~8~

1K 72 9
                                    

Mark op de afbeelding.
Pov. Jace

We reden richting Rome, stad van de oudheden en de kunst. De gordijnen van de bus waren dichtgedaan door de begeleiders en de lampen gedoofd. Buiten was het donker, de wind gierde langs de flanken van de bus en soms tikten er wat regendruppels tegen de ramen. Sophie lag half onderuitgezakt met haar ogen dicht. Haar mond hing een klein stukje open en haar ademhaling was rustig en diep. Ik betrapte mezelf erop naar haar te kijken, maar ik weigerde mijn blik af te wenden. Daar was ze te mooi voor. Misschien had mijn moeder wel gelijk. Moest ik haar een kans geven. Maar wat als zij mij er geen wilde geven. 'Hey, wat zit je daar te staren?' Bell gluurde tussen de stoel door en grinnikte. Ik wilde antwoorden, maar ze maakte een hartje met haar handen en draaide snel weer weg. Hoofdschuddend hoorde ik haar gegiechel aan, waarbij ik het niet kon laten om even mee te glimlachen. Toen begon Sophie plots te kreunen. Ze duwde haar armen strak tegen haar lichaam en spande haar spieren. Haar hoofd rolde over de stoelleuning. Voorzichtig legde ik mijn hand op haar voorhoofd. Uit het feit dat ze niet reageerde maakte ik op dat ze nog steeds sliep. Ik voelde hoe heet ze was door het bevechten van haar waarschijnlijke nachtmerrie. 'Sst, Soph,' fluisterde ik. Ik verbaasde mezelf en viel zowat van mijn stoel toen ik me realiseerde dat ik haar zojuist "Soph" had genoemd. 'Jace,' kreunde ze tergend. Haar gezicht vertrok, alsof ze een plotselinge pijnaanval kreeg. Paniek sloeg toe. 'Sophie, zeg wat! Ben je wakker? Heb je hulp nodig?' Als antwoord kreeg ik een zwaardere kreun en een frons die trilde van de pijn. Ook haar onderlip begon zachtjes te trillen. 'H-het doet p-pijn...' Begon ze. Haar stem gebroken, zacht, hees, maar ook paniekerig. Wat moest ik doen? Een begeleider halen? Toen tilde ze, tergend langzaam en zwak, haar hand op en stak haar wijsvinger uit. Ze deed me denken aan mijn moeder, en een pijnlijke scheut trok door mijn borst. Maar ik vermande mezelf en volgde de richting waarin haar vinger wees. Mijn blik kwam uit bij haar tas. Gehaast griste ik hem tussen haar benen vandaan en begon erin te rommelen. Ik legde de spullen op de grond neer, het zweet druppelde omlaag vanaf mijn voorhoofd. In het hoofdvak vond ik niks, en Sophie begon ondertussen samen te trekken en kreunde niet meer, wat me geen goed teken leek. Op haar hulp om te vinden wat ze nodig had, hoefde ik niet te rekenen. Daarvoor was ze er inmiddels te erg aan toe. De drang om een begeleider te roepen werd steeds groter, maar een stem in me schreeuwde dat ik moest hebben wat Sophie van me vroeg. Zo snel als ik kon ritste ik het voorvak open, terwijl Sophie lijkbleek werd en straaltjes zweet via haar slaap naar beneden gleden. Toen voelde ik iets. De vorm van een doosje. De omtrek van een glazen flesje. Opgelucht trok ik de medicijnen eruit en las de etiketjes. Met trillende handen griste ik mijn flesje water uit mijn eigen rugzak en duwde één van de pilletjes voorzichtig tussen haar lippen. Toen ik die aanraakte, schoot een tinteling door mijn vingers. Ik negeerde het echter en wachtte totdat ze, na enkele seconden, het pilletje in haar mond nam. Beetje bij beetje goot ik het koele water naar binnen, maar merkte dat ze niet in staat was de pil door te slikken doordat haar hoofd op haar borst lag en ze te zwak was om het op te tillen. Ik deed gewoon wat ik moest doen en maakte mezelf allemaal excuses wijs, maar stiekem genoot ik ervan toen ik haar op schoot trok zodat ik haar kin omhoog kon houden. Mijn hart klopte als een gek en het gevoel dat ik haar voor mezelf wilde drong mijn lichaam binnen. Op dat moment kon ik echter niet afgeleid worden door gevoelens en zette de fles opnieuw aan haar lippen. Ik merkte dat ze maar niet slikte, en het water in haar mond liep lopen zonder het door te slikken. Even sloeg de paniek opnieuw toe, totdat ik me realiseerde dat ze water verzamelde om de pil door te slikken. Niet veel later slikte ze. In één grote slok was de pil verdwenen. Opgelucht blies ik uit en legde mijn hoofd al zwetend tegen de stoel. Dat Sophie op mijn stoel zat, was ik al weer vergeten. Precies op dat moment draaide Myra zich om en haar mond viel open, maar voordat ze iets kon zeggen legde ik mijn vinger op mijn lippen en doelde met mijn ogen op Sophie. Toen Myra's blik op haar viel, ging haar mond nog verder open. Ze gebaarde vragend of ze oké was, en of ze een begeleider moest roepen. Ze had direct gezien dat er iets mis was, door de vale kleur van Sophie's gezicht, het zweet op mijn voorhoofd, het pakje pillen op de stoel naast me en het flesje water in mijn hand. Ze knikte even bezorgd en beloofde me toen aan niemand iets door te vertellen, waarna ze zich weer omdraaide. Ik zuchtte nog eens diep en opgelucht. Daarna veegde ik Sophie's voorhoofd droog met wat doekjes uit mijn tas en streek een haar uit haar gezicht. Ik volgde haar gezichtscontouren met mijn ogen en luisterde hoe haar ademhaling weer regelmatig werd. 'Het komt goed,' fluisterde ik, waarna ik haar van mijn schoot liet glijden en haar zachtjes terug zette op haar eigen stoel.

Yesyes, we slay. Bedankt voor het lezen en vergeet niet aan je vrienden te vertellen dat ze dit boek moeten lezen ;) love voor jullie en tot snel! Xx

Liefde is een ziekte (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu