar heb jij geslapen?' Hij zuchtte. 'Ik zal vertellen wat er gisteren gebeurde. Jij lag op de grond, je zei niks, ik werd boos op je vader en heb hem geslagen. Daar werd hij nogal boos om. Ik bracht je naar je kamer en toen heb ik je je pyjama gezocht en aangedaan en ben ik de hele nacht wakker gebleven om je in de gaten te houden.' Omg hij is echt zo lief. Waarom zou ik niet een tijd bij hem gaan wonen? Hij is echt heel aardig en hij stelde het voor. 'Aww dat is lief. Ben je nu niet heel erg moe dan?' 'Ach ja, dat maakt niks uit joh. Jij bent belangrijker dan slapen. Trouwens, ik heb dat eten voor jou gemaakt.' Ik wil weer opstaan maar het werd weer zwart dus ik ging liggen. 'Gaat het wel?' Vroeg Stephan bezorgt. 'Jawel, het is alleen weer zwart voor mijn ogen.' Stephan staat op en pakt het bord. 'Hier, eet, misschien gaat het dan zometeen weer beter.' Ik pak het bord aan en eet met moeite een cracker. Als ik eet dan wil hij me helpen. Ik eet de andere cracker ook op. 'Die laatste hoef ik niet meer.' Zei ik. 'Eet jij hem maar op. Als je wil mag je wel even gaan slapen hoor. Dan ga ik ook nog even slapen.' 'Vind je het echt niet erg? Waar mag ik slapen dan?' Vroeg Stephan. 'Kom maar in mijn bed liggen, ik schuif wel op.' Zei ik. Hij ging naast me liggen en trok me naar hem toe. Stephan sliep redelijk snel. Met moeite zonder hem wakker te maken probeerde ik me los te maken uit zijn armen. Hij slaapt zo schattig. Ik ging weer terug liggen en viel in slaap. Ik schrok wakker. Ik keek op de klok. Half 2 geweest. we hebben in het totaal bijna 5 uur geslapen. Stephan slaapt nog steeds. Ik probeer te ontsnappen uit Stephan zijn armen en ga wat drinken halen. Ik kom terug met cola en maakte Stephan wakker. 'Hier, wat drinken. Toen ik drinken ging halen ging je telefoon.' 'Hmmm... Ik denk dat het mijn moeder was.' Zei Stephan slaperig. 'Ik bel haar wel even terug.' Stephan dronk wat en stond op. Ik ging nog even liggen en wachten tot hij terug kwam. Na 10 minuten komt Stephan terug naar binnen. 'Vanmiddag ga je met mij mee naar mijn huis. Daar blijf je voorlopig. Pak je wat spullen in? Ik help je wel.' Ik pakte mijn tekenspullen en leerboeken. Na volgende week is het vakantie. Ik pakte een paar kleren en mijn pyjama. 'Wat moet ik nog meer meenemen?' Vroeg ik. Behalve flappie. Die neem ik ook mee. Flappie is mijn knuffel. Zonder flappie kan ik niet leven. 'Ik weet het niet. Je telefoon en lader. Verder niet echt iets denk ik. Oh, make-up?' 'Ik draag niet echt make-up.' Ik pak geld en als laatste pak ik flappie. 'Aww... Slaap je met knuffels?' Vroeg Stephan. Ik werd rood. 'Ja, sorry.' 'Haha maakt niet uit hoor. Ik vind het schattig.' Het is 10 voor 3. Om half 4 moeten we bij de bus zijn. We lopen naar beneden. ik pak een blaadje en een pen: Beste papa en mama. Ik ga weg voor een tijdje. Ik kan het hier niet meer aan. Ik zeg niet waar ik heen ga en ik kom niet eerder terug voordat jullie stoppen en sorry zeggen. Groetjes, Esmee. 'We kunnen gaan.' Samen lopen we naar de bus. Toen we in de bus zaten begon ik bijna te huilen. Stephan knuffelde me. 'Het komt wel goed meisje.' Bleef hij zeggen. Toen we er waren liep ik achter hem aan. Hij stopte voor een huis. Het leek me een leuk huisje. 'Kom maar binnen hoor!' Riep een vrouw in de deuropening. 'Hallo, ik ben Wendy, de moeder van Stephan.' Zei de vrouw. Het was een klein vrouwtje. Ze leek me wel aardig. 'Ik ben Esmee. Heel erg bedankt dat ik even hier mag blijven.' Zei ik. Ik liep naar binnen. Het is een groter huis dan je zou verwachten. 'Je mag bij mij op de kamer slapen.' Zei Stephan. 'Volg mij maar.' We liepen naar een kamer. Het was een redelijk grote kamer. Stephan heeft een tweepersoonsbed. Ik zet mijn tas met spullen neer, pak flappie en ga op het bed liggen. 'Ik ga wel even drinken halen.' Zei Stephan. Ik pakte flappie, rolde me op en viel perongeluk in slaap.

Esmee en haar leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu