Pov. Sophie
Ik keek toe hoe Jace om de hoek verdween. Niet één keer had hij nog omgekeken. Ik voelde de tranen alweer branden maar draaide me toen resoluut om en sloot geruisloos de deur, waarna ik me ertegenaan liet zakken. Zuchtend sloot ik mijn ogen en wreef mijn handen tegen elkaar, de thermostaat was 's nachts uit en daardoor was het erg koud in huis. Iets te luidruchtig dan wat de bedoeling was haalde ik mijn neus op om de tranen tegen te houden. Het was beter als ik hem voorgoed uit mijn nog maar korte leven zetten. Niet zozeer voor mij, maar voor hem. 'Kom op Soph,' mompelde ik tegen mezelf. Kreunend stond ik op en sjokte de trap af. Ik schoot terug in mijn bed en voor het eerst sinds tijden viel ik gelijk als een blok in slaap. Al het huilen, de twijfel en de emoties hadden me mentaal maar ook fysiek uitgeput.
'Is er nog een exacte datum waarop u de euthanasie wilt laten plaatsvinden?' Vroeg de gespecialiseerde arts beleefd. Medelijden was bij haar ver te zoeken, dit was immers haar werk en dit maakte ze elke dag mee. Voor medelijden was in haar geval geen tijd. Mijn moeder knikte me even kort toe en ik schraapte bescheiden mijn keel. 'Augustus,' antwoordde ik. 'Is daar nog een speciale reden voor?' Vroeg de vrouw, terwijl ze een notitie maakte. 'Op augustus begint de herfst, ik zou deze zomer graag nog even willen afmaken,' mompelde ik zachtjes. Even leek er een flits van medeleven over het gezicht van de vrouwelijke arts te glijden, maar al snel en professioneel herstelde ze zich weer en krabbelde de informatie neer. Ik dwaalde af naar de muur van het ziekenhuis in de euthanasie-bespreek-kamer. Op één van de vele motiverende foto's met teksten was een herfstige boom te zien met vallende bladeren. "She will fall with the leaves of the autumn." De woorden spookten door mijn hoofd. 'Prima, dan hebben we de rest al besproken,' eindigde de vrouw het gesprek waarbij ze de map dichtsloeg. Het was haar baan om professioneel en motiverend te zijn, maar wat ze zei terwijl ze me de hand schudde was alles behalve motiverend in mijn optiek. 'Beloof me dat je die veertien dagen die je nog hebt de allerbeste van je hele leven maakt,' zei ze met een geforceerde glimlach. Door mijn verontwaardiging vanwege haar verkeerd klinkende opmerking vergat ik haar te bedanken en liep zonder nog maar iets te zeggen het kamertje uit. Mijn moeder bleef nog even binnen en ik hoorde hun gedempte stemmen een beleefd gesprek voeren. Zuchtend leunde ik tegen de muur en keek hoe de artsen op de afdeling verschillende kamertjes binnengingen en hoe familieleden zoekend de gangen doorkruisten. Ik had voor de optie "het" thuis te laten doen, met een gesloten kring van familie en wie weet enkele vrienden. Gelijk flitsten mijn gedachten weer naar Jace, maar dit was nou juist wat ik hem wilde besparen. 'Sophie?' Mijn moeders hoofd stak om de hoek van de kamer. Vragend keek ik haar aan. 'Ik heb er voor gekozen de kosten nu al te regelen, dat kan even duren. Anders had ik het na... Jeweetwel moeten doen,' murmelde ze. 'Het is goed, mam,' stelde ik haar gerust. Ook zij was zenuwachtig voor deze dag geweest en moest haar emoties zo goed mogelijk binnen houden, wat erg vermoeiend bleek te zijn. 'Ik wacht in de ziekenhuiskantine,' zei ik. Ze knikte en verdween weer in de kamer.
Met grote passen liep ik richting de kantine. Na wat te drinken en een broodje gekocht te hebben, plofte ik neer op een stoel aan een tweepersoonstafel bij het raam. In de immens grote kantine met een reusachtig hoog, bol dak, was het rustig. Er zat een moeder met een kinderwagen het kind te voeden, terwijl ze druk in de telefoon praten die ze tussen haar schouder en nek had geklemd. Verderop zat een eenzame man een broodje te eten. Hij staarde dromerig naar buiten langs mij heen. Voor de rest nog wat gezinnen die net op bezoek waren geweest en wat opa's en oma's. Zuchtend nam ik een hap van mijn broodje en draaide me weer naar de tafel toe, toen ik het broodje haast uitspuugde en me tegelijkertijd verslikte in de sla die erop zat. Proestend draaide ik de dop van mijn water eraf en goot gelijk de halve inhoud naar binnen om het voedsel door mijn keel te krijgen. Hijgend zette ik alles weer neer. 'Wat doe jij hier?' Siste ik naar Jace. Boos omdat hij me bijna had laten stikken. Toen ik echter het verdriet op zijn gezicht zag was alle boosheid op slag verdwenen. Jace zat op de stoel voor me, met zijn ellebogen op tafel en zijn handen in elkaar gevouwen. Hij keek me schuldig aan. 'Hoe... Wat? Hoe wist je dat ik hier was?' Vroeg ik verdwaasd. 'Ik had je thuisnummer gebeld, en je moeder nam op. Ik zei dat ik wilde afspreken met jou, en ze antwoordde dat ze eerst een afspraak bij het ziekenhuis had maar dat ik daarna wel kom komen,' legde hij uit. Ik slaakte een zucht. Mijn moeder wilde natuurlijk dat ik nog wat leuke vrienden had in mijn laatste veertien dagen. 'Wat kom je doen?' Het klonk misschien wat bot, maar ik was te nieuwsgierig om er omheen te praten. 'Ik heb je brief gelezen,' begon hij. De tranen sprongen in zijn ogen, waardoor ze ook gelijk weer in de mijne sprongen. Ik sloeg mijn ogen neer. 'En... Ik kan het niet, Soph,' verzuchtte hij met gebroken stem. 'Nee, weet ik... Dat is ook waarom ik die brief schreef. Ik had al zo'n gevoel dat je het niet aan zou kunnen. Ik bedoel, na het verlies van je moeder, en..,' begon ik. Maar hij kapte me af. 'Nee, ik bedoel: ik kan je niet zomaar laten gaan, Sophie. Ik ga er voor je zijn,' zei hij. Mijn mond viel open, maar er kwamen geen woorden uit.
Vandaag twee hoofdstukjes, omdat ik gisteren niets heb gepost ;) tot morgen/overmorgen!
JE LEEST
Liefde is een ziekte (voltooid)
Romance~Completed 22 oktober 2016~ (OUD BOEK) N T R O~ "Als je een ding of een plek mocht kiezen waar je "in zou zitten" als geest, welk ding of welke plek zou dat dan zijn?' Vroeg ik. Misschien een rare vraag, maar het voelde als een houvast en een idee d...