Foto: Bo (zonder de piercings)
Bo
Ik zucht diep en stap de taxi uit. Ik pak mijn spullen en bedank de chauffeur. Met mijn koffer in de ene hand en mijn kruk in de andere loop ik naar de voordeur. Mijn vinger drukt de bel in en even later wordt de deur opengedaan door een vrouw.
"Jij bent vast Bo.", glimlacht ze vriendelijk. Ik knik, een beetje verlegen.
"Ik ben Bettina.", zegt ze en neemt mijn koffer van me over.
Ik sta in een grote gang met aan de linkerkant een trap, rechts is er een deur die naar de woonkamer leidt en een beetje verder aan de linkerkant zit ook nog een deur. De muren zijn lichtgrijs en er hangen verschillende foto's.
"Jongens, komen jullie naar beneden? Bo is hier!", roept Bettina van onderaan de trap.
Er klinkt wat gestommel en even later staan er twee jongens voor mijn neus.
"Ik ben Nils.", zegt de kleinste en schenkt me een glimlach.
"Bo.", mompel ik terug en leun ongemakkelijk op mijn kruk.
De andere jongen stelt zich voor als Stijn en we lopen met z'n allen naar de woonkamer.
Ik ga voorzichtig op de bank zitten en Stijn komt links van me zitten. Bettina loopt naar de keuken en komt even later terug met thee en koekjes. Nadat we allemaal ons thee op hebben staat Nils op.
"Kom je mee? Dan zal ik je een rondleiding geven."
Ik knik en volg hem de trap op. Hij toont me de verschillende kamers en de badkamer. Helemaal aan het einde zit nog een deur.
"Dit is jouw kamer.", zegt hij en opent de deur.
Met grote ogen stap ik de kamer binnen. Nils laat me alleen en ik kijk de reusachtige kamer rond. Er zijn drie witte en één lichtpaarse muur. Tegen de lichtpaarse muur staat een kingsize bed en tegen de witte muur, links staat een houten bureau. Naast het bureau zit een deur en ik loop er nieuwsgierig naartoe. Mijn ogen worden nog groter dan dat ze al waren als ik die deur open. Een eigen inloopkast, die momenteel nog leeg is.
Ik loop mijn kamer terug in en kijk verder rond. Naast het bed zit een groot raam dat naar een balkon leidt. Verder staat er nog een klein tafeltje om spulletjes op te zetten en aan de witte muur, rechts hangen wat lege fotokadertjes.
Een klopje op mijn deur doet me opschrikken.
"Binnen!"
De deur gaat open en Stijn komt binnen met mijn grote, felroze koffer en mijn rugzak.
"Dankje.", mompel ik voor hij de deur achter zich sluit.
Ik open de rugzak en zet mijn laptop op de bureau, de andere spullen berg ik ook op. Als ik de koffer open is het eerste wat ik zie een fotokader van mijn familie.
Mijn moeder en vader lachen breed in de camera en ik zit in mijn broer zijn nek. Onbewust rolt er een traan over mijn wang, gevolgd door nog eentje. Ik haal diep adem en veeg de tranen weg, ik ga mijn zwakte niet tonen.
Ik zet de kader op mijn nachtkastje neer en ga verder. Mijn kleren hang ik op in de inloopkast en mijn toiletgerief zet ik samen met mijn make-up op een lege plank.
Na een half uurtje is de koffer leeg en ik laat me op het bed vallen. Van al dat heen en weer lopen is mijn dijbeen hevig zeer beginnen doen.
Ik ben de enigste die het ongeval overleefd heeft maar heb er wel enkele verwondingen aan overgehouden. Mijn dijbeen is zwaar gekneusd, vandaar ook die kruk. Op mijn buik heb ik een litteken zitten, door de autodeur die zich in mijn buik had geboord en mijn linkerschouder ziet nog een beetje blauw. Maar het grootste litteken is in mijn hart gekerfd, het verlies van mijn ouders en broer.
In één seconde ben ik alles kwijt verloren. Ik ben een wees, heb geen familie meer. Ik ben verbaasd dat deze mensen me meteen bij hun in huis wilden nemen, ik dacht dat ze me meteen naar een weeshuis zouden brengen.
Toen ik wakker werd in het ziekenhuis zat er een vreemde vrouw naast me met een hele bundel papieren in haar hand. Ze vertelde me dat als er zich binnen de vijf weken niemand zou melden, ik naar een weeshuis zou moeten gaan.
De weken die erop volgden waren verschrikkelijk. Ik verbleef alleen in mijn oude huis en huilde uren aan een stuk. Ik at bijna niks en bladerde door oude fotoboeken. Een paar dagen na de begrafenis, die prachtig was, meldde er zich een gezin dat me in hun familie wilde opnemen.
Toen ik hoorde dat ik in Nederland zou moeten gaan wonen weigerde ik, ik wilde mijn vriendinnen niet achterlaten. Uiteindelijk ben ik maar akkoord gegaan, het was dit of een weeshuis.
Mijn telefoon maakt een 'pling' geluidje waardoor ik opschrik.
Mel: Hey girl, hoe is het daar in Nederland? -14u36-
Ik: Hey Mel, ik had het erger verwacht. Iedereen is zo aardig tegen mij. -14u36-
Mel: Tuurlijk zijn ze aardig! Dat verdien je. -14u37-
Ik: Toch is het raar, dat deze mensen een vreemd persoon bij hun in huis willen nemen. -14u38-
Mel: Dat is juist superlief van hun. Ze willen je helpen, om je verleden te verwerken. -14u39-
Ik: 'Verleden', ik wil niet dat ze verleden tijd worden.. -14u41-
Mel: Het is moeilijk, dat weet ik. Je ouders zouden trots op je zijn, omdat je verder gaat met je leven. xx -14u43-
Ik: Ik hoop het, ik mis je Mel x -14u43-
Mel: Ik jou ook, maar we zien elkaar snel! xx -14u45-
Ik vergrendel mijn telefoon en ga verder met mijn kamer.
Het is half vier en ik kijk tevreden naar het eindresultaat. In de kaders aan de muur zitten foto's van mij met mijn ouders, met mijn broer, met Mel, met mijn oude klas. Op het bijzettafeltje staat een kleine cactus in een wit potje en ernaast een bakje met mijn make-up kwasten in. Er staan ook nog een geurkaars en een klein porseleinen konijntje op. Op de vloer ligt een rond wit kleedje en in de hoek staat een lamp.
Ik kruip terug op het bed en sluit vermoeid mijn ogen. Al snel val ik in slaap.
{Dit is het eerste hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het al een beetje leuk vinden. Laat gerust een reactie achter als er nog dingen beter kunnen! x}
![](https://img.wattpad.com/cover/71142049-288-k455015.jpg)
JE LEEST
The Beginning Of Something New. {MainStreet Fanfiction.}
FanficWat als je alles wat je liefhebt verliest? Het overkomt de 15-jarige Bo. Na het tragische auto-ongeluk, waarbij ze haar ouders en broer verloor, moet ze de draad van haar leven terug oppakken. Ze moet haar vertrouwde leventje in België inruilen voor...