~9~

1K 71 0
                                    

Pov. Sophie

Het voelde warm op zijn schoot. Veilig. Knus. Versuft door de pijnaanval, mijn medicijnen en de slaap was ik niet in staat te bewegen. In mijn droom was dat echter voorgekomen als een nachtmerrie, maar het was allesbehalve dat. Ik wilde niets liever dan bij Jace op schoot zitten. Maar het kon niet, ik wilde hem niet kwetsen. Ik wilde hem niet kwetsen door dood te gaan. Ik zou schuldig de dood ingaan, omdat ik hem nooit zou hebben verteld dat ik nou eenmaal ongeneeslijk ziek was. Ik voelde hoe hij me teder terug zette op mijn eigen stoel, merkte hoe zijn blik op me brandde. En ik genoot ervan. Toen werd alles zwart en viel ik in een diepe, droomloze slaap.

Ik stommelde met verscheidene andere meisjes de trappen op richting de meisjesslaapzalen. Mijn koffer sleepte over de treden en ik ging gebukt onder het gewicht van mijn rugzak. Ik had het idee dat iedereen kapot was, de tijd was immers negen uur 's ochtends en de meesten hadden geen minuut geslapen. Behalve ik dan misschien. We maakten onze bedden op met de slaapzakken en de kussens en keerden toen terug naar de eetzaal.

Jace stond tegen de muur, met zijn armen over elkaar geslagen. Ik liep in zijn richting en zag dat hij glimlachte. Wat me verbaasde, wat had hem minder afstandelijk gemaakt? 'Hey,' begon ik verlegen. Dat was ik niet gewend van mezelf, normaal was ik nooit zo bescheiden. 'Hey. Goed geslapen?' Vroeg hij lief. Ik knikte en perste mijn kiezen op elkaar om de gevoelens de verdrijven. Ik moest straks ook maar even naar de wc, de vlinders moesten absoluut mijn buik uit. 'Ik weet wat je voor me hebt gedaan,' fluisterde ik toen zachtjes. Even fronste hij. Toen krabde hij achter zijn oor en knikte met een zuinige glimlach. 'Ja... Ik... Ja,' antwoordde hij gebrekkig. Maar het maakt me niet uit. 'Bedankt,' zei ik terwijl ik hem een warme lach schonk. Hij leek even helemaal op te lichten en sloeg zijn ogen toen neer. 'Soph! Soph! Kom je hier zitten?' Kirde Myra toen en ze wenkte me in de richting van haar, Destiny en Bell, die me uitnodigden aan hun ontbijttafel. 'Sure!' Riep ik terug. Jace knikte en keek me na terwijl ik, na een kort afscheid, naar hun tafel liep.

'En, wanneer gaat hij je vragen?' Kwebbelde Bell opgewonden. Ik slaakte een zucht en smeerde een bruine boterham met pindakaas. Terwijl het mes over het brood gleed, dacht ik na over een antwoord. 'Hopelijk nooit. Hij is aardig, maar meer als een vriend,' besloot ik het "tienerspelletje" mee te spelen. Destiny keek Myra met opgetrokken wenkbrauwen aan en knipoogde even naar mij, waarna de drie -godzijdank- ophielden. Lachend sloeg ik mijn ogen neer en bedacht me hoe dankbaar ik was dat ik behalve Jace deze drie had, zodat ik niet gedwongen was me continu in zijn omgeving te bevinden. Ook hij had wat andere vrienden gevonden en sloot zich aan bij het "jongensgroepje," waar hij op het oog niet veel zei maar het wel goed kon vinden. Met een luide zucht plofte Mark op de vijfde stoel aan de tafel neer. Hij raakte in een diepe kus met Destiny verwikkeld en tot mijn verbazing dat Myra en Bell er geen enkele blik aan schonken, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En weet je wat? Waarschijnlijk was dat ook zo, op zeventienjarige leeftijd. Voor mij alleen echter niet. Snel propte ik de boterham naar binnen, excuseerde me en wandelde op mijn gemak naar de toiletten.

Verbaasd remde ik mijn pas toen ik zag wie er tegen de deur geleund stond. 'Jace?' Vroeg ik verward. De toiletten waren gemengd, er waren geen pispotten maar alleen hokjes, zodat de meisjes en de jongens de wc-ruimte konden delen. Hij keek op en stapte aan de kant zodat ik de deur open kon doen, maar dat deed ik niet. In plaats daarvan besloot ik met hem te praten. 'Waarom sta je hier? Heb je straf?' Plaagde ik terwijl ik in zijn zij porde. Hij verstijfde bij die beweging en snel trok ik mijn hand terug. Beschaamd stapte ik een beetje achteruit. Jace deed echter een stap naar voren zodat hij me aan kon kijken. 'Sorry, het ligt niet aan jou,' zei hij en hij leunde weer tegen de muur. Voorzichtig kwam ik weer dichterbij. 'Maar je hebt nog geen antwoord gegeven?' Vroeg ik opnieuw. Hij lachte even kort. 'Ik denk,' antwoordde hij toen. Ik trok mijn wenkbrauw op en fronste. 'Over w..,' begon ik, maar ik werd direct onderbroken. 'Over jou,' zei hij, onbeschaamd. Ik voelde hoe mijn ogen groot werden en ik mijn evenwicht even verloor. Snel herstelde ik me en besloot ook maar tegen de muur aan te leunen. Wat zou ik nu moeten vragen? Waarom? Waarover? Hij moest de verwarring in mijn ogen hebben kunnen lezen, want hij beantwoordde mijn vragen in één zin. 'Ik denk na over je aanval, in de bus. Ik vroeg me af of... Of je niet in gevaar bent?' Dat laatste kwam er een beetje twijfelend uit, en ongemakkelijk sloeg hij zijn ogen weer neer. Ik maakte een fluisterend geluid wat klonk als een 'oh' en begon me toen af te vragen of hij een antwoord verwachtte. Aan zijn vragende blik te zien wel. 'Oh, het is niets. De dokter zegt dat ik die aanvallen gewoon krijg als ik in een situatie zit die ik niet gewend ben,' zei ik, mijn hart klopte in mijn keel. Het voelde slecht om te liegen. Veel te slecht. Ik weet dan ook niet of ik me er blij bij voelde toen hij knikte en ik het gesprek afkapte door naar de wc te gaan. Hij knikte me nog een keertje toe, een zuinige glimlach om zijn lippen. Ik deed hetzelfde en stapte daarna een hokje binnen.

Toen ik niet niet veel later de ruimte weer uitkwam, zag ik dat Jace was verdwenen. Waarschijnlijk weer terug naar de eetzaal. En gelijk had hij.

'Kom op nou,' lachte Destiny. We lagen met zijn vieren op een kamer, met vier losse bedden die we tegenover elkaar hadden geschoven. In de kamers naast ons lagen de andere meisjes in groepen van vier. Met een tussenwand werd de meisjeskant gescheiden van de jongenskant. 'We hadden heus wel door hoe lang je naar de wc was, bovendien kwam Jace daarna terug en een minuut of wat later jij,' vervolgde ze. Verbaasd realiseerde ik me dat Jace dus nog even was blijven staan toen ik naar de wc was. Weer om na te denken? Geïrriteerd keek ik Destiny aan. 'Hoe kun jij dat nou hebben gezien? Was jij niet te druk met Mark aflebberen?' Kaatste ik terug. Verontwaardigd keek ze terug, de andere twee ietwat gefronst vanwege mijn felle reactie. 'Sorry,' verzuchtte ik. 'Ik ben gewoon niet helemaal in de mood, denk ik.' Ze knikten even, Destiny ook, en het werd stil. Ze hadden nu zelf ook wel begrepen dat ons gesprek alles behalve romantisch was geweest. Hopelijk dachten ze dat we ruzie hadden gehad, dan was al het gezeik voorbij.

Wow, wat zat ik verkeerd. Het gezeik was alles behalve voorbij, toen Myra weer begon te praten.

'Wie nemen jullie mee naar het feest vanavond, hier in het kampgebouw?' Vroeg ze opgewekt. Bell liet zich uit over een jongen genaamd Chris die haar had gevraagd, Destiny ging uiteraard met Mark en Myra twijfelde nog tussen twee. Ze keken alle drie even meelevend naar mij, maar ik schudde hun blikken van me af. Een feest-date? I didn't care. Zei ik tenminste tegen mezelf, maar stiekem borrelde het gevoel van apartheid op. Dat ik niet eens een date kon krijgen door die stomme ziekte. 'Ga met Jace,' opperde Myra. 'Geef hem een tweede kans,' vervolgde Destiny. 'Jullie zijn schattig samen, ik zal een briefje schrijven en onder de deur van de jongensslaapkamer van Jace doorschuiven. Om andere situaties te voorkomen,' eindigde Bell met een knipoog. Fuck. Nu kon ik er echt niet meer omheen. Met een subtiele knik gaf ik de drie meisjes toestemming, die gelijk een blaadje en een pen uit hun koffers visten en verschillende versies om het te vragen begonnen schrijven, terwijl ik hoofdschuddend toekeek.

'Hey Jace,

Sorry van vanochtend. Ik was gewoon even niet in de mood.'

Ik glimlachte even onbewust.

'Ik hoorde net van het feest vanavond. Volgens Bell, Kyra en Destiny schijn jij mijn enige optie te zijn.'

Ik lachte harder, nu hardop.

'Zou je misschien met mij willen gaan? Voel je niet verplicht, maar ik denk dat we wel misschien een nieuwe start kunnen gebruiken.

Sophie.'

Ik knikte terwijl ik op mijn lip beet. Kyra, Bell en Destiny keken me hoopvol aan. Tot hun opluchting knikte ik, waarna Bell gelijk de slaapkamer verliet en we haar voetstappen enkele seconden later de trap van de jongens op hoorden stappen.

Dat was het alweer voor vandaaggg. Zoals jullie misschien hebben gemerkt update ik elke dag, maar verwacht dit niet!! Bovendien krijg ik het na de vakantie natuurlijk weer drukker met school en stuff... xx!

Liefde is een ziekte (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu