♦Epiloog♦

1K 71 13
                                    

Ik pakte mijn spullen in. Ik had met Remus afgesproken. Ik zou er blijven logeren. Daarna zou ik naar de Wemels gaan. Dan zouden met z'n allen naar de WegisWeg. Ook Hermelien zou komen. Van Harry had ik helemaal niks gehoord. Waarschijnlijk door zijn familie. Hoewel, ik had de uil -die van Fred en George- geleend en gezegd dat hij naar Harry moest gaan, hij zou de brief afgeven en wachtten op een antwoord. Hij zou Harry -of zijn familie-  de hele tijd moeten pikken. De uil zou niet terugkomen zonder antwoord. 

Maar toch kwam de uil terug, zonder een antwoord. En met een gebroken vleugel. De uil was irritant, dat betwijfelde ik niet, maar zouden de oom en tante zo slecht zijn?

Ik wist het niet. 

Ik hoopte ten zeerste dat zijn familie hem lieten gaan na het 'fijne' gesprek tussen mij en de Duffelingen. Ik dacht het ergste. 

Maar daar kon ik niet heel lang over piekeren, Robert zou me wegbrengen. Ik liep met mijn spullen naar beneden. Daar was Robert al aan het wachten. Ik sleurde mijn spullen mee en liep naar de auto. 

Ik gooide de spullen in de auto en ging zitten. Robert maakte plaats achter het stuur. Ik gaf hem het adres dat ik van Remus had gekregen. Hij zocht het op in de Tom-Tom en vertrok. We scheurden over de weg. We konden veel sneller dan normale mensen. 

Daarom waren we er ook al binnen een uur. Ik liep de auto uit en pakte mijn spullen. Ik liep naar de deur en belde aan. Even later verscheen een gehavende Remus. 'Lilian!' zei hij enthousiast. Hij trok me in een knuffel. Vreemd genoeg kreeg ik geen beelden. 

Had het iets te maken met het half-mens gedoe? 

Maar dan had ik ook niks gezien bij mijn familie toch? 

Ik snapte er niks van.

Robert keek me vragend aan. Ik schudde in een dwaas mijn hoofd. Remus keek ons vragend aan. 'Leg ik zo wel uit Remus' zei ik. Ik liep naar Robert om hem een knuffel te geven. 

'Ik heb geen idee, ik kon niks zien' fluisterde ik zo zacht dat een weerwolf het niet zou kunnen horen. Maar een vampier wel. 'Raar' fluisterde hij. Ik knikte en liet hem los. 'Ik zie jullie nog wel, we schrijven sowieso nog' zei ik. Robert knikte en vertrok weer. 

Ik liep met Remus naar binnen. 'Het is goed je weer te zien, thee?' vroeg hij. Ik glimlachte en knikte. 'Het is ook goed jou weer te zien, ik heb je gemist' zei ik naar waarheid. Hij glimlachte. Hij pakte twee glazen. Hij wou water in de waterkoker doen maar ik stopte hem. Hij keek me verbaasd aan. Ik glimlachte en gebruikte mijn gave om het water de goede temperatuur te geven. 'Dankje' zei hij. 'Graag gedaan' zei ik. Hij pakte de smaken en ik vulde de glazen met het water. Ik pakte de munt smaak en liep naar de tafel. 

Hij kwam achter me aan met een trommel koekjes. 'Je kent me te goed' zei ik grijnzend toen ik een koekje pakte, het waren mijn lievelingskoekjes. Hij grinnikte. 'Je lievelingskoekjes, je stal ze altijd toen je hier nog was. Als ik ze had gekocht waren ze de volgende dag weg, ookal had ik de hele tijd er bij gestaan om ze te bewaken' zei hij. 

Ik grinnikte, ik was ook altijd wel heel fanatiek als het om koekjes ging. 'Ik mis die tijd' zei hij. Ik zuchtte. 'Ik ook' biechtte ik op. 

Zweinstein was fantastisch hoor, maar ik miste Remus. 

Hij keek me met opgetrokken wenkbrauw aan. 'Je hebt Zweinstein, vrienden en familie en je mist een oude man?' vroeg hij. 'Natuurlijk miste ik je Remus! Denk niet zo laag over jezelf, je bent voor mij een van de belangrijkste dingen in mijn leven! En daarbij, iedereen in mijn familie is véél ouder dan jij bent, ze zien er alleen jonger uit' zei ik. Hij knikte droevig. 'Ik heb niemand meer' zuchtte hij. Ik liep naar hem toe om hem een knuffel te geven. 

'Kop op Remus. Jij was altijd de positieve in mijn leven, jij kan niet depressief worden. Dat trek ik niet' zei ik. Hij glimlachte zwak. 'Maar hoe ging het op school? Ik heb gehoord over de Steen der Wijzen en dat verhaal, hoewel ik ook heb begrepen dat er veel verschillende verhalen zijn' zei hij. 

Ik knikte en begon mijn verhaal: 'Nou, ik werd dus gesorteerd in Griffoendor en werd vrienden met Ron, Hermelien en Harry. Het was heel erg leuk. We kwamen op een dag Pluisje tegen -een driekoppige hond. Hij stond op een luik, met heel wat informatie -en Hagrid die zijn mond voorbij had gepraat- kwamen we erachter dat hij de Steen bewaakte. Ook wisten we dat hij gestolen zou willen worden. Voor Voldemort-'. Remus maakte een sissend geluidje. Ik rolde met mijn ogen en vervolgde mijn verhaal: '- We waren aangevallen door een trol -die dingen stinken zeg- en later werden Harry en ik aangevallen door een wezen. Het had een rokerige stem die van het wezen leek te komen, en ook weer niet. Alsof hij heel ver weg was maar tegelijkertijd heel dichtbij. Het was heel vreemd, de stem zei dat het wezen ons niet mocht aanvallen vanwege mij. Harry snapte er gelukkig niks van. Het wezen luisterde niet en ging op Harry af. De stem verbood het hem nog een keer. Het wezen piepte even maar ging toch nog door. Ik gilde als een gek dat ik niet bang was hem te vermoorden- ' zei ik, toen ik zijn blik zag keek ik hem verontwaardigd aan. 

'- Ja, wat nou? Ik was in paniek! We werden aangevallen door een wezen wat leek op een Dementor, maar het was dodelijker! En daarbij, Harry dacht dat ik blufte' zei ik. Hij knikte en mompelde wat. 'Maar goed, toen zei het wezen, ik citeer: "Achteruit! Ik beveel je in de naam van heer Voldemort nu te stoppen!"het wezen vloog weg, het was heel vreemd. Nouja, even later dachten de anderen dat Secreetje de steen wou stelen, ik geloofde er niks van. Severus was het niet, het kon niet. En ik had gelijk, hoewel Harry echt vreselijk naïef was op dat moment. We openden het luik. Oja, toen had ik strafwerk. Zeg maar niks, het viel reuze mee. Alleen de leerlingenkamer van Zwadderich in de kleuren van Griffoendor verven met onomkeerbare verf, Anderling en Perkamentus zouden het sowieso kunnen verwijderen. Maar goed, ik verlamde Sneep - oh god! Ik verlamde Snéép! Dit is mijn dood!' zei ik. Ik kreunde zacht, ik zou school niet gaan overleven. Remus grijnsde. 'Nou, ik ben trots op je' zei hij -nog steeds grijnzend. Ik rolde met mijn ogen. 'Ik had niet anders van je verwacht, met je liefde voor Sneep. Maar goed, we gingen langs Pluisje -moest met muziek- en openden het luik. 

We moesten door duivelsstrik heen, Ron was heel irritant, hij bleef stressen. Ik moest mijn gave gebruiken. Anders was hij dood. Maar goed, ik hoop dat ze niks door hadden. Harry en Ron in ieder geval niet. toen moesten we een sleutel vangen, daarna moesten we levend schaken. We hebben het betoverde schaakspel van Anderling verslagen, maar goed ook. Anders had ik het moeten slopen, niet dat ik daar problemen mee had gehad' zei ik. Remus keek me bestraffend aan. 

'Wat nou? Dat is leuk hoor! Maar goed, Ron speelde het uit. Maar moest zichzelf opofferen. Hermelien en hij bleven achter. Harry en ik gingen door, de ruimte daarna vonden we een bewusteloze trol, het geluk zat me niet mee die dag. Daarna kwamen we aan bij een puzzel, van Sneep. Die was echt leuk. Het was een raadsel met vergif, wijn, de weg terug en de weg verder. Ik loste de puzzel op en we gingen verder. 

Toen kwamen we bij de laatste ruimte. Krinkel stond daar. Harry was helemaal verbaasd en zei dat het Sneep was. Ik gaf hem een tik tegen zijn achterhoofd en kon het niet laten om "Ik-zei-het-toch" te zeggen. Even later vervloekte Krinkel me, ik kreeg echt héél veel pijn. Maar goed, ik was bewusteloos. Ook heb ik van de vloek nog wat dingen overgehouden maar dat is niet heel belangrijk nu.

Krinkel bleek zijn lichaam aan Voldemort 'uitgeleend' te hebben. Harry wist de steen te bemachtigen en hem te beschermen. Krinkel stierf. En ja, dat was het. 

Min dat als ik nu iemand aanraak ik de ergste herinnering van die persoon zie, de ander ziet het ook. Het is alleen de eerste keer' zei ik. 

Hij keek me vreemd aan. 'Maar bij mij?' vroeg hij zich hardop af. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik heb ook geen idee, ik heb het niet eerder gehad. Bij iedereen had ik het wel, Harry, Hermelien, Carlo-' bij Carlo werd ik lichtrood en Remus begon te grijnzen. '-Ach hou op! En bij Fred en George, bij Perkamentus en madam Pleister. Bij iedereen van mijn familie. Maar goed' zei ik. 

We begonnen te kletsen tot opeens mijn telefoon ging. Ik verontschuldigde me en nam op.

'Lilian, je hebt een brief van de Volturi. Ze verwachtten je' klonk de bezorgde stem van Mariel. 

Cursed / Harry PotterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu