Nikki en Tessa.

98 11 0
                                    

'Hey meisje, wat is er gebeurd!?' Vroeg Nikki, die naast me kwam zitten. 'Veel.' Zei ik. 'Ik wil rust. Stephan, kan jij mama even wat drinken geven?' Stephan snapte de boodschap. 'Komt u maar mee.' Zei hij. Nikki en Tessa kwamen op het bed zitten en ik vertelde alles. In ieder geval, het verhaal van Stephan. En dat van thuis. Toen ik klaar was met vertellen was het stil. 'Waarom heb je dit nooit eerder verteld?' Vroeg Tessa. 'Omdat... euhh...' Meer kon ik niet zeggen. Het was stil. 'Het mocht niet.' Zei ik uiteindelijk. 'Zullen we naar beneden gaan?' Vroeg Nikki. 'Is goed.' Met moeite stond ik op. Toen we de kamer binnenliepen stond er iemand in de kamer. 'Hai Esmee.' Zei hij en met een enge lach op zijn gezicht draaide hij om. 'Max...?' Vroeg ik. 'Waar is Stephan?' 'Die is in de keuken. Je mama ook.' Zei Max. 'Ik kom euhh... Ik kom even mijn excuses aanbieden. Sorry dat ik je het ziekenhuis ingeslagen heb. Sorry dat je door mij een hersenschudding en een gebroken neus hebt.' Max keek schuldig. Hij meende het. Dacht ik. 'Het is goed. Het maakt niet uit.' Stephan en mama komen binnen. 'Esmee.' Mama keek me aan. 'Ik ga weer naar huis, ik moet Luke ophalen.' 'Ohja, hoe gaat het met hem?' Vroeg ik. 'Ja goed, ik laat hem je vanavond wel even bellen.' Mama gaf me een knuffel en pakte haar jas. 'Doei meisje.' Zei ze en ze liep naar de auto. 'Wij euhh... Wij moeten ook gaan.' Zei Tessa. 'Oke, doei.' Ze gaven me een knuffel en toen gingen ook Tessa en Nikki weg. 'Ik heb hoofdpijn.' Zei ik en ik keek zielig naar Stephan. 'Aww, ik pak wel een paracetamol. Ga maar vast naar boven, ik kom eraan.' Ik liep naar boven. Ik liep de kamer van Stephan binnen en ging op bed liggen. Ik was duizelig. Ik pakte flappie en ging liggen. Alles werd zwart. Ik hoorde de deur. 'Hier is een paracetamol.' Zei Stephan. 'Alles is zwart, ik zie niets.' Piepte ik. 'Rustig maar Esmee, ga even zitten en drink wat water.' Ik deed wat Stephan zei. 'Het gaat wel weer.' Het zwarte trok weg. Ik ging weer liggen. 'Moet ik blijven of moet ik weggaan?' Vroeg Stephan. Hij legde zijn hand op mijn voorhoofd. 'Je hebt geen koorts.' Zei hij. 'Wil je blijven?' Vroeg ik. 'Tuurlijk.' Stephan ging naast me liggen en trok me naar hem toe. Hij draaide een deken om me heen. 'Ga maar slapen meisje. Ik blijf bij je.' Ik hield flappie tegen me aan en ik legde mijn hoofd tegen Stephan aan. Langzaam viel ik in slaap.

Esmee en haar leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu