Hoofdstuk 1

172 15 0
                                    

*de wekker gaat* Urggg,, ik haat maandagochtenden. Ik sta op om mijn wekker uit te zetten. Ik kleed me aan en loop naar beneden. Aan tafel zit Luke, mijn broertje. Hij kijk me en beetje boos aan maar ik let er maar niet meer op. Ik smeer mijn brood maar heb eigenlijk helemaal geen honger. Ik ga bij hem aan tafel zitten en probeer wat te eten. Met moeite eet ik een snee brood. Ik gooi de rest weg en pak wat drinken. Luke zegt: 'als je nu niet voor mij kleren gaat pakken dan bekogel ik je met yoghurt.' Ik trek me er niets van aan en ga verder met drinken en voel ineens wat in mijn nek. Ik draai me om en zie Luke gemeen lachen. Ik ga naar de badkamer en ga op de weegschaal staan. 42.8, eigenlijk vind ik mezelf nog te dik. Luke komt binnen en duwt me weg. Ik loop de badkamer uit en ga naar Richard, mijn vriend toe. Ik bel aan en Richard doet open. Samen fietsen we naar school. Hij zit in een andere klas maar iedere pauze komt hij bij mij en mijn vriendinnen staan. Als we op school aankomen doet hij een beetje raar. 'hey ehmm.. ik.. ik moet gaan.' En ineens was Richard weg en kon ik hem helemaal nergens meer vinden. Ik besloot het maar zo te laten en ga maar naar het lokaal waar ik zit. Halverwege de les verveelde ik me kapot. De lessen gaan altijd zo sloom op maandag. Tijdens het eerste lesuur besloot ik allemaal hartjes in mijn schrift te gaan tekenen. Mijn geschiedenisleraar ligt toch de hele les te slapen, dus die zal het niet merken. Ik kon me toch niet concentreren. Maar waarom Richard zo raar deed vraag ik me nog steeds af. Zou het aan mij liggen? Ik besluit het in de pauze maar even te vragen. Ik was zo er na aan het denken dat ik de zoomer niet hoorde. Mijn geschiedenisleraar tikte op mijn rug en vroeg waarom ik niet opstond. Ik pakte mijn spullen en liep snel weg.-tweede lesuur- Ik kan alleen naar de klok staren. Ik wil naar Richard toe. ik besluit hem te sms'en. Want normaal reageert hij meteen. Ik zit bij wiskunde en ik zit helemaal achteraan, dus de leraar ziet het niet. 'Hey, ik had een vraagje, waarom deed je vanochtend zo raar? Xxx' Ik wacht een kwartier en heb nog geen reactie. Nu kon ik me helemaal niet meer concentreren omdat hij altijd meteen terug smst. Misschien is zijn telefoon gewoon leeg. Toen ik nog een keer keek zag mijn wiskundeleraar dat ik mijn telefoon vasthad en komt naar me toe gelopen. 'Esmee, je kent de regels nu wel, hier die telefoon.' Met tegenzin gaf ik mijn telefoon aan mijn leraar. Gelukkig krijg ik hem altijd aan het einde van de les terug. *de zoomer gaat* Ik loop naar mijn leraar om mijn telefoon te halen. 'Esmee, ik ben het er niet mee eens dat ik die telefoon zo vaak af moet pakken. Dit is de laatste keer, de volgende keer breng ik hem naar de ASD'er.' Ik pak mijn telefoon en loop weg.

Esmee en haar leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu