Hoofdstuk 18

1.3K 87 6
                                    

Hoofdstuk 18
Kayla p.o.v

We stappen de auto uit en Jacob slaat zijn arm beschermend over mijn schouder heen en drukt een korte kus op mijn haar. Ik kijk op naar alle hoge bomen om ons heen, voornamelijk grote dennen. 'Waar wonen jullie?' Vraag ik en kijk om me heen. 'We liggen meer verborgen er is veel bewaking. We wonen een half minuutje hier vandaan.' Zegt hij en we lopen via het pad rechtdoor. 'Komen hier nooit mensen?' Vraag ik. Jacob haalt zijn schouders op. 'Er staat aan het begin van het bos een bord met dat dit privé terrein is en mocht er iemand toch komen, staat overal bewaking.' Ik kijk verbaasd om me heen. 'Maar ik zie niemand.' Jacob stopt met lopen. 'Hoor je ze niet?' Vraagt hij. Ik schud verward mijn hoofd. 'Luister dan beter.' Zegt hij. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Hoe?' Jacob draait me om, zodat ik met mijn rug naar hem toe sta. 'Sluit je ogen en probeer je alleen op het geluid te concentreren.' Ik sluit mijn ogen en adem diep in. Ik hoor beter. Veel beter zelfs, maar toch hoor ik niet waar Jacob het over heeft. 'Wat moet ik horen?' Vraag ik, met nog steeds mijn ogen dicht. 'Ademhaling. Hartslag.' Zegt hij rustig. Ik adem opnieuw diep in en luister opnieuw.

Ik hoor bladeren kraken door de wind. Een eekhoorn op een boomstronk rennen.... Niks meer. 'Ik hoor echt niks bijzonders, Jack.' Zeg ik. Verward kijkt Jacob me aan. 'Oké. We proberen het later nog wel.' Zegt hij en drukt een kus op mijn wang.

Binnen een paar seconde, lopen we een groot veld op, met allerlei soorten huizen. Het ziet er prachtig uit. Voordat je het dorp inloopt, moet je een kleine brug over, die over een riviertje gaat. Overal staan bomen, die langzaam heen en weer gaan door de wind. 'Het is prachtig.' Zeg ik en we lopen het bruggetje af.

'Jack?' Jacob kijkt naar James, die grijnzend naar ons toe komt lopen. 'Zo zo en wat doet onze Kayla hier.' Jacob grinnikt. 'Spijbelen?' Vraagt James. Ik wijs beschuldigend naar Jacob. 'Hij heeft me ziek gemeld.' James begint te lachen en kijkt achterom, waar een paar mensen mij nieuwsgierig aankijken. 'Ze ruiken je.' Zegt Jacob lachend en loopt richting zijn roedel. Ik loop achter hem aan. Wat? Stink ik of zo? Nee toch?

'Ze ruiken me?' Vraag ik verbaasd. 'Waar ruik ik naar dan?' Jacob begint te lachen om mijn onzekerheid. 'Relax babe. Je ruik alleen... niet naar ons.' Ik frons. Hoe kan je nou weer... Niet naar ons- ruiken?

We lopen richting een groot huis. Zo te zien het grootste huis hier. Het is voornamelijk van hout, maar toch modern met veel grote ramen. Jacob pakt zijn sleutel en opent de deur. 'Je huis is prachtig.' Zeg ik en loop naar binnen. 'Dank je. Ik woon hier nu pas écht een dag. Ik word over twee dagen Alpha, dus ik moest m'n eigen huis hebben.' Ik kijk naar boven, waar een grote lamp hangt. Jacob trekt me aan mijn heupen naar achter, zodat ik tegen hem aan sta. 'Ik heb je nog niks voor je verjaardag gegeven.' Zegt hij en drukt een kus in mijn nek. 'Ik hoef geen verjaardagscadeau.' Zeg ik en draai me om. 'Dat is jammer dan, want ik heb wat voor je laten maken.' Zegt hij grijnzend. Ik grinnik en geef hem een zoen. 'Had toch niet gehoeven.' Zeg ik. Ik weet niet, ik voel me altijd een soort ongemakkelijk als mensen me cadeau's geven.

Jacob grinnikt en loopt naar een kast, die in de hal staat. Hij pakt een klein doosje met een strikje eromheen. Ik pak het van hem aan en maak het open. Een zilveren ketting ligt op een soort kussen in het doosje. Ik pak het er voorzichtig uit. Er hangt een bedeltje van een maan aan, gemaakt van iets wits. 'Wat is het?' Vraag ik en voel er met mijn vinger eroverheen. Jacob haalt mijn haar uit mijn nek en pakt de ketting van me aan. 'Het bedeltje is gemaakt van een wolventand.' Zegt hij, terwijl hij het kettingtje om mijn nek hangt. 'Het is mooi. Hoe kom je eraan?' Vraag ik. 'De wolventand?' Ik knik en draai me naar hem om. 'Het zit al een lange tijd in de familie, dus ik er wat van laten maken.' Zegt hij. Ik glimlach en druk mijn lippen op die van hem. 'Dank je wel, het is prachtig.' Glimlach ik.

'Kom, we gaan kijken waar je moeder woont.' Zegt Jacob. Ik knik en loop achter hem aan, de gang op. We gaan de tweede kamer rechts, een kantoor in. Ik ga op Jacob's bureau zitten, terwijl Jacob een dik boek pakt en op het bureau legt. 'Hier staan alle namen van de roedel leden in.' Zegt hij. 'Wat is je moeders naam?' 'Amber Daniëls.' Zegt ik en kijk met Jacob mee, die door het boek heen bladert.

Hij is even stil, terwijl hij met zijn vinger de namen door gaat. 'Hier, Amber Daniëls. Ze woont in het zuiden van de roedel.' Zegt Jacob en kijkt me aan. Snel sta ik op. 'Wil je gaan?' Ik knik en Jacob en ik lopen de voordeur uit.

Jacob p.o.v
We stappen in de auto, aangezien het een flink stuk rijden is naar het zuiden van het territorium.

'Hoe komt het eigenlijk dat je een hybride bent?' Vraagt Kayla ineens. 'Mijn biologische vader was een hybride.' Vertel ik. 'Je biologische vader?' Ik knik, terwijl ik de parkeerplaats afrij. 'Mijn biologische vader, Taylor, heeft mijn moeder verkracht toen ze zestien was. Lamar, mijn "pleegvader" is mijn moeders mate en niet mijn biologische vader, maar hij voelt als mijn echte vader.' Vertel ik. Ik kan me geen betere vader voorstellen dan die ik heb. Hij heeft me respect bijgeleerd en altijd gezorgd dat ik het beste kreeg wat kon krijgen, ook in de tijden dat mijn gevoel uitstond en letterlijk tientallen mensen per week vermoorde.

'Wat erg. Waar is je vader nou?' 'Hij is dood, maar ik zal hem ook nooit met vader hebben aangesproken als hij nog leefde.' Zeg ik. Kayla kijkt me even stil aan. 'Wat is er met hem gebeurd?' Vraag ik. 'Mijn vader heeft hem vermoord.' Zeg ik en tik op mijn stuur. Kayla is opnieuw stil en zegt niks meer.

'La?' Vraag ik. 'Ja?' 'Je moet je wel bedenken dat als je je moeder ziet, je niet weet hoe ze reageert hè?' Vraag ik een tikkeltje nerveus. 'Hoe bedoel je?' Vraagt ze. 'Hoe lang is het terug dat je je moeder echt gezien hebt?' 'Ik denk een jaar of vijf.' Ik bijt op mijn onderlip. Hoe zeg ik dit? 'Je moet het niet lullig opvatten, maar je moeder heeft het contact verbroken. Het kan ook zijn dat ze geen contact wilt.' Zeg ik voorzichtig. Kayla fronst. 'Ze heeft het contact verbroken door mijn vader.' Ik zucht. 'Kayla, je geeft je kinderen niet zomaar op. Dan kan je jezelf geen moeder noemen.' Zeg ik. Fuck, dat was misschien te hard...

Kayla kijkt me gekwetst aan. 'Het is mijn moeder, Jack.' Zegt ze zacht. 'Babe, niet zo doen. Sorry, ik had het niet moeten...-' 'Het maakt niet uit.' Onderbreekt ze me en kijkt naar buiten toe.

~~

Kayla p.o.v

Een half uur later, stappen we uit voor een klein huis bij een klein meertje. 'Wil je dat ik blijf wachten?' Vraagt Jacob. Ik kijk naar het huis. 'Nee, loop maar mee.' Zeg ik en bel aan. Nerveus knijp ik in Jacob's handen.

De deur gaat open en ik kijk in twee grote, bruine ogen, die me verbaasd aankijken.

I was a wolf, and she my moonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu